>>>  Laatst gewijzigd: 6 januari 2024   >>>  Naar www.emo-level-8.nl  
Ik

Notities bij boeken

Start Filosofie Kennis Normatieve rationaliteit Waarden in de praktijk Mens en samenleving Techniek

Notities

Volgt binnenkort.

Voorkant Swaab 'Wij zijn ons brein - Van baarmoeder tot alzheimer' Dick SWAAB
Wij zijn ons brein - Van baarmoeder tot alzheimer
Amsterdam / Antwerpen: Uitgeverij Contact, 2010, 791 blzn. (epub)
ISBN-13: 978 90 2543 6308

(12) Voorwoord - Vragen over hersenen aan een ogenschijnlijk deskundige

Schwaab schildert hier zijn achtergronden (artsenfamilie) en loopbaan.

"Na mijn artsexamen in 1972 besloot ik in het hersenonderzoek te blijven. In 1975 werd ik plaatsvervangend directeur en in 1978 directeur van het Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek. In 1979 kwam daar het hoogleraarschap neurobiologie aan de medische faculteit van de Universiteit van Amsterdam bij. Ondanks deze beleidsfuncties, die ik dertig jaar uitoefende, was en bleef ik vooral een onderzoeker op de werkvloer."(18)

"De neurofobie van het algemene publiek van toen is omgeslagen in een overweldigende belangstelling voor alles wat de hersenen betreft, mede dankzij een uitstekende wetenschapsjournalistiek. Er was voor mij geen ontsnappen aan de vragen uit de maatschappij en zo werd mijn brein voortdurend en iedere dag weer geprikkeld na te denken over steeds andere aspecten van onze hersenen dan mijn eigen lijn van onderzoek, en hoe dit alles vertaald moest worden voor een algemeen publiek."(23)

(27) I - Inleiding

(27) I.1 - Wij zijn onze hersenen

"Alles wat we denken, doen en laten gebeurt door onze hersenen. De bouw van deze fantastische machine bepaalt onze mogelijkheden, onze beperkingen en ons karakter; wij zijn onze hersenen. Hersenonderzoek is niet meer alleen het zoeken naar de oorzaak van hersenziekten, maar ook een zoektocht naar de vraag waarom we zijn zoals we zijn, een zoektocht naar onszelf." [mijn nadruk] (27)

"Stoornissen in deze efficiënte informatieverwerkende machine leiden tot psychiatrische of neurologische ziekten." [mijn nadruk] (30)

[Het is geen machine. Dat soort taalgebruik is misleidend.]

"Hersenziekten zijn nog steeds moeilijk behandelbaar, maar het tijdperk van defaitisme heeft plaatsgemaakt voor opwinding over nieuwe inzichten, en voor optimisme over nieuwe behandelingsmogelijkheden in de nabije toekomst."(34)

[Alle voorbeelden zijn medisch-somatisch, getuigen van een groot geloof in medicijnen en ingrepen.]

(34) I.2 - Metaforen voor hersenen

"Als men de hersenen beschouwt als een informatieverwerkende rationele biologische machine, dan is de ‘computermetafoor’ van onze tijd zo slecht nog niet. Ook als we indrukwekkende getallen betreffende de bouwstenen van onze hersenen bekijken en zien hoe ze geschakeld zijn, dringt deze metafoor zich op." [mijn nadruk] (36)

[Tja. Alleen moeten we de hersenen zo niet beschouwen. ]

"In deze welhaast gelatineuze massa is alles wat deze persoon heeft gedacht en heeft meegemaakt gecodeerd vastgelegd in structurele en moleculaire veranderingen in de synapsen."(38)

(41) II - Ontwikkeling, geboorte en ouderzorg

(41) II.1 - Het subtiele samenspel tussen moeder en kind bij de baring

"Er is dus een heel delicaat samenspel nodig tussen moeder en kind om de baring optimaal te laten verlopen. Is er een hersenontwikkelingsstoornis, dan kan het kind zijn essentiële rol bij de baring niet spelen. Het is even wennen, maar de inspraak van een kind begint dus al bij de geboorte."(47)

