>>>  Laatst gewijzigd: 28 september 2022   >>>  Naar www.emo-level-8.nl  
Ik

Notities bij boeken

Start Filosofie Kennis Normatieve rationaliteit Waarden in de praktijk Mens en samenleving Techniek

Notities

Anja Meulenbelt is een van de grote namen van het Nederlandse feminisme. Ze is publiciste, schrijfster en was ook een tijdlang lid van de Eerste Kamer voor de SP. Ik las al werk van haar toen ik nog les gaf over waarden en normen aan de opleiding ergotherapie van de Hogeschool van Amsterdam.

Ze schrijft helder en toegankelijk en heeft al een heleboel boeken op haar naam staan. Haar werk is echt een aanrader. Ook dit boek vat een hele wereld van problemen samen op een manier die aan het denken kan zetten. Fraai. Je hoeft het niet in alles met haar eens te zijn om haar werk te kunnen waarderen en er iets van op te steken.

Eén van die dingen die ik bij haar niet snap is dat ze niet de vloer aanveegt met religie, hier bijvoorbeeld met de islam. Meulenbelt zelf is ook verbonden aan religie en kerk en zoiets begrijp ik dus niet. We hebben religie niet nodig om humaan en solidair te zijn, vind ik zelf, voordat je het weet word een religie georganiseerde onderdrukking. Van vrouwen bijvoorbeeld. Dat is al eindeloos vaak vertoond.

Wat ik evenmin begrijp is dat ze de psychoanalyse gebruikt om rollenpatronen te verklaren. De toetsbaarheid en controleerbaarheid van beweringen binnen de psychoanalyse (ja, ook Chodorow) vormt een groot probleem. De theorie is immuun voor kritiek. Een slecht ding. De psychoanalyse hebben we niet nodig om rollenpatronen te begrijpen.

Tot slot vind ik haar te aardig voor vrouwen - dat zal onder andere haar kritiek op Drayer verklaren. Vrouwen te gemakkelijk de hand boven het hoofd houden helpt echter niemand. Vrouwen houden zelf vaak machtsverhoudingen en gedrag in stand waarvan vrouwen het allermeest last hebben of waarbij de samenleving niet gebaat is. Dat moet gezegd kunnen worden.

Voorkant Meulenbelt 'Het verschil - Zeventien actuele kwesties bekeken vanuit het feminisme' Anja MEULENBELT
Het verschil - Zeventien actuele kwesties bekeken vanuit het feminisme
Houten-Antwerpen: Spectrum, 2016, 605 blzn. (epub)
ISBN-13: 978 90 0035 0193

1 - Wat is feminisme?

Meulenbelt schrijft onder andere vanuit ergernis aan wat ze op allerlei plaatsen leest over het femninisme.

"Meer ongenoegen als ik Opzij lees, en pagina na pagina vol zie staan met de honderd ‘vrouwen met macht’. Bijna allemaal directeuren. Bijna allemaal wit en hoogopgeleid. Nu heb ik niets tegen directeuren, sommige van mijn beste vriendinnen zijn directeur. Maar is dit het belangrijkste onderdeel waar feminisme in deze tijd nog over gaat? Meer vrouwen in topposities? Waar zijn de jongeren in dat blad, de pioniers, de zwarte vrouwen die hun stem laten horen, de moslima’s die zich niet opzij laten schuiven, de transgenders, de activisten, de vrouwen die opkomen voor de vrouwen onder de vluchtelingen, de mannen die zich feminist durven noemen?
En nog veel meer ongenoegen wanneer ik steeds opnieuw de terugkerende discussies lees in de mainstream media, over ‘het verschil tussen mannen en vrouwen’. Hormonen, genen, hersenen. Mannen zijn nu eenmaal de agressievere sekse, dat waren ze in de oertijd al, mannen moeten altijd seks. En dat feminisme, dat heeft van mannen halve mannen gemaakt: mannen die hun borsthaar scheren. O ja?"(10)

[Mooi, geen eenzijdigheid van visie, geen domme evolutionaire psychologie. Ik hoop alleen dat niet 'alles moet kunnen', want mij ontgaat hoe feminisme en islam (het gaat me niet om de islam, ik denk algemener aan religie) samen zouden kunnen gaan zoals ene Anne Dijk - islamitisch theologe met hoofddoek - blijkbaar beweert. Meulenbelt zelf is overigens ook verbonden aan religie en kerk. Daar begrijp ik - ondanks al mijn waardering voor haar boeken - dan ook niets van.]

"En gelukkig vinden nieuwe feministes als Laurie Penny, net als ik, dat feminisme meer is dan individueel je eigen keuzes maken en je leven zo goed mogelijk inrichten, namelijk dat maatschappijkritiek een integraal onderdeel zou moeten zijn van elke vrouwenbeweging en feministische actiegroep. Want het gaat niet alleen om vrouwen, het gaat ook om de vraag in wat voor een wereld we willen leven, en wat voor een wereld we door willen geven aan de generaties na ons." [mijn nadruk] (14)

"De leukste definitie van feminisme komt van Caitlin Moran. Steek je hand in je onderbroek. Wat voel je daar. Ja? En wil je daar wat over te zeggen hebben? Dan ben je een feminist. Mijn kortste definitie luidt zo: ‘Eerlijk delen en niet slaan’. Is het mogelijk om het feminisme in een waterdichte definitie te vangen? Waarschijnlijk niet, en alleen al daarom niet: er zijn te veel verschillen tussen vrouwen. Te veel verschillende problemen en te veel verschillende doelen. Over een paar van die problemen en doelen gaat dit boek."(18)

(20) 2 - Het verschil (m/v)

[Op verschillende plaatsen in dit hoofdstuk mooie kritiek op de aanvechtbare standpunten binnen de evolutionaire biologie en evolutionaire psychologie.]

"Wie denkt dat sekseverschillen zijn aangeboren, zoals Kinneging, denkt ook meestal dat die niet kunnen veranderen, en wie denkt dat sekseverschillen zijn aangeleerd, en dus eigenlijk niet bestaan, gelooft dat ze veranderbaar zijn. Waar ze het niet over hebben is hun persoonlijke motivatie om het ene of het andere standpunt aan te hangen. Kinneging heeft het er niet over waarom hij graag wil dat vrouwen de boel thuis verzorgen en hem carrière laten maken. En Drayer heeft het er niet over dat zij zo’n carrièrevrouw is, die niet teruggestuurd wenst te worden naar het aanrecht. Als het gaat om gender zijn er geen ‘neutrale’ posities." [mijn nadruk] (22)

"Is er dan zo weinig veranderd dat er nog steeds gedacht wordt dat meisjes andere activiteiten en een ander uiterlijk horen te hebben dan jongens?"(24)

Allerlei voorbeelden van socialisatie tot man of vrouw.

"Meisjes wordt meestal wat meer ruimte gegeven om zich als een tomboy te gedragen, ze mogen langer stoeien en klimmen. Jongens worden vaker, en vooral door de vaders, zachtjes of minder zachtjes onder druk gezet om zich als een echte jongen te gedragen. Dat doen ouders grotendeels zonder zich daarvan bewust te zijn. Hun eigen kinderervaringen spelen mee."(28)

"Tegen de tijd dat kinderen een jaar of zeven zijn, zijn het meestal aartsconservatiefjes met stellige ideeën over hoe het hoort voor jongens en meisjes. Daarna lukt het sommige kinderen weer een marge van vrijheid te veroveren."(31)

"Kortom, ouders die denken dat ze hun kinderen sekseneutraal opvoeden zullen onder ogen moeten zien dat ze dat waarschijnlijk niet doen. En dat het bovendien ook niet zo erg zou helpen omdat er nog altijd een grotere wereld is die allesbehalve sekseneutraal is."(32)

"Uit een groot onderzoek waar in het totaal 30.000 ouders bij werden betrokken bleek dat vaders net zo warm en zo liefdevol kúnnen zijn als moeders, en net zo stimulerend, net zo streng en net zo koesterend. Het hangt er maar van af of die natuurlijk gegeven mogelijkheid wordt benut. En dat hangt er natuurlijk van af of we het hebben over een samenleving waarin de seksesegregatie niet zo ver gaat dat vaders hun borelingen pas werkelijk te zien krijgen als ze kunnen lopen." [mijn nadruk] (49)

[Zo is het maar net!]

(51) 3 - Over mensen en andere dieren

[Dit hoofdstuk werkt de kritiek op evolutionaire biologie en evolutionaire psychologie verder uit.]

"In onze cultuur vinden we ware moederlijkheid en promiscue gedrag van vrouwen tegenstrijdig. In mensenculturen is een slettebak per definitie een slechte moeder. Maar Hrdy zegt: ‘Vanuit het gezichtspunt van het vrouwtje wordt dit gedrag beter verklaard als “ultiem moederlijk”.’ Promiscuïteit als uiting van moederlijkheid – dat ligt wat anders dan wij mensen dat zien, waar de mensenmannen eerder geneigd zijn om op allerlei manieren te voorkomen dat een andere man ‘hun’ vrouw komt bevruchten."(59)

"Dat er nog steeds taaie verschillen zijn in mannelijkheid en vrouwelijkheid zou wel eens het gevolg kunnen zijn van de relatief langzame veranderingen in cultureel verankerde patronen. In ieder geval is het zwart-witdenken – biologie is onveranderbaar, cultuur kun je veranderen – niet houdbaar. Het zou wel eens kunnen dat vastgeroeste ideeën over mannelijkheid en vrouwelijkheid meer invloed hebben op ons zelfbeeld en ons gedrag dan de biologie."(75)

(76) 4 - Waarom mannen niet naar rozen ruiken

"Ik lanceer een stelling: vrouwen nemen meer over van mannen, dan mannen van vrouwen. En hoe komt dat? Heeft iemand daar antwoord op?"(78)

"Kortom: mannen willen wel de aantrekkelijke kanten overnemen van het vrouwenbestaan, maar waken er toch angstvallig voor om die onzichtbare grens te overschrijden waarin hun mannelijkheid in het geding komt. Vrouwen daarentegen hebben zich een veel breder scala van wat eens als mannelijk gold toegeëigend, kennelijk zonder zich er erg druk over te maken of dat nog wel vrouwelijk is. Hoe dat komt? Ik ga proberen om daar antwoord op te geven, want ik heb daar wel een idee over. Maar dat komt pas na een uitgebreide omweg."(82)

[Wonderlijk dat ze zo gemakkelijk de objectrelatietheorie van de psychoanalyse van stal haalt (Chodorow bijvoorbeeld) om het over mannelijkheid te hebben. Dat leidt tot een aantal blazijden geklets. Mij lijkt dat we de psychoanalyse niet nodig hebben om te verklaren hoe rollenpatronen ontstaan. Zoals Meulenbelt zelf al beschreef verwachten vaders en moeders een bepaald rollenpatroon van hun kinderen. Je krijgt als kind jarenlang waarden en normen voorgeschoteld op dat vlak. Maak je daar dan maar eens van los als je ouder bent. Natúúrlijk leidt dat tot onzekerheid, frustratie, en zo meer. ]

