>>>  Laatst gewijzigd: 26 oktober 2021   >>>  Naar www.emo-level-8.nl  
Ik

Notities bij boeken

Start Filosofie Kennis Normatieve rationaliteit Waarden in de praktijk Mens en samenleving Techniek

Notities

Ponskaartmachines bleken goed aan te sluiten bij de behoefte van bureaucraten en boekhouders om te tellen, te berekenen, overzichten te hebben, te identificeren, vast te leggen, greep te krijgen op.

Mensen werden daartoe in de lijn van allerlei industriële producten tot objecten met eigenschappen gereduceerd. Elke volkstelling legt algemene eigenschappen van groepen mensen vast. De individuele mens met zijn unieke persoonlijkheid en ervaringen wordt daarbij onzichtbaar.

Ik denk dan terug aan reacties van mijn studenten zo gauw ik sprak over algemenere sociologische kenmerken van bepaalde groepen in de samenleving. Ze wilden niet tot zo'n groep gerekend worden (arbeidersmilieu, middenklassemilieu; modaal, dubbelmodaal; dat soort dingen), niet in een vakje gestopt worden, ze wilden hun uniekheid blijven vasthouden.

En dat is precies wat er bij dit tellen en tabelleren gebeurt: mensen in vakjes stoppen. De uitdrukking is adequaat. Er wordt geabstraheerd van individuele en concrete personen en hun context door iedereen onder te brengen in categorieën.

Je hebt deze naam, lengte, huidskleur, haarkleur, oogkleur of een andere. Je bent man of vrouw, zo en zo oud, getrouwd of niet getrouwd, zoon of dochter van, hebt zo en zo veel kinderen, je woont in die stad op dat adres, je familie komt daar en daar vandaan, je bent Joods of Katholiek of Protestant, je rekent je tot een bepaalde bevolkingsgroep, je hebt deze opleidngen, je hebt dit beroep waarmee je zo en zo veel verdient, je hebt deze hobbies en vaardigheden, je bent lid van die vereniging of die club, doet aan die en die sport, hebt die en die auto, je reist regelmatig tussen dit punt en dat punt, je koopt in die en die winkels.]

Alles kan verzameld en geregistreerd worden. Maar het gaat er niet om de rijkdom van een individu en zijn context te beschrijven, het gaat er om te groeperen, aantallen per groep te vast te stellen, iemand tot een groep te kunnen rekenen, beleid los te laten op die groepkarakteristieken.

Dat jij je noch man noch vrouw voelt is niet interessant. Dat je niet getrouwd bent, maar wel intieme relaties onderhoudt is niet handig in te delen. Dat je oorspronkelijk Joods bent, maar niets meer met die godsdienst te maken wilt hebben, jammer voor jou. Dat je ouders uit Slovenië komen, maar dat jij in Duitsland bent geboren en je Duitser voelt, is iets wat genegeerd moet worden. Dat je een opleiding X hebt maar een beroep Y dat daarmee niets te maken heeft geeft te denken. Kortom: je wordt inderdaad in categorieën ingedeeld waartoe je je niet voelt behoren of in de praktijk niet behoort. Jouw unieke benadering en context zijn niet interessant.

In de praktijk kan het zelfs van levensbelang worden dat je je verzet tegen een indeling in een bepaalde categorie of dat je je in een andere categorie wilt laten indelen. Ben je volledig Jood of maar half of een kwart? Als het beleid is dat bepaalde categoriën mensen naar een concentratiekamp moeten, wil je alles doen om maar niet in die categorie te zitten.

Het boek gaat in groot detail in op de manier waarop bv. de joden in Duitsland met behulp van deze machines werden geregistreerd en geidentificeerd met het doel alle joden te vernietigen. Die geschiedenis en het gebruik van technische middelen voor dat soort inhumane doelen zou ons aan het denken moeten zetten.

Voorkant Black 'IBM en de holocaust' Edwin BLACK
IBM en de Holocaust - Het strategisch verbond tussen Nazi-Duitsland en de machtigste onderneming van Amerika (oorspr. titel: IBM and the Holocaust)
Utrecht-Antwerpen: Kosmos-Z&K, 2001; 512 blzn
ISBN 90 215 9812 4

Herman Hollerith (1860-?) vond de ponskaartmachine uit met het doel om de volkstelling van 1890 in de Verenigde Staten zo snel en exact mogelijk te verwerken.

De machine kon kaarten met "standaardgaatjes die allemaal een verschillend aspect aanduidden: geslacht, nationaliteit, beroep enzovoorts" (31) lezen. "De verwerkte kaarten konden vervolgens op basis van een specifieke serie ponsgaatjes in stapels gesorteerd worden." (31) Prototype 1884. Ook sorteermachine. Ook: tabelleermachine.