(48) II.2 - Een gestoorde baring als eerste symptoom van een hersenontwikkelingsstoornis

"Zuurstoftekort rond de geboorte blijkt slechts bij 6% van de op tijd geboren kinderen met spasticiteit en bij 1% van de kinderen met een geestelijke achterstand de oorzaak van hun hersenziekte te zijn. Al lang voor de geboorte zijn die kinderen in de problemen, zoals blijkt uit hun groeivertraging en verminderde bewegingen in de baarmoeder. Spasticiteit kent heel verschillende oorzaken, zoals genetische afwijkingen, intra-uteriene infecties, jodiumtekort en blootstelling aan chemicaliën. Omgekeerd is het opvallend dat een ernstige hersenbeschadiging vaak niet ontstaat als een normale foetus bij de baring opeens een zuurstoftekort krijgt, zoals Sigmund Freud al zei. Maar als het zuurstoftekort tijdens de zwangerschap langdurig optreedt, kan het leiden tot spasticiteit.(...) Een moeilijke baring of een baring die te vroeg of te laat optreedt, is nogal eens het gevolg van een probleem in de hersenontwikkeling van het kind in de baarmoeder. En ook die hersenontwikkelingsstoornis kan berusten op een genetische stoornis, zuurstoftekort in de baarmoeder, infecties, blootstelling aan medicijnen of verslavende stoffen die de zwangere vrouw neemt, zoals morfine, cocaïne of roken. Dit betekent dat het zoeken naar de oorzaak van te vroege of moeilijke geboorte niet compleet is zonder onderzoek van de hersenen van het kind."(50)

(53) II.3 - Moederlijk gedrag

"De hersenen van de vrouw worden al tijdens de zwangerschap geprogrammeerd voor het moederlijke gedrag. Hormonen veroorzaken hersenveranderingen die na de geboorte door de aanwezigheid van het kind worden versterkt. De veranderingen in de hersenen van de moeder zijn langdurig, ze lijken zelfs permanent te zijn." [mijn nadruk] (54)

[Dus ze kunnen niet anders? Gevaarlijke stelling.]

Alle mogelijke functies van oxytocine en vasopressine.

(65) II.4 - Vaderlijk gedrag

"Ook de man wordt al tijdens de zwangerschap van zijn vrouw voorbereid op zijn rol als vader. Er vinden veranderingen plaats in de hormonen die op de hersenen inwerken, en die maken dat de vaders in spe zich niet alleen anders gaan gedragen maar zich ook anders gaan voelen. Al voor de geboorte van het kind stijgen bij de toekomstige vader de spiegels van het hormoon prolactine. Dit hormoon is bij de moeder belangrijk voor de melkproductie. Maar bij zowel de vrouw als de man induceert prolactine ook het verzorgende gedrag. Tevens dalen bij de toekomstige vader de bloedspiegels van het manlijke geslachtshormoon testosteron, wat een verminderde agressie ten opzichte van het kind en een afgenomen voortplantingsdrift tot gevolg zal hebben. Die nuttige daling van de testosteronspiegel bij de vader is een universeel fenomeen. (...) Bij het vaderschap zijn er veranderingen in het voorste deel van de hersenen, de prefrontale cortex. Het aantal contactplaatsen tussen zenuwcellen neemt in dit deel van de hersenschors toe. Dat suggereert een reorganisatie van het netwerk ter plaatse. Bovendien neemt de gevoeligheid voor vasopressine in dit deel van de hersenschors toe. Deze chemische boodschapper in de hersenen stimuleert het sociaal gedrag en helpt de vaders bij hun nieuwe taken."(70-71)

[Daar is dan over het algemeen weinig van gebleken, van die verzorgende rol van de vader. Ik vind het een onzinverhaal. ]

(74) II.5 - Het belang van een stimulerende omgeving voor de vroege hersenontwikkeling

"Je komt ter wereld met hersenen die door je genetische achtergrond en de ontwikkeling in de baarmoeder uniek zijn geworden, en waarin je karakter, talenten en beperkingen al voor een groot deel zijn vastgelegd (zie IV.1-4, IX.1). Een veilige, stimulerende omgeving na de geboorte, die haalbare eisen aan het zich ontwikkelende kind stelt, stimuleert vervolgens de groei van de hersenen."(74)