"Zo begrijp ik bijvoorbeeld dat het voor mannen gemiddeld genomen belangrijker is dat ze de gelegenheid krijgen om hun mannelijkheid te bewijzen. Toen ik dat doorhad begreep ik ook opeens waarom feminisme voor flink wat mannen zo bedreigend was.(...) Het wordt ook begrijpelijker waarom mannen de macht van vrouwen meer vrezen dan die van mannen."(89-90)

"We zoeken dus in de liefde naar een herhaling van die eerste magische ervaring. Waar zoeken mannen die? In meerderheid in de heteroseksualiteit. Daar hebben mannen gelijk in, want als het een beetje meezit vinden ze bij een vrouw iets terug van de geur, de zachtheid, de liefhebbende blik van eens, en kunnen ze zich geliefd en het middelpunt van de wereld wanen. De keerzijde van die begeerte is de angst voor de afhankelijkheid, want de almacht van de moeder wordt gevreesd, een vrouw kan je maken of breken. Mannen vrezen de macht van vrouwen meer dan vrouwen de macht van mannen vrezen, hoewel vrouwen objectief gezien meer reden hebben om bang te zijn voor mannen. Maar de vaders zijn in dit verhaal nog schimmig, en als het kind hen later leert kennen zijn ze al meer ‘reëel’. Wat kan een man doen om wel van vrouwen te krijgen wat hij zo graag wil, zonder dat ze de baas over hem worden? Hij kan een jongere partner kiezen waar hij door leeftijd, opleiding en inkomsten dominant over kan zijn. Hij kan leren splitsen tussen emoties en seks, tussen een moederlijke figuur en een erotisch object. Tussen vrouwen die hij vereert en vrouwen die hij begeert: madonna en hoer. Hij kan zich richten op meerdere vrouwen, zodat hij zich niet met huid en haar over hoeft te leveren aan één vrouw. Hij kan naast die ene vrouw die thuis voor hem zorgt vreemdgaan, en buiten de deur passie beleven die wel gevaarlijk genoeg is om spannend te zijn, maar die vrouw ook weer wegdoen als het te riskant wordt. De vermeende grotere promiscuïteit van mannen zou misschien veel minder te maken kunnen hebben met het idee dat mannen ‘van nature’ polygamer zijn, en meer een bijverschijnsel kunnen zijn van die eerste extreme en angstige afhankelijkheid van een vrouw." [mijn nadruk] (97)

[Dat is dus geklets vanuit psychoanalytische basisgedachten. Hetzelfde geldt over de vrouwenrol hierna.]

"Beetje hoog Mars-en-Venus-gehalte, dit verhaal? Ik geef het meteen toe. Laten we vooral oppassen dat we de theorie van Chodorow niet net zo rigide gaan gebruiken als de verklaring van al die zogenaamde wetenschappers die zo zeker weten dat gender is aangeboren. Er is veel kritiek op Chodorow geweest, onder andere omdat ze het heteroseksuele arrangement als norm zou hanteren, en omdat ze net als de dogmatici mannen en vrouwen vast zou leggen op een specifieke mannelijkheid of vrouwelijkheid." [mijn nadruk] (104)

[Die kritiek moet fundamenteler: namelijk dat een psychoanalytische verklaring al bij Freud principieelniet deugt. Dus ook niet bij Chodorow. Dus ook niet hier.]

"Chodorow beperkte zich in haar boek vooral tot die eerste band tussen moeder en kind. Maar in diezelfde stroming van feministisch psychoanalytisch denken hebben twee andere schrijfsters, Miriam Johnson en Susan Contratto, meer aandacht besteed aan de rol van de vader."(105)

[Het gaat niet om aandacht besteden aan. Het gaat om de toetsbaarheid van de beweringen die gedaan worden.]

"Dit dieptepsychologische denken, waarbij we al vroeg hebben geleerd – tegelijk met het ‘leren’ van mannelijkheid of vrouwelijkheid – om machtsverschillen ‘gewoon’ te vinden, zal nog terugkeren in de hoofdstukken over seksualiteit en over de verdeling van werk en zorg tussen de seksen. Ik heb veel gehad aan de inzichten van Chodorow. Bijvoorbeeld om te begrijpen waarom er een fikse kloof kan zijn tussen wat mensen denken dat ze denken, en wat ze vervolgens zullen doen."(109)

"Een man van wie het zelfgevoel minder afhankelijk is van wat anderen van hem vinden zal er geen probleem van maken als hij de was ophangt terwijl de buren kijken. De macho is de man die de softie binnenin probeert te verbergen."(113)

(114) 5 - Een lustpil voor vrouwen

"Het is nog steeds een beetje een gênant onderwerp, ook in deze tijd van seksuele vrijheid. Waar gaat het over? Hoort dit bij de werkelijke sekseverschillen, dat vrouwen minder makkelijk en minder vanzelfsprekend klaar kunnen komen dan mannen? Je zou het wel denken, als je de statistieken ziet: als je er een voetbalwedstrijd van maakt en het gemiddeld aantal orgasmes van mannen en vrouwen tegen elkaar afzet dan is het 3-1 voor de mannen. Hoe komt dat? Hebben mannen een groter libido, meer behoefte aan seks dan vrouwen? Hebben vrouwen, in doorsnee, gewoon minder zin? Moet er dan maar een libidopil voor vrouwen komen, net zoals er al Viagra is voor mannen?"(116)

"Maar meisjes moeten nu eenmaal hun best doen om uit te vinden hoe het er daar tussen hun benen echt uit ziet. Tenzij je de flexibele ruggengraat hebt van een kat hebben we daar een spiegeltje voor nodig. Het kan zijn dat er meisjes zijn die al vroeg ontdekken dat ze daar een lekker plekje hebben, maar als je zo opgevoed bent als ik, met het idee dat je daar beneden maar niet aan moet zitten, dan gebeurt dat niet zomaar. Meisjes worden voorgelicht over menstruatie en over waar de kindertjes vandaan komen, maar zelden over seksueel plezier. Hoe komen meisjes erachter dat ze een clitoris hebben, en dat dat de centrale is van seksueel genot? Zelden van hun ouders. En ook niet zo vaak door zelf op onderzoek uit te gaan, de helft van de meisjes masturbeert niet. (Ik heb het hier over een onderzoek bij Amerikaanse studenten.) Ze krijgen hun informatie op school, van vriendinnen, uit de media, uit bladen en boeken. Dertig procent van die vrouwelijke studenten kon op een tekening niet aangeven waar hun clitoris precies zat. De jongens deden het beter dan de meisjes, maar een kwart wist de clitoris niet te vinden. Die hadden hun informatie vaker uit de porno. Ook niet de meest betrouwbare bron als het gaat om vrouwelijke seksualiteit." [mijn nadruk] (118)

[Zo triest vind ik dat.]

"In die tijd gingen alle boeken over seks over hoe het hoorde, wat wij vrouwen hoorden te voelen, en hoorden te willen, en hoe ons lichaam hoorde te reageren. Niemand van de experts vroeg het ooit eens aan de vrouwen zelf. Jarenlang werden we doodgegooid met door mannen bedachte theorieën. Zoals Freud, die de clitoris beschouwde als een mannelijk orgaan, en een clitoraal orgasme dus als een mannelijke en dus foute manier om seks te beleven. Echte, rijpe vrouwen zouden in staat zijn om hun seksuele gevoel van de clitoris te verplaatsen naar de vagina."(120)

[Dat is die man die de psychoanalyse verzonnen heeft, Meulenbelt! En dit is slechts één voorbeeld van de onzin die Freud in de wereld heeft gezet.]

"Schrijfster Renate Dorrestein schreef dat het geen toeval was dat de clitoris pas eeuwen na Amerika werd ontdekt."(124)

[Ha, leuk. :-)]

"Maar toch: in de heteroseksuele werkelijkheid valt het nog steeds niet erg mee. Een voorbeeld: vrouwen doen nog steeds vaak alsof ze klaarkomen. (...) Ook blijken er in deze nieuwe eeuw nog steeds veel stellen waarbij de vrouw weinig zin heeft in seks omdat het zo vaak pijn doet."(127)

"Misschien heb ik met het verhaal tot nu toe de indruk gewekt dat seks alleen maar problematisch of teleurstellend is voor vrouwen. Dat is niet zo. Michael Kimmel, een schrijver die vele boeken heeft gewijd aan mannen, stelt dat het de ideeën zijn over mannelijkheid die het plezier van mannen in de weg kunnen staan. Wanneer mannen denken dat seks een terrein is waarop ze moeten presteren, en hun lichaam beschouwen als een machine die het ‘moet doen’, hebben ze ook vaker last van onzekerheid."(136)

"Veranderde er veel met de seksuele revolutie, die beide seksen meer vrijheid beloofde? Zoals elk huwelijk eigenlijk bestaat uit twee huwelijken, dat van hem en dat van haar, is de zogenaamde seksuele revolutie uit de jaren zestig en zeventig niet slechts één beweging. Wat er voor vrouwen veranderde was niet hetzelfde als wat er voor mannen veranderde. Vrouwen namen meer vrijheid dan voorheen, de term ‘voorechtelijk geslachtsverkeer’ verdween, het werd gewoon, ook voor vrouwen, om aan seks te doen zonder getrouwd te zijn. Het was niet meer zo’n schande om een ongehuwde moeder te worden. Sommige vrouwen kiezen ervoor, als ze de biologische klok horen tikken en geen geschikte partner hebben gevonden, om dan maar alleen kinderen te krijgen. Vrouwen namen de vrijheid om te onderzoeken of ze meer op vrouwen of op mannen vielen. Er is meer kennis dan voorheen over de eigen seksualiteit van vrouwen. Maar op één zaak hebben we ons verkeken: dat vrouwen wel veranderden, maar mannen veel minder. Dat wil zeggen: veel mannen stortten zich met genoegen op de nieuwe seksuele vrijheid, omdat het ze meer seks beloofde, met minder moeite. Precies wat ze wilden, want de mannenklacht in die tijd was vooral dat vrouwen de drempel zo hoog hielden: je moest van een vrouw werk maken, sommigen stonden er op pas met je naar bed te gaan als ze zeker waren van een vaste relatie, en dat was voor veel mannen die op zoek waren naar meer seks zeker niet altijd de bedoeling. Cynisch zei ik in die dagen: ‘De seksuele revolutie is de onze niet, het betekent voor mannen meer kut op de markt en dat goedkoper.’ En ik wordt daarin bijgevallen door schrijver Marcel Möring, die het ook recht voor zijn raap zegt: ‘Laten we eerlijk zijn, de seksuele revolutie was bijna uitsluitend gericht op de bevrijding van de man – de kerels van de jaren zestig hebben erop los geneukt en de vrouwen dachten dat het hoorde omdat het politiek correct was zo te denken.’"(145)

(149) 6 - Het lieve lijf

"Dit was een constatering waar we het nog steeds niet graag over hebben: hoeveel privileges vrouwen hebben die overkomen als standaard ‘mooi’ dan wel seksueel aantrekkelijk. Hoewel die privileges ook weer een andere kant hebben. Het was in zekere zin een opluchting om van erkend mooie vrouwen te horen dat die aantrekkingskracht ook een keerzijde heeft: hoe vaak hadden zij niet de ervaring dat een man wel op hen viel, maar vaak niet verder keek dan naar die aantrekkelijke verpakking? Van seksueel aantrekkelijke vrouwen wordt nog steeds maar zelden aangenomen dat ze misschien ook nog een intellect hebben, alsof er maar twee polen zijn: sexy en dom, of intellectueel en onaantrekkelijk." [mijn nadruk] (151)

[Helemaal waar.]