"Elke ponskaart zou een informatiemagazijn worden dat alleen door het aantal gaatjes beperkt werd: niets meer of minder dan een 19e-eeuwse streepjescode voor mensen."()"Zijn kaartensorteerder was meer dan een slim speeltje. Het was een sleutel van stalen assen en rubber wielen die een doos van Pandora opende: de onbeperkte informatie."(31)

Het bedrijf Tabulating Machine Company geraakte door het arrogante en wat wereldvreemde gedrag van Hollerith al gauw in zwaar weer toen het monopolie bestreden werd.

Het werd verkocht aan Charles Flint die Thomas J. Watson aanstelde als nieuwe directeur. Deze vormde CTR International Business Machines. Dehomag in Duitsland (Heidinger had al van Hollerith octrooien mogen gebruiken) werd een onderdeel van IBM. En ondanks wereldwijde demonstraties en waarschuwingen tegen de praktijken van Hitler en de Nazi's bleef IBM direct en later indirect geld verdienen aan en investeren in Duitsland.

"De toekomst lag in de kaarten verborgen - een toekomst van namen, politiearchieven en concentratiekampen, bankrekeningen en betalingen, oorlogsmininsteries en wapenproductie, eindeloze statistische campagnes en registraties, en treinen. Heel veel treinen."(86)

"Dag en nacht ratelden de joodse namen door de IBM-systemen, snel, steeds sneller, per stad en beroep gesorteerd. Dehomag was de informatieleverancier van het Derde Rijk en kreeg als zodanig een bijzondere plaats in het denken van de nazi-planners. Voor Dehomag en IBM was het een geduchte verantwoordelijkheid. maar ze droegen die met doctrinaire devotie."(88)

"De Hollerith-systemen boden het Reich de snelheid en de reikwijdte die alleen een geautomatiseerd systeem kon verschaffen voor de identificatie van niet alleen half- en kwart- maar ook achtste en zestiende joden."(110)

"Ironisch was dat iedereen begreep welk kwaadaardig anti-joods proces gaande was, terwijl bijna niemand de technologie doorgrondde die het mogelijk maakte."(112)

"De Duitse joden wisten niet hoe het kon, maar het Reich leek alwetend bij hun identificatie en omsingeling. Systematisch kneep het de laatste zweem waardigheid uit hun levens. Het was de wereld duidelijk dat het Reich altijd alle namen kende, maar niemand begreep helemaal hoe het aan die namen was gekomen."(126)

Iedereen werd natuurlijk verplicht allerlei gegevens op een bepaalde voor het systeem geschikte manier te registreren: huisartsen, ambtenaren, onderwijzers, berijfsadministraties, kadaster, en noem maar op.

En 'verplicht' was natuurlijk echt verplicht: dwang, onderdrukking en geweld op de achtergrond maken dat mensen gemakkelijk dit soort dingen gaan uitvoeren. Maar wat al deze mensen niet zien is wat er met al die kaarten gedaan wordt op een centraler plek.

Maar uiteraard werden de machines niet alleen door de Duitsers gebruikt. Allerlei andere landen deden hun volkstellingen al met ponsmachines, sorteerders en tabelleerders van IBM. Zoals ook de gealliieerde landen. De machines speelden ook een rol in het coderen en decoderen van berichten:

"De ironie van de oorlog wilde dat beide zijden in het conflict IBM-appraten gebruikten om berichten te coderen en decoderen."(335).

Maar IBM verborg zo veel mogelijk haar betrokkenheid bij Duitsland enz. Het bedrijf nam in de praktijk op geen enkele manier deel aan een boycot, aan een benadering waarbij men de Duitsers niet hielp met machines, kaarten en deskundigheid. Er kon goud geld verdiend worden en dat deed IBM dan ook, al zou Watson dat natuurlijk steeds in het openbaar ontkennen.

"Niemand zal ooit precies weten hoeveel IBM-apparaten er in welk getto, welk treindepot en welk concentratiekamp gerateld hebben. Noch zal ooit iemand kunnen bewijzen wat de IBM-functionarissen in Amerika en Europa precies van hun plaatsing en gebruik geweten hebben. Met of zonder medeweten van IBM verhuisden apparaten vaak van de officieel opgegeven commerciële klat of overheidsdienst naar een nazi-kantoor in het buitenland, om uiteindelijk weer te worden teruggebracht.

Het allerbelangrijkste was dat het IBM niet veel kon schelen welk apparaat precies in welk vernietigingskamp gebruikt werd. Van belang was slechts dat het geld lag te wachten - als de rook eenmaal was opgetrokken."(363).