"De ontwikkeling van onze moedertaal laat ook zien hoe de omgeving sommige hersensystemen ook na de geboorte nog programmeert. De moedertaal is onafhankelijk van onze genetische achtergrond, en wordt slechts bepaald door de omgeving waarin het kind in die kritische periode voor de taalontwikkeling na de geboorte opgroeit. De ontwikkeling van een moedertaal drukt niet alleen een heel sterk stempel op de hersenontwikkeling, zij is cruciaal voor vele aspecten van de ontwikkeling van het kind."(78)

(83) II.6 - Herinneringen uit de baarmoeder

"Andere modaliteiten van foetaal geheugen echter zijn bij diverse soorten aangetoond. Het lijkt ook nuttig dat een vogelembryo al in het ei de roep van de ouders leert kennen en dat bij de mens de band tussen moeder en kind al wordt gelegd tijdens de zwangerschap door de stem van de moeder. Bij de mens blijkt het bestaan van foetaal geheugen uit experimenten met drie paradigma’s: habituatie, klassieke conditionering en ‘exposure learning’."(87)

"Samenvattend bestaat er een foetaal geheugen voor geluid, trillingen, smaak en reuk. In principe lijkt het dus mogelijk dat we de hersenen van onze kinderen niet alleen bederven door te roken, te drinken, en medicijnen en drugs te gebruiken, maar ook door naar slechte tv-programma’s te kijken. Je zou dus zo nu en dan een goed boek moeten nemen en de foetus voorlezen in de hoop dat althans de volgende generatie weer aan het lezen gaat."(89)

(89) III - Het bedreigde foetale brein in de ‘veilige’ baarmoeder

(89) - III.1 - Hersenontwikkelingsstoornissen door het milieu

"Deze wordt op zijn beurt beïnvloed door de beschikbaarheid van voedingsstoffen, chemische boodschappers van andere hersencellen (neurotransmitters) en groeistoffen, en door hormonen. De geslachtshormonen van het kind sturen in deze fase de seksuele differentiatie van de hersenen. Stoffen die tijdens de zwangerschap via de placenta naar het kind gaan, zoals stoffen uit het milieu, alcohol, nicotine en andere verslavende stoffen en geneesmiddelen die de moeder tot zich neemt, kunnen het delicate proces van de hersenontwikkeling verstoren." [mijn nadruk] (91)

[Maar er zijn dus ook stoffen die die hersenontwikkeling stimuleren. Voedingsstoffen komen immers ook via de moeder binnen. Dat is net zo goed iets van buiten.]

"Ondervoeding van het kind in de baarmoeder kan ook veroorzaakt worden doordat sommige aanstaande moeders heftig braken tijdens de zwangerschap, of strikt dieet houden om niet dikker te worden, of te weinig eten vanwege de ramadan."(92)

Jodium is belangrijk, zware metalen als kwik zijn gevaarlijk.

"Voor een atypische ontwikkeling van de geslachtsorganen wordt in 10-20% van de gevallen geen chromosomale oorzaak gevonden. Hiervoor zouden chemicaliën afkomstig uit het milieu verantwoordelijk kunnen zijn. DDT, pcb’s, dioxines en vele andere stoffen die in het milieu aanwezig zijn, worden nu ‘endocriene verstoorders’ genoemd omdat ze de werking van de geslachtshormonen op de normale geslachtelijke differentiatie kunnen verstoren."(95)

(96) III.2 - Hersenontwikkelingsstoornissen door verslavende stoffen en geneesmiddelen

" ... of het ontbreken van delen van armen of benen. De laatste afwijkingen werden veroorzaakt door een destijds nieuw slaapmiddel dat aan zwangere vrouwen werd gegeven en plotseling zoveel indrukwekkende afwijkingen veroorzaakte dat het bekendstaat als het ‘Thalidomide-’ of ‘softenondrama’. Die onmiddellijk zichtbare ontwikkelingsstoornissen worden ‘teratologische afwijkingen’ genoemd. Door het Thalidomidedrama is men voorzichtiger geworden met geneesmiddelen tijdens de eerste drie maanden van de zwangerschap. Deze afwijkingen zijn echter slechts het topje van de ijsberg van de hersenontwikkelingsstoornissen die veroorzaakt kunnen worden door chemische stoffen, ook na de eerste drie maanden van de zwangerschap." [mijn nadruk] (97)