De invloed van de (beeldvorming in de) media. En van de cosmetische industrie.

"De mythe van het maakbare lijf verhoogt de norm waar we aan horen te voldoen. Ook dit is nieuw: het laatste deel van ons lichaam dat in mijn tijd nog puur natuur mocht zijn, ons geslacht, hoort nu onthaart te worden, en soms ook door de chirurg strakgetrokken en bijgesneden, tot je niets overhoudt dan een standaard designerkut."(156)

"Overigens zijn er ook mannen die de trend tot steeds verdergaande lichaamsverzorging overnemen.(...) Want dit is het probleem, begrijp ik: nu steeds meer vrouwen zich scheren en waxen, willen ze hun minnaars ook liever haarloos ‘down there’."(158)

[Wat een ongezonde attitudes van alle kanten, vreselijk.]

"De slogan destijds was om je niets aan te trekken van die lichaamsdictatuur en dunheidsterreur, maar dat blijkt moeilijk. Hoe meer we worden blootgesteld aan beelden in reclame en bladen, hoe vaker we kijken naar de makeover shows op de tv, hoe ongelukkiger we worden over ons eigen lijf."(159)

"Zo werkt de nieuwe norm: als je ontevreden bent over je rimpels of over de grootte van je borsten, dan kun je daar wat aan laten doen. Dat is de individuele vrijheid. Maar tegelijkertijd leidt de optelsom van al die individuele keuzes tot een verschuivende schoonheidsnorm: het beeld wordt steeds homogener. Die vrijheid, zegt Sunny, is in feite een vorm van gevangenschap. Want als uitzondering ben je niet normaal, en dat leidt tot schaamte."(162)

"Het valt misschien mee als je voldoende moeite hebt genomen om lichamelijk fit te blijven en niet een veel te groot deel van je leven zittend achter de computer doorbrengt omdat je denkt dat je zo nodig boeken moet schrijven, maar het valt niet te ontkennen: het lichaam wordt ouder."(168)

[Haha, zeer herkenbaar.]

"Het kan zijn dat het gênant wordt gevonden om het er over te hebben, maar het is opvallend dat we wel een term hebben (sinds de tweede golf) voor seksisme, discriminatie en vooroordelen op grond van gender, en niet over hetzelfde fenomeen waar het gaat over leeftijd. Ageism, heet het in de VS. Leeftijdsdiscriminatie kun je het noemen. En het bestaat."(168)

[Volgt een mooi vervolg over ouder worden. Het is vooral gericht op vrouwen uiteraard, maar ook dat verhaal is erg herkenbaar. Het is voor mannen anders, maar ook weer niet zó anders. ]

(177) 7 - Over hokjes en walletjes

"In onze cultuur hebben twijfelgevallen geen plaats, en er wordt dus met een baby waarbij de sekse niet eenduidig is meteen van alles aan gedaan om iemand veilig in een van de twee hokjes man-of-vrouw te kunnen stoppen: operaties, hormonen. Soms met het gevolg dat iemand op latere leeftijd het gevoel heeft verkeerd te zijn ingedeeld. Er zijn andere culturen waar men niet zo moeilijk doet over wat wij nu transseksuelen of transgenders noemen."(180)

"Er zijn ook mensen bij wie de geslachtstoekenning helemaal eenduidig is, alles in orde, hormonen, chromosomen, genitaliën, maar voor wie de seksetoekenning als oneigenlijk wordt ervaren. Dat zijn de mensen die we transseksuelen noemen."(182)

"Maar de werkelijke vraag gaat nog een stap verder: waarvoor is het eigenlijk nodig dat we in onze paspoorten hebben staan of we man of vrouw zijn, wie gaat dat eigenlijk wat aan?"(190)

[Ik weet ook niet hoe dat ontstaan is. Wat was het nut ervan? Er moet toch een reden geweest zijn. Al die tegenstellingen / indelingen / etiketten die gehanteerd worden helpen inderdaad niet erg voor veel mensen die afwijken van de standaard normen. Van de andere kant: bij de meerderheid van de mensen is dat allemaal geen probleem, ik vind niet dat we dat moeten ontkennen omdat er een minderheid is met variaties. Wel moet de meerderheid anders leren omgaan met de minderheden, met de afwijkers, met de variaties.]

"Ook homo’s zijn net mensen, met heel veel onderlinge diversiteit, en zo ziet het er naar uit dat er ook homomannen zijn die nu juist heel erg hoog scoren op de mannelijkheidsladder: zij hebben bijvoorbeeld vaker seks om de seks en meer verschillende partners dan hun heterobroeders. En veel lesbische vrouwen blijken nu juist geweldige aanhangers van de monogamiegedachte en die ene liefde van je leven, dat wat de onderzoekers als typisch vrouwelijk willen zien. Homoseksuele mannen kunnen tegelijkertijd ook nog typisch vrouwelijk zijn in hun angst niet meer aantrekkelijk te zijn als ze ouder worden, en daarin weer op vrouwen lijken."(207)

"Het zal duidelijk zijn: ik wil het liefst van alle hokjes en walletjes en etiketten af. Zoals Petra De Sutter ook zegt: ik ben nu vrouw. Niet een transvrouw, vróúw. Maar toch schrijft ze erover, vertelt haar verhaal, licht voor, legt uit. Als samenleving heb je woorden nodig om iemand te kunnen benoemen die problemen heeft, of heeft gehad, met zijn of haar gender. Met zijn of haar seksualiteit. ‘Al was het maar om te kunnen vechten voor de rechten en vrijheden van een groep mensen die in vele landen nog met echte haatcampagnes krijgt af te rekenen,’ zegt ze, en daar sluit ik me graag bij aan."(218)

(219) 8 - Moeilijke mannelijkheid

[Dit hoofdstuk start met een mooie kritiek op een vrouw die zei "een echte man" te willen en die de feministes verweet mannen om te toveren tot halfzachte watjes.]

"Je had de radicaalfeministes voor wie het verhaal daar ook ophield. Dat waren de vrouwen voor wie mannen en mannelijkheid zo samenvielen dat ze niet het idee hadden dat er achter het mannelijkheidsschild nog iemand zat die net zo kwetsbaar was als zijzelf, net zo onzeker, met net zo veel behoefte aan veiligheid en liefde. Het grappige is dat radicaalfeministes het daarbij in wezen aardig eens waren met de meest conservatieve mannen die vinden dat mannen en vrouwen essentieel en van nature van elkaar verschillen, en dat, zoals Kinneging zegt, er uiteindelijk maar één kapitein op een schip kan zijn, namelijk hij. Exact, zo zijn mannen, zeiden de radicaalfeministen, en dat was een goede reden om daar niets mee te maken te willen hebben." [mijn nadruk] (226)

"Terwijl dit intussen duidelijk mag zijn: er is een grens tot waar vrouwen kunnen emanciperen als er niets gebeurt met mannen. Dat geldt in de wereld van de arbeid, waar mannen die dwangmatig de baas moeten blijven geen ruimte maken voor vrouwen, dat geldt in ons privéleven voor zover we dat delen met mannen, waar het nog steeds heel erg moeilijk blijkt om werk en zorg eerlijk te verdelen. We hebben er dus belang bij om ons met mannen en mannelijkheid te bemoeien."(228)

"Wat ik alleen niet begreep: waarom hielden die mannen niet gewoon op met al die dwangmatige concurrentie, al dat holle machtsvertoon, wat hadden ze aan geweld als je daar je belangrijkste relatie mee kapotmaakte? Het is een vraag waar ik nog geen volledig antwoord op heb, maar die me wel lange tijd heeft bezig gehouden."(229)

"We denken over mannelijkheid als een vaststaand ding, zegt Michael Kimmel. Kimmel is een voorloper in de mannenemancipatie, hij heeft een plank vol belangrijke boeken over mannen en mannelijkheid geschreven en is voor mij een grote inspiratiebron. Mannelijkheid is niet een eigenschap die je hebt of niet hebt, zegt hij. We denken over mannelijkheid vaak alsof dat een natuurlijke, biologische eigenschap is van mannen, gekoppeld aan het hebben van een penis, gevolg van mannelijke hormonen en een mannelijk brein. Die mannelijkheid zou ahistorisch zijn: mannen zouden in wezen nog steeds dezelfde mannen zijn als tweeduizend jaar geleden. Nog steeds jagers. Dat klopt niet met de werkelijkheid, zegt Kimmel. Mannelijkheid is een voortdurend veranderende verzameling aan betekenissen. Mannen geven betekenis aan hun manzijn in relatie met anderen, en in wisselwerking met de wereld. Mannelijkheid is niet statisch, niet tijdloos, niet ahistorisch. Mannelijkheid komt niet als vanzelf bovendrijven uit een innerlijke ‘essentie’. Mannelijkheden worden gevormd binnen specifieke culturen. En wat die mannelijkheden inhouden wordt vrijwel altijd afgezet tegen de ‘anderen’, tegen vrouwen vooral, maar soms ook tegenover etnische minderheden of mannen met een andere seksuele leefstijl."(232)

"Dit is de fascinerende tegenstelling in het denken over ware mannelijkheid: dat het aan de ene kant wordt gezien als natuurlijk, aangeboren, onveranderlijk, terwijl het tegelijkertijd wordt gezien als hard werken. ‘Being a man is the continuing battle of one’s life’ schreef macho schrijver Norman Mailer. Lees het boek van Dylan van Rijsbergen, Het onbehagen van de man, over de prijs van mannenmacht. ‘Mannenmacht is niet gratis’ zegt hij, en het zijn niet alleen vrouwen die er door lijden in een traditioneel rolpatroon waarin ze geacht worden zich te onderwerpen. Mannen krijgen een enorme verantwoordelijkheid in dat patroon, ze horen als kostwinner een volle baan te hebben, ze dienen het inkomen thuis te brengen voor het gezin, terwijl ze zelf hun kinderen maar weinig te zien krijgen. Mannelijkheid is bovendien competitief, je wordt steeds maar weer afgerekend op hoe sterk je in je schoenen staat. Het betekent angst om te falen. Het betekent onzekerheid over de altijd kwetsbare mannelijke identiteit maskeren, ook voor zichzelf. Het betekent emoties te onderdrukken en op te kroppen."(236)

