>>>  Laatst gewijzigd: 9 december 2020   >>>  Naar www.emo-level-8.nl  
Ik

Notities bij boeken

Start Filosofie Kennis Normatieve rationaliteit Waarden in de praktijk Mens en samenleving Techniek

Notities

Incididunt nisi non nisi incididunt velit cillum magna commodo proident officia enim.

O'Brien 'Albert Camus' Conor Cruise O'BRIEN
Albert Camus
Amsterdam: Meulenhoff, 1970; 95 blzn.

(5) 1. De Vreemdeling

Zijn leven tot 1941 wordt kort beschreven.

"Van de werken waarom Camus tegenwoordig vooral bekend is, had hij er op achtentwintigjarige leeftijd, in 1941, reeds drie geschreven: het toneelstuk Caligula, de roman L'Étranger en het lange filosofische essay Le Mythe de Sisyphe. Ze vertonen een sterke onderling samenhang en men kan ze het best beschouwen als de eerste van de drie voornaamste fasen in zijn werk: de fase van de Vreemdeling."(7)

"Zijn intellectuele bagage is die van de Franse bourgeois-jeugd van die tijd: Nietzsche, Barrès en Gide oefenden grote invloed op hen uit. Er is weinig of geen marxistische invloed op zijn denken, behalve wat uit Malreau kan zijn overgekomen, hoewel dit nogal twijfelachtig is."(9)

Bespreking van L'Étranger (De Vreemdeling). Eerst een samenvatting. Dan een interpretatie. Meursault is iemand die het spel niet meespeelt. Hij weigert te liegen. "Hij wordt bezield door een hardnekkige hartstocht voor het absolute en de waarheid." schrijft Camus zelf ergens in een voorwoord van een Engelse editie. O'Brien is het niet met Camus eens: Meursault liegt wel degelijk, maar nooit over zijn eigen gevoelens.

""Ik heb mij lang afgevraagd waarom zoveel commentatoren op L'Étranger - inclusief Camus zelf - zo bereid zijn om Meursault heilig te verklaren, gezien zijn gedrag tegenover het Arabische meisje en haar broer."(23)

O'Brien stelt op allerlei plaatsen dat Camus niet helder was in zijn houding tegenover de gekoloniseerden en zich niet kon bevrijden van zijn Franse koloniale achtergrond: de Fransen hebben namen in het boek, de Arabieren niet, en dat is typisch.

Bespreking van Caligula. Bespreking van Le Mythe de Sisyphe.

"De werkelijke betekenis en de bron van de aantrekkingskracht van het werk van deze periode is niet die van opstand, maar die van aanvaarding. Het gaf een generatie, die geen reden tot hoop zag, hoop zonder reden. Het gaf een begrip - het absurde - waarin logische, psychologische, filosofische en zelfs sociale en politieke moeilijkheden konden worden ingekapseld en het stond levensvreugde toe te voorschijn te komen in aanwezigheid van de dood. Het was geen revolutionaire boodschap en evenmin een uitgesproken zedelijke: maar het was een buitengewoon aangename en opbeurende boodschap voor een hele generatie die het prettig vond erover te denken als een revolutionaire en zedelijke boodschap. Ik behoorde tot die generatie en wanneer ik die boodschap nu nauwkeurig bekijk, met de behoedzame ogen van de middelbare leeftijd, voel ik me niet minder dankbaar dat ik hem in mijn jeugd ontvangen hebn."(31)

(33) 2. De Pest

Zijn leven in Zuid-Frankrijk vanaf 1942. In het verzet. Afgesneden van zijn vrouw. In 1943 naar Parijs. Hij werkt voor het verzetsblad Combat, aan de roman La Peste (De Pest) dat in 1947 werd gepubliceerd en aan het toneelstuk Le Malentendu.

Samenvatting van La Peste. Interpretatie ervan. O'Brien vindt het geen literair-technisch roman, maar een allegorische preek (Oran = Frankrijk; de pest = WOII, etc.). Hij heeft kritiekpunten als de volgende:

"Niet alleen zijn alle met namen genoemde figuren Europeanen - zoals in L'Étranger - maar zelfs de zwijgende, naamloze en uitdrukkingsloze Arabieren van L'Étranger zijn verdwenen. Alleen hun huizen zijn er nog."(46)

"Het probleem van de inheemsen wordt gewoon overboord gezet wanneer het er eenmaal toe gediend heeft om de verschillende waarden van twee Europeanen aan te tonen."(47)