[Is dat zo? Ik vind artsen helemaal niet zo voorzichtig met het voorschrijven van medicijnen. Zelfs voor bekende bijwerkingen wordt niet gewaarschuwd, omdat die bij de een wel en bij de ander niet spelen. En bijsluiters slaan totaal door om juridische redenen.]

"Ik denk dat alle stoffen die een effect hebben op het volwassen brein ook de hersenontwikkeling van het nog ongeboren kind beïnvloeden. Ik heb nog geen uitzondering gezien op deze regel."(99)

"Als alle Nederlandse zwangere vrouwen zouden stoppen met roken, zouden er 30% minder kinderen extreem vroeg geboren worden, zou de geboorte van te lichte kinderen met 17% afnemen, en zouden de kosten voor de gezondheidszorg met 26 miljoen omlaaggaan. Dat zou men toch voor het kind over moeten kunnen hebben?"(101)

"Een dilemma is dat patiënten met schizofrenie, depressie of epilepsie veelal doorbehandeld moeten worden tijdens de zwangerschap, omdat de ziekte van de moeder ook schadelijk kan zijn voor het kind. (...) Er zijn dus belangrijke afwegingen te maken voor de behandelend arts."(104)

[En, ja, daar nemen ze vandaag de dag - met alle problemen in de zorg - alle tijd voor. Nee, dus.]

"De aanmaak van hersencellen vindt in een hoog tempo plaats in de baarmoeder en kort na de geboorte, en gaat vervolgens langzamer door tot ongeveer het 4e jaar. De rijping van de hersenen gaat veel langer door. In het voorste deel van de hersenen, de prefrontale cortex, zelfs tot het 25e jaar."(107)

(109) III.3 - Het kortetermijndenken van het ongeboren kind

"Naast onze genetische bepaaldheid is er zo ook een permanente invloed op de zich ontwikkelende hersenen van het kind door allerlei factoren die de activiteit van de hersencellen beïnvloeden, zoals hormonen van de foetus en de moeder, en voedingsstoffen en chemicaliën uit het milieu die de placenta passeren. De hersenen worden bijvoorbeeld door geslachtshormonen geprogrammeerd in de manlijke of vrouwelijke richting. Ook wordt het niveau waarop de stress-as en het agressief gedrag zullen functioneren al in de baarmoeder voor de rest van ons leven vastgelegd. De foetus reageert met soortgelijke mechanismen ook op extreme signalen uit de buitenwereld door hersensystemen op een permanente wijze bij te stellen. Zo bereidt de foetus zich voor op een moeilijk leven buiten de baarmoeder. Deze plasticiteit van de foetale hersenen heeft op korte termijn een overlevingsvoordeel, maar het maakt de zich ontwikkelende hersenen ook meteen zeer kwetsbaar voor schadelijke stoffen als nicotine uit de sigaret van een rokende moeder. Bovendien blijkt dat foetale programmering op langere termijn de basis kan zijn voor chronische ziekten." [mijn nadruk] (111)

"Bij stress van de moeder, bijvoorbeeld door levensloop of oorlogssituaties, vermanlijken de hersenen van de vrouwelijke foetus meer en die van de manlijke foetus minder. Dat lijkt ook een adaptieve reactie. Het meisje kan zich later beter handhaven als ze robuuster en competitiever is, terwijl een jongetje dat geen macho wordt minder makkelijk in conflict zal raken met alfamannen in die stressvolle omgeving.(...) Natuurlijk ‘denkt’ de foetus helemaal niet na over dit soort zaken. Miljoenen jaren zijn ongeboren kinderen blootgesteld aan dit soort bedreigingen. Een enkele keer had een kind een mutatie waardoor hij zich beter kon aanpassen aan de problemen die hem te wachten stonden, en deze gunstige mutatie verspreidde zich vervolgens door de populatie."(114-115)

[Wat is dat, het vermanlijken van de hersenen? En die laatste zin slaat echt nergens op. Zo'n jongetje wordt veel eerder gebullied en zo meer. Evolutionaire argumenten deugen toch maar vaak niet, vind ik, omdat er zoals ook hier allerlei speculatieve en normatieve beweringen aan vastgekoppeld worden.]