"Ik zei het al: een kernconflict in al te rigide mannelijkheid is ontkende afhankelijkheid. Ik zal dat illustreren met twee voorbeelden, een over tamelijk mislukte mannen, een over een heel succesvolle."(245)

"Juist voor mannen met een laag gevoel van eigenwaarde, gecombineerd met een onverschillige, stoere presentatie, met maatschappelijk gezien weinig om trots op te zijn, werd hen op het moment dat hun vrouw hen liet zitten, vaak met medeneming van de kinderen, ook nog ontnomen dat ze tenminste een normale man waren met een vrouw thuis. En wat veel mannen niet verdroegen is dat ze op het moment dat ze werden verlaten soms voor het eerst onder ogen moesten zien hoe afhankelijk ze van haar waren."(246)

"Ik noem dat dus ontkende afhankelijkheid. Naarmate vrouwen meer onafhankelijkheid tonen, wordt het voor zulke mannen moeilijker te ontkennen dat hij het eigenlijk zelf is die vrouwen nodig heeft om zich een echte man te kunnen voelen. Voor een machoman des te ongemakkelijker omdat afhankelijkheid van vrouwen haaks staat op zijn eigen mannelijkheidsbeeld. Een echte man heeft vrouwen niet nodig, behalve voor de seks, nee, zij moet hém nodig hebben. Vandaar de boosheid, als vrouwen het spel niet meer meespelen, en niet langer, zoals Virginia Woolf dat zei: het ego van mannen op twee keer de ware grootte weerspiegelen.(250)"

"Het is interessant om na te gaan waar deze backlash tegen vrouwenemancipatie vandaan komt, waarom nu? Dit is een historisch gegeven: elke stap voorwaarts die vrouwen als groep maken, elke beweging richting meer gelijkheid, gaat gepaard met ketelmuziek over de nakende ondergang van de mannen."(252)

[Een goed verhaal, maar op een of andere manier ook vreemd. Die kritiek op mannen is terecht, maar de kritiek op vrouwen die een 'echte man' willen - als die vrouw waarmee het hoofdstuk begint - wordt hier verder niet uitgewerkt. Ik denk dat er ontzettend veel vrouwen zijn die mannen graag in die bekritiseerde mannenrol houden. Al is het maar omdat ze hun identiteit ontlenen aan dat gegeven dat die mannen ondanks al hun poeha afhankelijk van hen zijn. Of omgekeerd: ik denk dat er ontzettend veel vrouwen zijn die erg veel moeite hebben met 'gevoelige mannen' en die niet graag zien dat mannen zich gaan bemoeien met 'vrouwelijke' zaken als het opvoeden van de kinderen en zo meer. Ik zou wel eens cijfers willen zien op dat punt, maar ik weet niet of dat allemaal onderzocht is. Lilian Rubin's Intieme vreemden had het vroeger al over dat soort dingen, geloof ik.]

(269) 9 - Ode aan het vaderschap

"Het ideaal van de zorgende vader verspreidt zich sneller dan de werkelijkheid. Toch zijn er ook mensen die zich hevig zorgen maken over die nieuwe vaders: of ze niet te veel moederen, en of ze nog wel echte mannen zijn."(271)

"Als het goed gaat ontstaat er co-ouderschap, waarbij een kind de helft van de tijd bij de ene of bij de andere ouder woont. En vaak gaat het goed. Maar niet altijd. Er zijn vaders die het af laten weten."(274)

[Wat betekent dat eigenlijk? Dat kan van alles betekenen. Er zijn ook moeders die het laten afweten. Er zijn veel manieren om het af te laten weten. Bijvoorbeeld door de vader buiten de deur te houden, door je de opvoeding toe te eigenen omdat je als vrouw denkt dat een moeder dat beter kan, niet overleggen met je ex maar wel van alles verwachten, niet informeren van je ex, etc., etc. En waarom gaat het hierna over dat de 'afwezigheid van de vader' op zich geen probleem is en niet over 'de afwezigheid va de moeder'? ]

"De auteurs die ik hier citeer gaan allemaal uit van een ‘essentialistisch’ idee over gender. Vaders zijn van nature andere persoonlijkheden en dus andere opvoeders dan moeders. En waar de mannelijkheid van vaders onder de zachte dwang van moderne moeders aan het veranderen is, is vooral de schade voor de jongens groot. Maar waar zijn die veronderstellingen feitelijk op gebaseerd?"(285)

[Ik denk dat die psychoanalytische opvattingen die overal aanwezig lijken te zijn een heel grote rol spelen in dit soort onzin. Daarom zou ik Meulenbelt graag kritischer zien tegenover die psychoanalyse. ]

"‘Jongens mogen weer jongens zijn. En dat is hard nodig, want de kleine mannen staan op achterstand,’ lezen we in NRC. ‘Alleen een man kon mijn zoon kalmeren’ schrijft moeder Wendy Schouten, die een zoontje had dat als peuter al hinderlijke leeftijdsgenoten genadeloos tegen de vlakte sloeg (haar eigen woorden) en die niet gevoelig bleek voor pedagogisch ingrijpen van de juf. Maar gelukkig was er toen een meester die haar zoon tot de orde kon roepen. We hebben er veel over kunnen lezen in de media: er is een jongensprobleem in het onderwijs. Jongens doen het tegenwoordig slecht op school. Ze presteren slechter dan de meisjes, ze blijven vaker zitten, ze stromen minder vaak door naar het vwo, ze verlaten de school vroegtijdig. Ze hebben vaker leer- en gedragsproblemen, en komen daardoor vaker terecht in het bijzonder onderwijs. En dat zou voornamelijk komen doordat er bijna geen mannen meer voor de klas staan. Daardoor hebben de jongens geen rolmodel. Bovendien zijn jongens anders, hun hersens rijpen langzamer, ze kunnen niet zo lang stilzitten als de meisjes, ze willen stoeien en donderjagen. En daar hebben al die juffen natuurlijk geen begrip voor, die houden van orde en gehoorzaamheid, ze houden van brave meisjes. En dus ontwikkelen de jongens al vroegtijdig een hekel aan school en doen niet meer hun best."(287)

[Allemaal onzin. De media en dus ook ouders zitten vol met - vaak ook nog eens Amerikaanse - opvattingen van evolutionaire biologen en evolutionaire psychologen. ]

"De stelling dat het de feminisering van het onderwijs is die jongens de das omdoet is niet bewezen. Integendeel: juist in het hoger onderwijs, waarin jongens het slechter doen, geven relatief veel mannen les."(288)

"De aandacht zou dus meer moeten komen te liggen bij de opvoeding van de kinderen, al voor ze naar school gaan. Jongens worden over het algemeen al minder aangepakt op lastig gedrag als ze klein zijn, als ouders denken dat jongens nu eenmaal zo zijn. Als een meisje haar speelgoed niet deelt krijgt ze daar eerder kritiek op. Daarbij maken vaders meer onderscheid tussen jongens en meisjes dan moeders. Vaders maken zich – in doorsnee – vaker zorgen dat hun zoons niet opgroeien als echte mannen en reageren afkeurend op ‘meisjesachtig’ gedrag van zoons." [mijn nadruk] (292)

[Ik weet niet waar Meulenbelt dat laatste vandaan haalt. In mijn eigen ervaring zijn het steeds vrouwen die 'jongens zijn nu eenmaal jongens en meisjes meisjes' als insteek hebben en hun zoontjes nooit corrigeren op wild en druk en agressief gedrag.]

"Dit is de conclusie. Hebben kinderen hun biologische vader nodig? Nee. Niet per se. Wat kinderen nodig hebben is mensen die van ze houden en voor ze zorgen, mensen met wie ze een band aan kunnen gaan. Wat ze nodig hebben is stabiliteit. Een overzichtelijk aantal mensen van wie ze op aan kunnen." [mijn nadruk] (294)

[Bevooroordeelde conclusie. Hetzelfde verhaal kun je houden voor de biologische moeder. Denk terug aan de tijd dat vrouwn vaak in het kraambed stierven. Denk aan het afstaan van kinderen bij een ongewenste zwangerschap en aan adoptie En nog veel meer. Ik vind trouwens al decennia dat het hele idee 'biologische ouders' zwaar overschat wordt.]

"Die backlash zien we elke keer weer terugkomen wanneer mannen zich bedreigd voelen in hun bestaan, en het de vrouwen in hun ogen te goed gaat. Die backlash gaat bijna altijd gepaard met een paar elementen: het uitroepen van een ‘mannencrisis’, het feminisme de schuld geven van de dreigende ondergang van de echte man, en een grote populariteit van theorieën die de biologische oorsprong benadrukken van de ‘natuurlijke’ eigenschappen van mannen en vrouwen. Deze genderpaniek kunnen we de laatste tijd weer in volle glorie volgen in de media, alsof het feminisme de oorlog al heeft gewonnen, overbodige mannen die hun zaad al hebben gestort en weigeren om af te wassen eruit knikkert, dan wel als verwende prinsesjes hun mannen voor zich laten werken terwijl ze zelf met een glaasje prosecco met hun kindjes even een terrasje pakken." [mijn nadruk] (298)

[Die koppeling naar biologische theorieën vind ik bijzonder interessant. ]

"Mannen die tegenwoordig hun ouderschap serieus nemen, soms parttime, samen met een partner, of fulltime als thuisblijvende vader, al of niet vrijwillig of door de omstandigheden, krijgen te maken met tegenstrijdige ervaringen."(308)

"Aan de andere kant doen vaders de ervaring op dat de wereld van het kleine kind inderdaad nog grotendeels een vrouwenwereld is."(309)

[Meulenbelt vergeet er bij te zeggen dat het vaak vrouwen zijn die de beschreven reacties hebben bij mannen die voor hun kinderen zorgen. Er zit vaak enorm veel arrogantie in die reacties. Alsof elke vrouw 'van nature' beter in staat is voor kinderen te zorgen dan mannen.]