"Acht jaar na het verschijnen van De Pest kwamen de ratten te voorschijn om in de steden van Algerije te sterven. Om een andere metafoor van Camus te gebruiken, de Algerijnse opstand was een 'uitbarsting van steenpuisten en pus die tevoren binnenin de maatschappij had gewerkt.' En deze uitbarsting kwam precies uit de wijk waarin de verteller geweigerd had te kijken: uit de huizen die Dr. Rieux nooit bezocht, en werd veroorzaakt door de toestanden die Rambert nooit had onderzicht. "(51)

[O'Brien is voortdurend bezig te laten zien dat Camus geen vriend of gelijke van Arabieren was, al woonde hij temidden van hen. Arabieren en eventuele sympathie voor hun leven of zaak spelen volgens hem nauwelijks een rol in zijn werk. Dat in tegenstelling tot andere interpretatoren die Camus op dat punt volgens O'Brien te veel ophemelen.
Ik heb O'Brien overigens nog niets zien zeggen over de rol van vrouwen in het werk, die volgens mij ook minimaal en niet zo geweldig positief is.]

(54) 3. De Val

Na WOII werd Camus bekend en zijn faam als schrijver groeide snel. Toen De Pest in 1947 verscheen was het meteen een succes. Hij was in die tijd ook hoofdredacteur van Combat. Wanneer de Koude Oorlog overal zijn invloed doet gelden ontstaan er discussies over de rechtvaardiging van geweld en leugens en Camus maakt een draai richting 'politiek anti-communisme' zonder dat hij overigens kiest voor het politieke liberalisme. Zijn worsteling rondom deze kwestie vinden we in het toneelstuk Les Justes (in 1949 voor het eerst opgevoerd) en in het lange essay L'Homme Revolté (verschenen in 1951).

Bespreking van L'Homme Revolté (in feite een voortzetting van de in Combat verschenen reeks artikelen Ni Victimes Ni Bourreaux). Camus veroordeelt geweld dat gerechtvaardigd wordt met een beroep op een historische noodzakelijkheid zoals in het Russische communisme gebeurt. Bespreking van Les Justes. Thema hetzelfde: doden om een wereld op te bouwen waarin niemand ooit zal doden. Beide werken zijn anti-stalinistisch, anti-revolutionair.

"De nadruk valt sterk op de vraag naar de morele waarde van geweld dat aangewend wordt om sociale en politieke omwenteling veilig te stellen. De vraag van geweld dat gebruikt wordt om de status quo te verdedigen - van macht in de terminologie van George Sorel - wordt niet in beschouwing genomen ... "(61-62)

En is ook later in zijn werk minder duidelijk, aldus O'Brien.

Bespreking van de vriendschap en de latere breuk tussen Sarte en Camus.

"De aard van de twist tussen Camus en Sartre is ernstig vertekend, in het nadeel van Sartre, ten gevolge van het heersende intellectuele klimaat van het westen van die tijd, waarin toen juist begonnen werd met gerichte pogingen om intellectuelen in discrediet te brengen die weigerden een anti-communistisch standpunt in te nemen en ook gedeeltelijk door de algemeen aanvaarde interpretatie van de roman Les Mandarins van Simone de Beauvoir."(63)

O'Brien heeft ook kritiek op Camus' standpunten (o.a. in de in 1952-1953 geschreven bundel L'exil et le royaume en in Actuelles III van 1958) tijdens de koloniale problemen van Frankrijk met Algerije van de jaren na WOII tot aan de Algerijnse opstand van 1954.

""Ondanks zijn afkeer voor de onderdrukkingsmethoden steunde zijn standpunt noodzakelijkerwijs de onderdrukking, aangezien hij consequent tegen onderhandeling met de eigenlijke leiders van de opstand was, de F.L.N."(77)"

"Camus' positie in de jaren vijftig was er een van buitengewone intellectuele en emotionele problematiek en spanning. Hij had geschreven over vrijheid, rechtvaardigheid, geweld en opstand in abstracte termen en hij verkondigde principes die hij zowel van fundamenteel belang als algemeen van toepassing achtte. Hij gaf deze taal nooit geheel op en hij bleef over politiek schrijven op de toon van een strenge moralist [mijn nadruk]. Toch waren zijn werkelijke standpunten van politieke - en partijdige aard."(78)

Alleen vanuit dat perspectief kan men zijn laatste roman begrijpen: La Chute (De Val). Samenvatting en interpretatie van die roman.

"... de toon is die van een examen de conscience die ten grondslag ligt aan de Franse moralistische traditie waartoe Camus bewust behoorde [mijn nadruk]."(85)

"Er is waarschijnlijk geen enkele Europese schrijver van zijn tijd die zo'n duidelijk stempel op de verbeelding en tegelijkertijd op het morele en politieke bewustzijn van zijn eigen generatie en van de volgende heeft gedrukt."(87)