"Tot nu toe moesten dokters de late gevolgen van de foetale programmering behandelen. Met de kennis van de foetale programmering uit de Hongerwinter-studies kan men zich nu gaan richten op het voorkómen van de late gevolgen, bijvoorbeeld door voedingsadviezen tijdens de zwangerschap, en dat is pure winst."(116)

(116) III.4 - Voelt de foetus pijn?

"De bedrading voor de geleiding van pijnprikkels naar de hersenschors van de foetus is klaar bij 26 weken zwangerschap. Pas dan kunnen de pijnprikkels van de huid tot in de hersenschors van het kind komen, maar of ze dan ook al doordringen tot het bewustzijn staat nog niet vast. Het bewust voelen van pijn bij vroeggeborenen bestaat waarschijnlijk niet vóór de 29e-30e week van de zwangerschap. De pijnsensoren in de huid, de vertakte zenuwuitlopers, liggen er al bij zeven weken zwangerschap, en ruggenmergreflexen zijn vanaf de 8e week aanwezig, waardoor de foetus op aanraking met een naald kan reageren. Maar dat wil helemaal nog niet zeggen dat pijn bewust gevoeld kan worden, in tegenstelling tot wat de fanatieke pro-lifers zeggen. Daarvoor moet de prikkel eerst de hersenschors bereiken en bovendien moet de cortex zelf rijp genoeg zijn om die prikkels op een zinvolle wijze te kunnen verwerken." [mijn nadruk] (118)

"Mijn conclusie over dit alles is dat een algemene narcose bij een abortus of een ingreep in de baarmoeder tot 25 à 26 weken niet nodig is voor de foetus en mogelijk een extra risico voor de moeder meebrengt, dat een vroeggeboren kind voor de zekerheid wel een verdoving moet hebben bij pijnlijke ingrepen, en dat voor de besnijdenis van een jongetje een verdoving verplicht zou moeten zijn."(121)

(122) III.5 - Zelf je been afzagen: Body Integrity Identity Disorder, een bizarre ontwikkelingsstoornis

"Tijdens onze vroege ontwikkeling wordt niet alleen onze genderidentiteit (het gevoel man of vrouw te zijn) en onze seksuele oriëntatie (homo-, hetero-, of biseksualiteit) in de hersenen geprogrammeerd (zie IV), maar ook ons lichaamsschema. Een wonderlijke ontwikkelingsstoornis van dit laatste proces is Body Integrity Identity Disorder (BIID). Personen met dit syndroom hebben van jongs af aan het gevoel dat een deel van hun lichaam niet bij hen hoort en willen dit koste wat kost kwijt."(122)

[Als je dat letterlijk neemt zou je er ook gewoon een ander programma in kunnen stoppen (deprogrammeren, herprogrammeren). Maar het taalgebruik suggereert juist dat het vastligt in de hersenen. Daarom hou ik niet van dat soort metaforen.]

(125) IV - Seksuele differentiatie van de hersenen in de baarmoeder

(127) IV.1 - Typisch een jongetje of meisje?

"Tussen de 6e en 12e zwangerschapsweek ontwikkelen de geslachtsorganen van het kind zich in manlijke of vrouwelijke richting door de aan- of afwezigheid van testosteron. Vervolgens differentiëren de hersenen zich in manlijke of vrouwelijke richting in de tweede helft van de zwangerschap, doordat het jongetje dan een piek van testosteron produceert en het meisje niet. In deze periode wordt het gevoel man of vrouw te zijn, onze genderidentiteit, voor de rest van ons leven vastgelegd in onze hersenstructuren."(127)

[Lijkt me weer te simpel. Wat betekent "vastgelegd in onze hersenstructuren" eigenlijk?]