"Willen we echt dat vaders de kans krijgen om hun ouderschap serieus in te vullen, dan zal er nog veel moeten veranderen. Moeders zullen een deel van de regie moeten afstaan, en niet moeten controleren of papa het kind wel de juiste kleertjes heeft aangetrokken."(310)

[Bijvoorbeeld. ]

(312) 10 - Eerlijk delen

"De ‘mamaoorlogen’ gaan over de vraag welke keuzes vrouwen maken die proberen om betaald werk en gezin te combineren, en kenmerkend is dat het daarbij vooral vrouwen zijn die elkaar in de haren vliegen over wie er de juiste keuzes maken."(315)

"Dit zijn de feiten. In 1965 vond 85 procent van de bevolking het bezwaarlijk als een gehuwde vrouw met kinderen buitenshuis werkte. Het was normaal dat je je werk opgaf als je trouwde, of op z’n laatst als je kinderen kreeg. Dat was de norm, maar uiteraard voor veel vrouwen niet de werkelijkheid. Er waren alleenstaande moeders die niet konden delen in het salaris van een man, er waren mannen die niet voldoende verdienden om een gezin van te onderhouden, en vrouwen die dus uit nood ook werkten. De norm van de thuisblijvende moeder is typisch een middenklassenverschijnsel, want door de geschiedenis heen kon een groot deel van de bevolking zich helemaal geen thuisblijvende vrouw veroorloven. Er heeft op het vlak van betaald werk voor vrouwen en ware revolutie plaatsgevonden. Nog maar 30 procent van de vrouwen met jonge kinderen werkt níét buitenshuis. Bijna driekwart heeft betaald werk. Alleen, de meeste vrouwen met kinderen werken parttime. Anders dan het grootste deel van de vaders van die kinderen, die heel vaak een volle baan hebben en soms zelfs bij de komst van de kinderen meer zijn gaan werken. Zeker als moeder minder gaat werken en er toch iemand moet zorgen voor voldoende brood op de plank. Zodoende is de revolutie die heeft plaatsgevonden niet zozeer een eerlijker verdeling van betaald en onbetaald werk tussen mannen en vrouwen, maar heeft de grootste verschuiving plaatsgevonden tussen vrouwen onderling. Ze zijn er wel, de mannen die de consequenties trekken uit het vaderschap door minder te gaan werken, maar het is nog steeds een minderheid." [mijn nadruk] (318)

"Kortom, de man die vindt dat vrouwen niet zo moeten zeuren heeft wel een punt: mannen hebben het ook niet makkelijk. Er zijn mannen die dat door hebben en die ook hebben begrepen dat hun leven er evenwichtiger van wordt als ze meer delen met hun partner. Vaders besteden gemiddeld meer tijd aan hun kinderen dan vroeger. Ze doen ook wel wat meer in het huishouden. Maar statistisch gezien zijn stellen waarbij de taken werkelijk eerlijk zijn verdeeld nog steeds een minderheid." [mijn nadruk] (322)

"Dit is het interessante: Mees en Drayer, die beiden vinden dat vrouwen meer moeten werken, zien zichzelf als feministes, en ook nog als het betere soort feministes, of zelfs als het enige soort feministes, maar één zaak blijft in hun publicaties geheel buiten beschouwing: mannen. Zowel Mees als Drayer richten al hun furie op andere vrouwen en laten de mannen ermee wegkomen. Waarmee de vraag hoe je werk en gezin combineert een zaak blijft van vrouwen, en van ruzies van vrouwen onderling. Het ‘juiste’ feminisme wordt zo een manier om andere vrouwen mee om te oren te slaan. Ik heb zo het idee dat mannen dat prima vinden; laten de dames het onderling maar uitvechten."(338)

[Nou, dat lijkt me een wat gemakkelijke opvatting over in ieder geval Drayer die ik ook las. Meulenbelt en Drayer kunnen niet goed door één deur, zo blijkt.]

"Het verhaal is nog niet rond. Want dit is een nog niet beantwoorde vraag: hoe komt het dat we aan de ene kant vinden dat het normaal is, en gewenst, om betaald en onbetaald werk eerlijk te delen, en het er aan de andere kant in de praktijk zo vaak niet echt van komt? Zou dat dan toch de aard van het beestje zijn: vrouwen die minder ambitieus zijn en graag zorgen, en mannen die werk nu eenmaal zien als het belangrijkste wat ze kunnen doen, en zich toch onthand voelen als ze echt voor die kinderen moeten gaan zorgen? Ik zal er nog een hoofdstuk aan wijden. Maar dit zijn alvast de conclusies."(346)

(347) 11 - Wie is de baas?

"Het is interessant hoe moeilijk we het vinden om helderheid te krijgen over wat macht is in intieme relaties. Maar het is een belangrijk onderwerp als we willen begrijpen waarom het zo moeilijk is om aan eerlijk delen toe te komen, als het gaat om werk en zorg, ondanks het feit dat we het er tamelijk over eens zijn dat dat is wat we tegenwoordig willen."(348)

"Het is duidelijk dat mannen in doorsnee vaker gebruik maken van manifeste macht, terwijl vrouwen vaker hun wensen inslikken. De vraag is dus hoe het komt dat vrouwen vaker de verliezers zijn in de moderne onderhandelingshuishoudingen."(359)

"Dit mag intussen duidelijk zijn: hoe mannen en vrouwen denken over het huwelijk en hun eigen plaats daarin, hangt niet zozeer af van de biologie, maar van gender. Anders gezegd: hoe ze denken over mannelijkheid en vrouwelijkheid. Dat verschilt niet alleen per sekse, het verschilt ook naar klasse en naar cultuur."(366)

"En tellen we deze twee perspectieven bij elkaar op, dan zien we, nog zonder dat er een klap of een boos woord is gevallen, twee mensen die in principe een aardige relatie willen hebben, die alle twee voor de ander het beste wensen en die alle twee niet krijgen wat ze hebben willen. Hij zit met een stiekem ontevreden vrouw, terwijl hij waarschijnlijk echt graag een goede minnaar zou willen zijn. Zij zit met een man die ze maar zijn zin geeft omdat ze rekening houdt met zijn kwetsbare ego. Beetje geven, beetje nemen, oké, maar dit is niet hun ideaalbeeld van hoe een huwelijk in werkelijkheid zou moeten zijn. Voor werkelijk grotere gelijkheid en meer tevredenheid aan beide zijden zitten bij beiden hun genderbeelden in de weg."(373)

(374) 12 - Wat weten feministen van de liefde?

"Zo hoort dat. Zo heeft het altijd gehoord. Vrouwen leven voor de liefde. Mannen hebben belangrijker dingen aan hun hoofd. En eens zullen we dat begrijpen."(375)

"Liefde, althans de heteroliefde, en feminisme zijn in de realiteit van onze levens niet altijd zo makkelijk bij elkaar op te tellen. En hoewel we het er onderling veel over hadden, is er heel weinig theorievorming over liefde tussen man en vrouw en feminisme te vinden."(378)

"Twee redenen zijn er dat de liefde in het denken over feminisme een beetje ondergronds is geraakt. In de eerste plaats gaat liefde altijd ook over overgave, over afhankelijkheid. En dat lijkt haaks te staan op het feministische ideaal van de autonomie, van de zelfstandigheid. In de tweede plaats hebben vrouwen goede redenen om wantrouwig te zijn: historisch gezien kregen vrouwen in de heteroseksuele liefde praktisch altijd een slechtere deal dan mannen. De liefde die voor een vrouw toegestaan was, was meestal verpakt in een package deal waarmee ze de zeggenschap over een groot deel van haar leven in handen gaf van haar man."(378)

"Het streven naar gelijkwaardigheid in de liefde is niet nieuw. Maar wie in de geschiedenis op zoek gaat naar sterke vrouwen die die gelijkwaardigheid in een relatie met een man ook vonden, komt er achter dat dat zelden lukte. In Casablanca haalde ik veel verhalen aan over getalenteerde vrouwen, hartstochtelijke vrouwen ook, die hoopten op echte, dus wederzijdse liefde: Alma Mahler, Clara Schumann, Belle van Zuylen, George Sand, Margaret Mead, Marina Tsvetayeva, Emma Goldman, Maria Callas, Romy Schneider. En zo vaak kwam het neer op een pijnlijke keuze: wilde je je eigen werk serieus nemen, dan was het onwaarschijnlijk dat je een mannelijke partner vond die bereid was om je die ruimte te geven en je erbij te ondersteunen – zoals vrouwen dat wel de hele geschiedenis door voor mannen deden. Of je koos ervoor om zonder man te leven." [mijn nadruk] (380)

[Ik hou niet van die term 'sterke vrouwen'. ]

"Hebben feministes de liefde er aan gegeven? Sommigen wel. Een beetje waar is het wel, als de anti-feministen beweren dat feministes het niet meer over de liefde hebben. De liefde, zei Shulamith Firestone al in 1970, is onze onderbuik, onze zwakke plek. Want autonomie, zelfstandigheid, dat kun je in je eentje wel voor elkaar krijgen. We kunnen vrijer over onze seksualiteit denken, experimenteren met soloseks en seks zonder binding, maar op het moment dat we die seks met een ander willen beleven is er sprake van een relatie met iemand die jou ook moet willen. En dan is het de vraag hoe het gaat met je nieuw verworven autonomie. Liefde impliceert per definitie wederzijdse afhankelijkheid. En hoe balanceren we die twee behoeften, aan gebondenheid en aan zelfstandigheid, als we als vrouw liefde zoeken bij een man?"(382)

[Da is inderdaad het probleem. En dat geldt ook voor mannen die gelijkwaardige relaties zoeken.]

(405) 13 - Niet slaan

"In de vrouwenbeweging van de jaren zeventig en tachtig was de aandacht in het begin vooral gericht op vrouwen, de slachtoffers van geweld."(407)

"In 1992 verscheen het boek van Renée Römkens, Gewoon geweld?, het verslag van het eerste grote wetenschappelijk onderzoek naar geweld tegen vrouwen. Het bleek veel erger dan we als feministes zelf aanvankelijk hadden gedacht. En het onderzoek stuitte in die tijd op veel ongeloof. Zeker toen ook het onderzoek van Nel Draijer verscheen, over seksueel misbruik van meisjes door verwanten. Inmiddels weten we dat ook jongens slachtoffer kunnen zijn van seksueel misbruik, en dat er ook mannen zijn die mishandeld worden door een partner. Wel is bekend dat dat minder vaak gebeurt en ook meestal minder ernstig is. Geweld in intieme relaties (vaak wat ongepast ‘huiselijk geweld’ genaamd) is voornamelijk een mannenprobleem."(408)

"Achteraf vroeg ze [Anke Laterveer] zich af waarom ze niet adequater had gereageerd. Maar in paniek kon ze niet meer nadenken. Het hoort bij de normale reacties op traumatische gebeurtenissen, je hebt drie reacties: vechten, vluchten of bevriezen. Veel heb je daar zelf niet over te zeggen, de meeste mensen reageren instinctief, als een dier in nood. Anke durfde de eerste dagen erna niet alleen thuis te zijn. Gelukkig had ze vrienden die zich om haar bekommerden. Wat haar vooral dwars zit was de reactie toen ze aangifte ging doen. Er werd haar onder andere gezegd: ‘Maar wat verwacht je als je een man binnenlaat?’ Van huisvredebreuk was geen sprake, ze had tenslotte zelf de deur voor hem opengedaan. Ze kon niets tegen haar aanrander beginnen. Die het ongetwijfeld bij andere vrouwen ook zal proberen." [mijn nadruk] (411)

[Ik heb het verhaal van Laterveer elders gelezen. Ik vind dat er wel wat kritischer op gereageerd mag worden. Vrouwen zijn al te vaak onterecht kritiekloos naar andere vrouwen. Dat die aanrandende man fout zit is duidelijk. Maar Meulenbelt - die zo kritisch is op allerlei biologische verklaringen voor dat mannen en vrouwen 'van nature' dit en dat - komt hier zelf met biologische theorietjes dat mensen onder dreiging alleen maar kunnen 'vechten, vluchten of bevriezen' 'instinctief als een dier in nood'. Je kunt wel degelijk terecht vragen: Waarom liet je hem dan binnen? Waarom vluchtte je niet de deur uit om buiten de politie te bellen? Waarom bevriezen en paniek in plaats van assertief en boos? En natuurlijk kon de politie niets met haar aangifte. Mischien hadden de personen die ze sprak vriendelijker kunnen zijn of meer begrip kunnen hebben, maar met de aangifte als zodanig hadden die politiefunctionarissen ook dan niets gekund. Dat heeft niets te maken met iemand niet serieus nemen. Er zijn wettelijke regels, er moet iets bewezen kunnen worden, iemands woord is niet genoeg.]