"De preferentie voor speelgoed is ons dus niet opgedrongen door de maatschappij, maar is in ons brein geprogrammeerd om ons op onze latere rol in de maatschappij voor te bereiden, zoals op het moederschap bij het meisje, en op vechten en meer technische taken bij het jongetje. Het geslachtsverschil in de keuze van het speelgoed bij aapjes laat zien dat het mechanisme dat hieraan ten grondslag ligt tientallen miljoenen jaren teruggaat in onze evolutionaire geschiedenis. De piek in testosteron die normaal optreedt bij jongetjes in de baarmoeder lijkt verantwoordelijk voor het geslachtsverschil in spelgedrag. Meisjes die in de baarmoeder te veel testosteron produceren door de eerder genoemde bijnierafwijking CAH, hebben de ongebruikelijke voorkeur te kiezen voor jongetjes als speelkameraadje, spelen bij voorkeur met jongensspeelgoed en spelen wilder dan je van meisjes gewend bent. Ze worden daarom ook wel ‘tomboys’ genoemd." [mijn nadruk] (133-134)

[Veel te simpel evolutionair determinisme. Alsof de samenleving hier geen grote rol in speelt. Alsof je kind als vader en moeder zelf meisjes- en jongensspeelgoed laten kiezen hier helpt. Er zijn veel meer invloeden dan de ouders en de invloeden van de ouders gaan veel verder dan de ouders zelf doorhebben.]

"Ook zijn er duidelijke geslachtsverschillen in spontaan gemaakte kindertekeningen. Zowel in de onderwerpen en kleuren als in de composities van tekeningen van jongens en meisjes zijn verschillen te zien die beïnvloed worden door hormonen in de baarmoeder. Meisjes tekenen bij voorkeur menselijke figuurtjes, vooral meisjes en vrouwen, bloemen en vlinders. Zij gebruiken heldere kleuren, zoals rood, oranje en geel. De onderwerpen zijn vreedzaam en de figuurtjes staan veelal op één lijn. Jongetjes daarentegen tekenen bij voorkeur technische objecten, wapens, gevechten en vervoersmiddelen zoals auto’s, treinen en vliegtuigen. Vaak is de compositie van bovenaf gezien en gebruiken ze donkere en koele kleuren, zoals blauw. De tekeningen van meisjes die door CAH in de baarmoeder aan te veel testosteron zijn blootgesteld, maken 5-6 jaar later tekeningen met de karakteristieken van die van jongetjes, ondanks het feit dat ze meteen na de geboorte behandeld zijn.
Sommige geslachtsverschillen in ons gedrag zijn al zo vroeg in de ontwikkeling zichtbaar dat die uitsluitend in de baarmoeder kunnen zijn ontstaan. Al op de eerste dag na de geboorte kijken meisjes het liefst naar gezichten, terwijl jongetjes bij voorkeur naar mechanisch bewegende voorwerpen kijken. Op de leeftijd van één jaar maken meisjes al meer oogcontact dan jongetjes, terwijl meisjes die in de baarmoeder zijn blootgesteld aan te hoge testosteronspiegels jaren later als kind minder oogcontact hebben. Ook hierbij speelt testosteron in de baarmoeder dus een sleutelrol. Oogcontact heeft in het dagelijks leven een heel andere betekenis voor vrouwen dan voor mannen. Binnen westerse culturen gebruiken vrouwen oogcontact om andere vrouwen beter te begrijpen, en ze voelen zich er dan ook prettig bij. Voor westerse mannen heeft oogcontact echter een betekenis bij het uittesten van hun plaats in de hiërarchie, en dat kan zeer bedreigend overkomen. Ook dat is weer pure biologie."(135)

[Ik betwijfel dat "boys will be boys"-verhaal zeer. Het feit dat hier geen enkele bronvermelding is opgenomen, maakt me nog wantrouwiger. ]

(137) IV.3 - Hetero-, homo- en biseksualiteit

"Tussen 1939 en 1960 is in de VS en Europa aan zo’n 2 miljoen zwangeren de oestrogeenachtige stof DES toegediend om een miskraam te voorkomen. Dat effect had DES overigens niet, maar dokters geven graag iets en patiënten willen nu eenmaal behandeld worden." [mijn nadruk] (139)

[Met andere woorden: artsen doen niet wat goed is voor hun patiënten, maar willen graag aardig gevonden worden. Dus waarom zouden we ze geloven? En waarom zouden Swaab geloven zoals wanneer hij schrijft:]

"Hoewel er vaak verondersteld werd dat ook de ontwikkeling na de geboorte van belang zou zijn voor onze seksuele oriëntatie, ontbreekt hiervoor ieder bewijs. Kinderen die opgroeien bij een lesbisch koppel zijn niet vaker homoseksueel. Er is evenmin enig bewijs voor de veelgehoorde opvatting dat homoseksualiteit een ‘gekozen levensstijl’ zou zijn."(140)

(142) IV.4 - Homoseksualiteit: geen keuze

"In 2009 werd dit bevestigd in een vernietigend rapport van de Amerikaanse vereniging van psychologen, de APA. De conclusie was dat de therapie om homoseksuelen te veranderen in hetero’s niet werkt en dat de 150 000 leden van deze vereniging hun klanten de therapie dus ook niet langer moeten aanbieden. In het rapport staat dat deze therapie mensen hooguit kan leren om hun gevoelens te negeren en niet in te gaan op homoseksuele verleidingen. Tevens werd bevestigd dat de therapie kan leiden tot depressie en zelfs tot suïcide.
Al het onderzoek wijst op een vroege programmering van onze seksuele oriëntatie in de hersenen gedurende onze ontwikkeling in de baarmoeder, waardoor deze de rest van ons leven vastligt (zie IV.3). Er zijn nu vele structurele en functionele verschillen bekend tussen de hersenen van homoseksuele en heteroseksuele mensen, die vroeg in de ontwikkeling moeten zijn ontstaan. De omgeving na de geboorte heeft hier geen invloed meer op." [mijn nadruk] (144)

"Het achterhaalde idee dat we vrij zouden zijn om onze seksuele oriëntatie te kiezen en dat homoseksualiteit dus een verkeerde keuze is, veroorzaakt nog steeds veel ellende.(...) Het idee dat de sociale omgeving richting geeft aan de ontwikkeling van onze seksuele oriëntatie heeft tot grootscheepse vervolging geleid."(145-146)

"Een belangrijk argument tegen het idee dat homoseksualiteit een ‘levensstijl’-keuze zou zijn, of onder invloed van de omgeving zou staan, is de gebleken onmogelijkheid om mensen van hun homoseksualiteit af te helpen."(147)

[Dat is een argument waarin dingen door elkaar (kunnen) lopen. Wie zegt dat de groep mensen bij wie het onmogelijk bleek ze van hun homoseksualiteit af te helpen leden bevatte van de groep mensen bij wie homoseksualiteit verworven is? Maar er worden weer geen bronnen gegeven. We moeten alles maar geloven wat Swaab zegt. ]

(148) IV.5 - Homoseksualiteit in het dierenrijk

"Er wordt wel eens gesteld, door onze homofobe medemens, dat homoseksualiteit niet in het dierenrijk zou voorkomen en daarom ‘onnatuurlijk’ zou zijn. Dit is onzin. Er is nu bij zo’n 1500 diersoorten homoseksueel gedrag beschreven, van insecten tot aan zoogdieren."(149)

(153) IV.6 - Transseksualiteit

"Man-naar-vrouw-transseksualiteit (MnV) komt voor bij 1 op de 10 000 mensen, en vrouw-naar-man-transseksualiteit (VnM) bij 1 op de 30 000. Genderproblemen komen vaak al vroeg in de ontwikkeling tot uiting."(155)

(160) IV.7 - Pedofilie

"Ook pedofilie lijkt te verklaren door genetische en andere vroege ontwikkelingsfactoren waardoor de hersenen een atypisch ontwikkelingstraject volgen en er vroeg in de ontwikkeling structurele hersenverschillen ontstaan. Bij eerstegraads-familieleden van pedofielen werd een hoog percentage (18%) deviant seksueel gedrag, zoals pedofilie, gevonden, wat op het bestaan van een genetische factor wijst. Bovendien zijn pedofielen als kind vaker seksueel misbruikt door volwassenen."(163)