"Dit weten we dus: geweld tegen vrouwen komt wereldwijd schrikbarend veel voor. De kans is het grootst in samenlevingen waar vrouwen worden gezien als ondergeschikt aan mannen, en dat zijn dus patriarchale en traditionele maatschappijen."(420)

[Maar Westerse landen vallen daar net zo goed onder. Gewelddadig gedrag is zo'n beetje het grootste universele probleem. De rol van mannen daarin is ontstellend, in combinatie met religie, politiek, macht, etc. Maar veel vrouwen accepteren te veel op dat vlak, staan aan de zijlijn te juichen als mannen stoer lopen te doen, zoeken naar 'sterke schouders', willen - zie het vorige hoofdstuk - alleen iets met 'echte mannen'. Die hele rollenverdeling tussen mannen en vrouwen is totaal verziekt.]

"Niet alle mannen gebruiken geweld, niet alle mannen dwingen seks af. De meeste mannen niet. Het is dus de moeite waard om meer te weten te komen over welke mannen geneigd zijn tot geweld, en waarom. Geweld is de manier waarop mannen macht uit kunnen oefenen."(421)

[Ja, maar nu gaat er iets fout in het verhaal. Meulenbelt komt weer met Chodorow en dus met de psychoanalyse aanzetten om geweld van mannen te verklaren. Dat individualiseert teveel. Met als gevolg dat er geen helder verschil beschreven wordt tussen mannen die in de context van oorlogen en zo geweld plegen en mannen die huiselijk geweld plegen. Je hebt niet altijd voor het zeggen wat je als man wel en niet kunt doen. Het probleem zit dan ook veel dieper, heeft te maken met ideologische en politieke machtsstructuren (religies, staatsvormen, opvoeding en onderwijs, media), met de sociaal-economische inrichting van een samenleving (kapitalisme, neoliberalisme, conservatisme), en zo verder. En los dat dan maar eens op. Seksueel geweld alleen maar zien als een mannenprobleem is veel te simpel.]

[Wat me ook stoort is dat er geen definitie van geweld gegeven wordt. De titel van het hoofdstuk is 'Niet slaan'. Alsof geweld gedefinieerd wordt door fysieke daden. Wat hoort er allemaal bij 'geweld'? Alleen slaan? Of ook treiteren, afzeiken, het bloed onder de nagels vandaan halen, pesten, negeren, een kind in een kast opsluiten, als ouders veel te veel verwachten van kinderen, en zo verder? Slaan suggereert geweld van mannen, maar de dingen die ik noem vind je net zo goed bij vrouwen. Is dat dan minder erg? Is iemand fysiek slaan erger dan iemand psychisch / emotioneel terroriseren? De discussie moet breder getrokken worden, vind ik.]

(440) 14 - Welke kleur heeft feminisme?

"De woorden van Rich en Lorde hielpen me te begrijpen wat er gebeurde in de jaren zeventig, toen de eerste barsten verschenen in het voor mij zo idyllisch begonnen ‘wij vrouwen’. Er splitsten zich vrouwen af, die hun eigen groepen begonnen, lesbische vrouwen, zwarte vrouwen, zwarte lesbische vrouwen. Waar bleef het grote ‘wij’?"(441)

"Het was zo’n moment dat iedereen met een schok besefte hoe verschillend we reageren op dezelfde gebeurtenis, niet alleen omdat je een andere mening kunt hebben, maar omdat je blik wordt gevormd door je achtergrond, door waar je vandaan komt, wie jouw mensen zijn, wie je bedoelt als je ‘wij’ zegt. Wat Adrienne Rich ‘een politiek van plaats’ noemt – het besef dat je altijd reageert vanuit je eigen, vaak onbenoemde positie. En hoe belangrijk het is om te weten wat die plaats is en door welke ervaringen je blik is ingekleurd." [mijn nadruk] (443)

"Tegenwoordig heet het in academische kringen intersectionaliteit, een term die in 1989 is ingevoerd door Kimberlé Crenshaw." [mijn nadruk] (445)

"Wat niet wil zeggen dat racisme niet bestaat. Ook daar is veel discussie over, maar ik ga uit van de verzamelterm racisme voor alle vormen van achterstelling waarbij gehele groepen mensen op grond van één eigenschap, huidskleur, etniciteit, herkomst of geloof als negatief worden weggezet.(...) Racisme bestaat uit vooroordelen en stereotypen, en uit discriminatie."(448)

[In een context waarin die eigenschap er niet toe doet. En het kan ook positief zijn voor die groepen.]

"In mijn definitie is het dus niet mogelijk om de zaken om te draaien en te zeggen dat witte mensen ook te lijden hebben onder racisme. Die bewering is een manier om de bestaande en aantoonbare ongelijkheid te ontkennen. Het is heel goed mogelijk dat er mocro’s zijn die erg onvriendelijk spreken over kaaskoppen – je kunt dat vooroordelen noemen, je kunt je er kwaad over maken als je wit bent, maar het is volstrekt duidelijk dat witte mensen niet geweigerd worden voor een baan vanwege hun huidskleur, niet voortdurend aangehouden zullen worden op straat en in ruime mate vertegenwoordigd zijn in de media en in de politiek." [mijn nadruk] (449)

[Ik ben het daarmee niet eens. Meulenbelt noemt maar drie contexten. Er zijn ook genoeg contexten waarin witte mensen achtergesteld en gediscrimineerd en racistisch bejegend worden door witte mensen en door mensen van kleur. Denk bij het eerste bijvoorbeeld aan klasse: witte mensen uit de 'betere milieus' die witte mensen uit de arbeidersmilieus geen kans geven / als 'white trash' zien. Of denk aan leeftijddiscriminatie waarbij ouderen van welke kleur ook, dus ook witte, geen werk meer kunnen vinden, omdat werkgevers van welke kleur ook ze niet willen aannemen. Ik vind het maar raar wanneer beweerd wordt dat alle witte mensen zo gepriviligieerd zijn. Er wordt enorm gegeneraliseerd in dit soort discussies. Ook die bewering verderop dat iedereen noodzakelijk racistisch is is ontzetten fout. Waarbij dan ook nog eens gesuggereerd wordt dat mensen van kleur niet racistisch zouden zijn. Onwennigheid, dingen nog niet kennen, daarom sterotyperen en etiketjes plakken, het is allemaal nog geen racisme.]

"Het is wat kort door de bocht, het voorafgaande. Maar dit wil ik er dus mee zeggen: er is voor mij geen serieus feminisme mogelijk, zonder er rekening mee te houden dat niet alle vrouwen, en dus ook niet alle mannen, hetzelfde zijn. Verschil doet er toe." [mijn nadruk] (456)

[Nogal ja. Maar: verschillen doen er inderdaad toe. Alleen moeten we dan ook eens ophouden met zo gemakkelijk te generaliseren over hele groepen mensen. Taal is hier echt een probleem. Wat betekent het bijvoorbeeld praktisch dat mensen "een geschiedenis met zich mee dragen"?]

"Hirsi Ali ging er van uit dat er maar één vorm van emancipatie mogelijk was voor moslimvrouwen in Nederland: het afleggen van hun geloof. Dat was koren op de molen van veel, meestal nogal rechtse, witte mannen en ook vrouwen. Heerlijk, dat Hirsi Ali nu eens niet tegen mannen was, maar de islam overal de schuld van gaf. Dat ze intussen geen enkele interesse toonde voor de vrouwen zelf, ontging de meeste witte fans van Hirsi Ali. Dit schreef ze in Mijn vrijheid over haar ‘zusters’:‘Ik wist dat er ook tijd voor nodig was om moslimvrouwen uit hun mentale kooi te bevrijden. Ik verwachtte geen overweldigende steun van de moslimvrouwen zelf. Mensen die alleen onderdanigheid kennen, bijna tot op het punt dat ze zelf niet meer kunnen nadenken, hebben jammer genoeg niet het vermogen om zich te organiseren, of de wil om een eigen mening te laten horen.’ Hirsi Ali voelde zich mijlenver verheven boven haar voormalige geloofsgenoten."(463)

[Suggestief stukje. Dat rechtse mensen ook dat standpunt hebben is haar niet aan te rekenen. En dat ze geen interesse zou tonen: ze legt uit waarom ze niets van moslimvrouwen verwacht. Het is een tikkeltje elitair, maar is het dan niet waar? Fans van Hirsi Ali? Dat suggereert kritiekloosheid. ]

"Ik ga ervan uit dat ons dat aangaat. En dat het belangrijk is om solidair te zijn met vrouwen elders. Maar ik ga er ook van uit dat het ontzettend belangrijk is om na te denken over hoe die solidariteit er uit kan zien. Op zijn minst is het nodig dat we meer weten over de oorzaken van onderdrukking en mishandeling. Zo schrijft sociologe Sawitri Saharso die zich als hoogleraar veel bezighoudt met wat Traditional Harmful Practices wordt genoemd, dat veel daarvan de vraag oproept waarom zo vaak vrouwen kiezen voor een praktijk die zo overduidelijk schadelijk is voor hun dochters, zoals bij de gewoonte om meisjes genitaal te verminken – een praktijk die gelukkig wel in steeds meer landen wordt afgeschaft, ook door de acties van vrouwen zelf. Neem de gewoonte in India van vrouwen om voor een abortus te kiezen als de vrucht een meisje blijkt te zijn. Dat is niet los te zien van de traditie dat dochters een bruidsschat moet worden meegegeven, en dat in gezinnen waar al dochters zijn een derde of vierde meisje het gezin zou ruïneren, en de kans voor de andere dochters om nog een goede partij te krijgen zou zijn verkeken. Wat er op het eerste gezicht uitziet als pure minachting voor vrouwen, is in werkelijkheid een pijnlijke methode om te zorgen voor een goede toekomst voor de kinderen. Dat maakt het nog niet goed, maar het maakt wel dat we met meer respect moeten kijken naar wat de vrouwen zelf te zeggen hebben."(473)

[Belangrijker: hoe verander je het? ]

"Neem de feministische groep FEMEN die vooral wereldwijd in het nieuws is gekomen door hun opzienbarende acties waarbij ze met blote borsten optraden. Witte vrouwen, die protesteerden met islamitische symbolen op hun borsten, met leuzen die ervan uitgingen dat elke vorm van religie onderdrukkend is voor vrouwen, ook de islam, en zou moeten worden afgeschaft. Net als Hirsi Ali het niet nodig vond om met de vrouwen te praten die ze zei te willen bevrijden, is dit dus een vorm van racisme in naam van het feminisme, over de hoofden van de vrouwen heen. Dat is niet de manier waarop internationale solidariteit ooit andere vrouwen zal bevrijden."(473)

[Wat is dan wel de manier? Praten praten praten?]

(477) 15 - Moeten moslima’s gered worden?

"Dit is de tegenstrijdigheid in deze tijd waarin we leven: aan de ene kant veel agressie tegen moslims, vaak gericht tegen vrouwen, aan de andere kant een retoriek dat moslimvrouwen onderdrukt worden, door hun mannen, door de islam, en gered moeten worden."(478)

[Agressie tegen wie dan ook is nooit goed. Bij welke religie dan ook willen horen is evenmin goed.]

"Ik zal er niet veel tijd aan besteden, dat heb ik elders al gedaan (in Kwart over Gaza), aan de enorme groei van islamofobie in Nederland. Wantrouwen, agressie, vooroordelen, regelrechte discriminatie, angst voor terrorisme. Ook in Nederland geboren mensen blijven zien als ‘allochtoon’, als ‘buitenlands’. Beweringen dat de islam hier niet hoort, dat de islam inherent gewelddadig is, dat moslima’s worden onderdrukt, en zoals Hirsi Ali zei: niet in staat zijn om voor zichzelf op te komen. Dat islam en feminisme dus niet samen kunnen gaan." [mijn nadruk] (479)

"En de vraag is of die verschillende vormen van vrouwenmishandeling een kwestie zijn van geloof. En sommige ervan specifiek een kwestie van de islam. Daar gaan we het over hebben."(480)

"Mijn ervaringen in Gaza hebben me er voor altijd van doordrongen dat vrouwen het overal ter wereld moeilijk kunnen hebben, soms heel moeilijk, en dat dat per land maar ook binnen dat land aanzienlijk kan verschillen."(489)

[Wijzen op een aantal vrouwen die je gesproken hebt en die het weten te rooien en dan positieve conclusies trekken over de positie van vrouwen in het algemeen is wel erg gemakkelijk. Niet toevallig dat ze Rob Vreeken ook positief beoordeeld die dezelfde aanpak volgt.]

"En over de eindeloos terugkerende discussie over de hoofddoek. Laat het nog een keer gezegd zijn: niet of ze een hoofddoek draagt of niet bepaalt hoe geëmancipeerd ze is. Waar we als feministen vinden dat vrouwen heel goed zelf in staat zijn om te kiezen wat ze willen, is het geen kwestie van voor of tegen." [mijn nadruk] (493)

[Dat is denk ik wel zo. Alle argumenten voor het dragen van de hoofddoek en zo ten spijt: de achtergrond is geloof / religie. De vraag wordt dan of iemand die religieus is geëmancipeerd kan zijn. Niet als je het zo algemeen formuleert want er is altijd een 'bovenliggende partij' die bepaalt hoe jij moet leven. We hebben religie en religieuze symbolen (alle) gewoon niet nodig. En wat het laatste betreft - dat vrouwen heel goed in staat zijn om zelf te kiezen -, dat lijkt me naïef. De vraag is of er voor wie dan ook zo veel te kiezen valt. Mensen zijn ingebed in maatschappelijke kaders etc. en doen vaker dingen om er maar bij te horen dan hier gezien wordt.]

"In alle grote religies is werkelijke gelijkheid tussen vrouwen en mannen een nieuwe notie. Maar in alle grote religies zijn ook aanwijzingen te vinden in de richting van meer gelijkheid, zeker ook in de islam. Maar de stappen in die richting kunnen pas genomen worden wanneer de omstandigheden werkelijke gelijkheid mogelijk maken, en wanneer de vrouwen dat zelf willen. Voor moslims was het woord feminisme lang taboe. Een westerse notie, verbonden aan het westerse kolonialisme. Maar voor de westerse feministen was de term islamfeminisme taboe. Ondenkbaar dat je feminist en moslim kon zijn. Dat je de islam als bondgenoot zou kunnen zien in je emancipatiestrijd. Mir-Husseini maakte het mee dat haar boeken en artikelen niet gepubliceerd werden binnen de westerse vrouwenstudies. Maar evengoed maakt ze het nu mee in het Westen als spreekster uitgenodigd te worden op een conferentie over islamfeminisme." [mijn nadruk] (500)

[O, en dat is vooruitgang?]

"Kunnen feminisme en islam samengaan? Voor mij is die vraag al jaren geleden beantwoord: ja dat kan. Ik ken islamitische feministes, in al hun diversiteit en verschillen in hoe ze de islam ervaren en hoe ze feminisme invullen. Ik ken moslima’s die bezig zijn met emancipatie en meer gelijkheid voor vrouwen zonder het feminisme te noemen. Ik ken heel geleerde feministische moslima’s, Fatima Mernissi, Amina Wadud, Asma Barlas, ik heb hun boeken gelezen, ik heb ze ontmoet en gesproken."(500)

[Ik denk niet dat dat kan.]

"Maar ook bij links kom ik nog vaak de opvatting tegen dat elke vorm van religie achterlijk en conservatief is. Een opvatting die in Nederland verklaarbaar is omdat hier de ontzuiling en de ontkerkelijking gelijk opging met de emancipatie van vrouwen en homo’s en we niet zijn vergeten dat die emancipatie bevochten moest worden op de macht van de conservatieve kerken."(505)

"Het gaat te ver om in dit hoofdstuk aan Koran-exegese te gaan doen. Maar wie de moeite wil nemen om zich er werkelijk in te verdiepen, en niet voetstoots aanneemt wat de profeten van populistisch rechts en de zelfbenoemde islamdeskundigen verkondigen, namelijk dat de islam geweld propageert, en per definitie vrouwvijandig is, kan nog voor verrassingen komen te staan. De Koran is een stuk meer egalitair dan de Bijbel."(507)

[Zwak argument. Wat een heilig boek zegt en wat de praktijk is van een georganiseerde godsdienst is niet hetzelfde. De meeste religies zijn in de praktijk gewelddadig en vrouwvijandig en seksvijandig. Mensen die tegen de islam zijn, maar niet tegen het christendom of andere religies zijn hypocriet. En dat geldt dus ook voor politiek rechtse partijen die 'de joods-christelijke beschaving' ophemelen om tegen de 'islam' te kunnen ageren. Het zijn mensen zonder historisch besef die voor het gemak vergeten zijn hoeveel ellende religie steeds weer met zich meebrengt.]

"De bewering stoelt bovendien op geschiedvervalsing. Ik ben nog van de generatie feministen die heel goed weet dat we de vrijheid voor vrouwen zwaar hebben moeten bevechten op de kerken en op politiek rechts. We hebben echt niets cadeau gekregen. Om nu te doen alsof de vrouwenemancipatie een inherente eigenschap is van ons verlichte Westen, van onze joods-christelijke beschaving, is een gotspe. Om het er nog maar even niet over te hebben wat er binnen onze ‘joods-christelijke’ beschaving in de vorige eeuw Joden is aangedaan."(510)

[Zo is het maar net.]

"De ranzige reacties van rechts zijn een studie waard. Ze gunnen ons een inkijkje in de onsmakelijke psychologie van gefrustreerde witte mannen voor wie de haat tegen vrouwen (die niet doen wat ze horen te doen) vermengd is met de haat tegen wat vreemd is – bruine mannen, voornamelijk."(514)

"Het zogenaamde willen redden van vrouwen elders heeft een lange geschiedenis, die alles te maken heeft met het koloniale denken waarin inheemse volken gezien moesten worden als primitief, om de uitbuiting en overheersing te kunnen verantwoorden."(515)

(519) 16 - Pijn en moeite. Over klasse

"‘Om iedereen uit bed te krijgen, en schoon, gekleed, gevoed en warm, en aan het werk en weer naar bed, Saul, dat kost pijn en moeite.’ Deze regels komen uit een gedicht van John Masefield, en Lillian Rubin, zelf afkomstig uit een arbeidersgezin, gaf deze woorden als motto mee aan haar indrukwekkende boek over het leven binnen de Amerikaanse arbeidersklasse, Worlds of Pain. Het verscheen in 1976. Het was bij mijn weten het eerste boek waarin ‘klasse’ niet alleen als een abstract begrip behandeld werd binnen de linkse theorie, maar waarin het ging over het geleefde leven. Rubin had het niet alleen over uitbuiting binnen de fabrieken, maar vooral ook over hoe het harde bestaan doorwerkte in de gezinnen, en in de verhouding tussen vrouwen en mannen. Het is een verhaal van teleurstellingen, als blijkt dat de beloofde Amerikaanse droom, dat alles in orde komt als je maar bereid bent om als man hard te werken, en als vrouw achter je man te staan, een mythe is." [mijn nadruk] (519)

"Systemen van ongelijkheid lopen dwars door elkaar heen. Er is klasse, een inmiddels ouderwets woord dat vervangen is door ‘sociale milieus’, of door de mensheid op te delen in hoger opgeleid en lager opgeleid, of met hogere of lagere inkomens. Het gewoon maar arm en rijk te noemen is wat te cru, behalve voor rechtgeaarde socialisten die graag gewoon zeggen waar het op staat. De kloof tussen arm en rijk wereldwijd is enorm en groeit nog steeds. Ook binnen ons eigen welvarende Nederland."(521)

"Ik weet niet hoeveel studenten aan de universiteit tegenwoordig uit de arbeidersklasse afkomstig zijn, in de tijd dat ik me er mee bezig hield was dat niet meer dan 10 procent. Maar in een opleiding voor hulpverleners was er sprake van een grote gespreidheid van afkomst, al zag je dat niet op het eerste gezicht en moest je er naar vragen.(528)"

"Een belangrijke vraag is hoe het komt dat de klassenongelijkheid niet kleiner wordt, en de laatste tijd juist weer groter. Net zoals het een mythe is dat er in Nederland volledige gelijkheid is tussen vrouwen en mannen (en feminisme dus niet meer nodig is), denken de meeste mensen dat we in een land leven waarin iedereen gelijke kansen heeft om wat te bereiken."(531)

"Dat is een leugen. Neem het onderwijs. Hoewel er dus geen formele belemmeringen zijn om elke opleiding te volgen die we willen, inclusief de universiteit, blijken kinderen van hoogopgeleide ouders veel vaker zelf ook hoogopgeleid te worden, en komen kinderen met laagopgeleide ouders stelselmatig lager op de onderwijsladder terecht. Daar is een aantal redenen voor. Ook bij gelijke intelligentie krijgen kinderen uit laagopgeleide gezinnen vaker een lager schooladvies. Terwijl de kinderen met gediplomeerde ouders vaker een te hoog advies krijgen. Niet je eigen talent, maar het diploma van je ouders is de beste voorspeller waar je terecht komt."(531)

"Er is geen enkele reden om aan te nemen dat meer vrouwelijke bankiers enig verschil uit gaan maken voor de vrouwen die nu hun banen kwijtraken in de thuiszorg. Het idee dat welvaart vanzelf van boven naar beneden drupt, en meer vrouwen aan de top de kansen voor vrouwen onderaan vanzelf zullen vergroten is een mythe. De stroming die er vooral mee bezig is om meer vrouwen aan de top te krijgen blijft bovendien kritiekloos hangen binnen het systeem zelf. Een economisch systeem dat inherent onrechtvaardig is. Ik bedoel dus, als voorbeeld, het directeurenfeminisme van Opzij."(536)

"Het kapitalisme, het neoliberalisme, verwoest steeds meer van wat als democratie bedoeld was, schrijft socialistisch feministe en politicologe Zillah Eisenstein. Sluipend zuigt het kapitalisme de macht uit de publieke sfeer waar burgers het nog voor het zeggen hebben. Onze regeringen en parlementen hadden al heel weinig meer te zeggen over de banken, die verantwoordelijk waren voor de laatste economische crisis. De bedrijven die eens hoorden bij een land, als Unilever, zijn inmiddels multinationale giganten waar Nederland nauwelijks zeggenschap meer over heeft. Steeds meer sectoren van onze samenleving vallen onder de ‘marktwerking’, en moeten dus winst maken. De media zijn steeds afhankelijker van de aandeelhouders, en dus van winst, en niemand hoeft ons wijs te maken dat dat geen invloed zou hebben op de inhoud." [mijn nadruk] (542)

"De vrije markt die door de VS, door de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds aan ontwikkelingslanden is opgedrongen, heeft de westerse handelsbelangen goed gedaan, maar de publieke sector in veel landen zwaar beschadigd. En het probleem met het vrijemarktfeminisme is dat het ons het zicht op hoe de wereldeconomie in elkaar steekt ontneemt, en ons vermogen om ons een radicaler feminisme voor te stellen beperkt."(546)

"De vraag, zegt Nancy Frazer cynisch, is of het feminisme niet is veranderd in de dienstmeid van het kapitalisme, nu miljoenen vrouwen, hier en elders, ongetrouwde vrouwen maar ook moeders van kinderen, als goedkope arbeidskrachten gebruikt kunnen worden, met lonen die te laag zijn om zelfstandig van te kunnen leven. Zolang we feminisme alleen zien als een individuele levenskeuze, is het de vraag voor elke vrouw apart hoe ze het redt. Een ander neveneffect is het feit dat er nu zoveel meer vrouwen de arbeidsmarkt op zijn gegaan, dat ook betekent dat het huishouden en de zorg voor de kinderen een groter probleem zijn geworden. In het vrijemarktfeminisme van Heleen Mees is het geen probleem dat vrouwen die op dezelfde wijze als mannen carrière maken gebruikmaken van migranten en laaggeschoolde vrouwen om voor hen het huishouden te doen en/of voor de kinderen te zorgen. In haar ogen is het zelfs heel aardig dat die migranten ook nog een graantje mee kunnen pikken van haar succes. In Nederland, met het anderhalfkostwinnermodel, merken we er minder van dan in landen waarin het tweebanengezin normaal is geworden, maar in een land als de VS worden massaal nannies, au pairs, huishoudsters en schoonmakers geïmporteerd uit de lagelonenlanden. Er zijn wereldwijd 53 miljoen domestic workers van wie 83 procent vrouwen. Met duizenden migreren vrouwen om in een rijker land voor het huishouden te zorgen van welgestelde gezinnen. Neem de Filippijnen, waar meer dan een miljoen vrouwen (in 2011) in het buitenland werken, als werksters in hotels en in privéhuishoudens, om hun gezin te kunnen onderhouden. Van het lage loon sturen ze zo veel mogelijk terug naar huis, waar iemand anders voor hun kinderen zorgt. In de meeste gevallen hebben ze weinig middelen om er iets aan te doen wanneer ze te weinig betaald krijgen – in de VS is een maandloon van 250 dollar plus kost en inwoning normaal. En al helemaal niet wanneer ze ook nog niet de juiste verblijfspapieren hebben, zoals veel uit Mexico afkomstige ‘illegale’ huishoudsters. En dan hebben we het nog niet gehad over de import van sekswerkers en het sekstoerisme naar lagelonenlanden." [mijn nadruk] (550)

[Een belangrijk hoofdstuk dit. Wat hier beschreven staat - en de analyse kan nog veel verder gaan natuurlijk - maakt ook dat ik niet erg geloof in 'individuele keuzevrijheid', althans: in mensen die zo gemakkelijk zeggen dat ze iets - een hoofddoek dragen bijvoorbeeld - zelf gekozen hebben.]

(552) 17 - In wat voor wereld willen we leven?

"De genderopvattingen die zo’n rol spelen in ons leven komen niet zomaar uit de lucht vallen: ze zijn onderdeel van onze cultuur, van onze geschiedenis, en worden mede geschapen en in stand gehouden door de maatschappelijke structuren. En op onze beurt kunnen wij als mensen weer invloed uitoefenen op die genderopvattingen, op die cultuur en ook op de maatschappelijke structuren, al blijkt dat niet zo eenvoudig. We vatten deze visie samen in de slogan: het persoonlijke is politiek. En het politieke is dus ook persoonlijk.
In dat spanningsveld tussen ik en de maatschappij lijkt de visie op de maatschappij in het feminisme vrijwel verdwenen. Het lijkt alleen nog maar te gaan over individuele keuzes. En als het niet helemaal lukt om een geëmancipeerd leven te leiden, onder andere omdat de keuzes nogal beperkt zijn, en voor sommige mensen nog minder, dan ligt dat aan jezelf. We leven in een neoliberale wereld met een hardvochtige opvatting over het leven. Wie arm is, wie hier vluchteling is zonder papieren, wie in haar eentje haar kinderen op moet voeden met een bijstandsuitkering, die heeft dat aan zichzelf te danken. Dat dat misschien ook iets te maken heeft met omstandigheden, met een keiharde wereld, met pech soms, valt buiten dit gezichtsveld. Dat komt de dominante groep, de machthebbers, niet slecht uit. Wie alles denkt zelf op te moeten kunnen lossen komt niet zo snel op het idee dat er collectieve actie nodig is om meer mensen meer kansen te geven – zoals dat aan het begin van de tweede golf heel gewoon was."(556-557)

[Precies.]

"Dit is het punt: klagen is een geweldige opluchting, het brengt je op ideeën, maar je moet er ook weer mee ophouden. En de mouwen opstropen. Aan het werk. Een goede analyse maken van wat er mis is, en wat er beter moet. En hoe. Bedenken dat er veel is wat we niet alleen kunnen veranderen."(561)

"Wie de nadruk legt op de verschillen tussen vrouwen en mannen legt de loper uit naar de handhaving van een ongelijke positie. Bijvoorbeeld door er bij voorbaat van uit te gaan dat vrouwen kinderen krijgen en dus minder inzetbaar zijn. Wie de nadruk legt op gelijkheid tussen vrouwen en mannen, en er geen rekening mee houdt dat vrouwen wel degelijk onder andere omstandigheden leven, wie bijvoorbeeld negeert dat veel vrouwen kinderen te verzorgen hebben en geen vrouw thuis hebben die het huishouden verzorgt, houdt vrouwen óók in een ongelijke positie."(566)

"Dit is het cruciale punt: in beide vormen van denken blijven mannen de norm, om ons aan aan te passen, of om ons tegen te verzetten. Maar uiteindelijk zal er pas wezenlijk iets veranderen als niet alleen vrouwen veranderen maar als er iets verandert tussen de seksen. Het is wat mij betreft dus maar goed dat geen van de twee stromingen, het verschildenken of het gelijkheidsdenken in het feminisme heeft gewonnen. Het zou ons allemaal te veel beperkt hebben."(570)

"Ik pleit dus voor een nieuw maatschappijkritisch feminisme, en dat is een project op zich. Een groot project. Het betekent dat we opnieuw een analyse moeten maken van de wereld waarin we nu leven en wat daarin mis is, en waarom. We komen dus ook uit bij het klimaat. Ik heb het in dit boek nog helemaal niet gehad over ecofeminisme. Ook het behoud van de planeet gaat ons aan. De dieren. Verdwijnende natuur.
Een aantal maatschappijkritische feministes is begonnen met een diepgaande evaluatie van het tweede-golffeminisme. Wat is er bereikt? Wat niet? Wat is er onderweg verloren gegaan? Nancy Frazer, filosofe en politicologe, maar vooral een linkse feministe, meent dat het tweede-golffeminisme vooral heel succesvol is geweest op het culturele vlak ..."(577)

"Frazer constateert dat we onderweg een belangrijke poot van het tweede-golffeminisme zijn kwijtgeraakt, en dat is de maatschappijkritische blik op de samenleving als geheel, de economie, de machtsstructuren, die inmiddels steeds nieuwe ongelijkheden produceert. Terwijl we ons blindstaren op het aantal vrouwen in de top van het bedrijfsleven, of in de politiek, is een groot deel van de onderdrukking en uitbuiting van vrouwen verhuisd naar het Zuiden, de derde wereld, waar vrouwen voor ons werken om ons goedkoop te kleden, maar vooral om de internationale bedrijven meer winst op te leveren. Tegelijk is de emancipatie van westerse vrouwen die in grotere getalen buitenshuis werken dan ooit te voren een aanleiding voor miljoenen vrouwen uit het Zuiden om als nannies en huishoudelijke werkers naar het Westen te komen."(579)

"Het probleem, of liever, een van de vele problemen voor maatschappijkritische feministen, is dat de lastige maar nuttige verbinding met links op dit moment alleen mogelijk lijkt met buitenparlementair links. En daar zit de macht niet. Nog niet." [mijn nadruk] (581)