[Bronnen? ]

"Een onderzoek naar het belang van allerlei mogelijke vroege ontwikkelingsfactoren voor het risico op het ontstaan van pedofilie ligt nu zeer voor de hand, maar wordt bemoeilijkt door het taboe dat er bestaat op pedofilie. Wie durft er in onze maatschappij voor uit te komen dat hij pedofiel is en mee te doen aan onderzoek naar de achtergronden ervan?"(164)

"Seksueel misbruik is schadelijk voor kinderen en wordt gestraft om de maatschappij genoegdoening te geven en om herhaling te voorkomen. Dat laatste is een probleem, want hoe verander je gedrag dat in de vroege ontwikkeling geprogrammeerd is in de hersenen?" [mijn nadruk] (165)

[De man houdt van simpele stellingen zonder enige onderbouwing, dat is duidelijk.]

"Helaas heeft de geneeskunde ook nog geen traditie wat betreft onderzoek naar de factoren die tijdens de vroege ontwikkeling pedofilie kunnen veroorzaken. Het doorbreken van het taboe op zulk onderzoek zou inzicht kunnen geven in de factoren die pedofilie tijdens de ontwikkeling veroorzaken en in de beste methoden om de pedofiele impulsen te kunnen beheersen en recidieven te voorkomen. Zo zou alle betrokkenen veel leed bespaard kunnen blijven. Dat geldt ook voor vrouwelijke pedofielen. De mythe dat, wat betreft pedofilie, vrouwen onschuldig zouden zijn is achterhaald. Seksueel misbruik van kinderen door vrouwen betreft meestal moeders die hun eigen jonge kinderen misbruiken. De slachtoffertjes zijn voor het grootste deel meisjes en gemiddeld zo’n zes jaar oud. De moeders zijn vaak arm, laag opgeleid en hebben veelal psychische problemen zoals mentale retardatie, psychosen en verslaving."(168)

(169) IV.8 - Maatschappelijke reacties op mijn onderzoek naar de seksuele differentiatie van de hersenen

"Toen ik in de jaren zeventig aan de faculteit geneeskunde mijn eerste colleges gaf over seksuele differentiatie van de hersenen, werden de breed gedragen opvattingen over het belang van de sociale omgeving niet alleen verwoord door Money en de zijnen, het was ook een leidraad voor het feministisch denken. Alle verschillen tussen de seksen wat betreft gedrag, beroep en belangstelling waren de vrouwen opgedrongen door de mannenmaatschappij, aldus het toenmalige feminisme. Op de voorste rij van mijn gehoor bij die eerste colleges zaten vrouwelijke studenten te breien en te haken. Het was uit alles duidelijk dat het onderwerp dat ik behandelde en de visie die ik daarop had absoluut niet strookte met wat ze wilden horen. Toen het licht uitging omdat ik dia’s ging vertonen, protesteerden ze heftig, want ze konden hun handwerkje niet meer zien! Vanaf dat moment heb ik bij ieder college en iedere lezing vanaf het allereerste begin tot het laatste moment dia’s vertoond met sterk gedimde verlichting. De dames van de voorste collegebanken zonden een delegatie naar de rector om hem om een vrouwvriendelijker docent te vragen. Die was blijkbaar niet voorradig, want ik heb er nooit meer iets van gehoord."(170)

[Aardige anecdote, maar vrouwvijandig en nogal flauw.]

"Het ontkennen van mogelijke biologische geslachtsverschillen in de hersenen en het gedrag van de mens werd breed gedragen binnen het feminisme. Biologe Joke ’t Hart zei bijvoorbeeld in een hp-interview (17/1/87) naar aanleiding van onze publicaties: ‘Maar als ik op een gegeven moment zou accepteren dat er sekseverschillen bestaan op zulke fundamentele punten als de samenstelling van de hersenen, dan ben ik uitgepraat als feministe.’ Ik heb daarna ook niets meer van haar gehoord. Sindsdien zijn er vele honderden geslachtsverschillen beschreven in de hersenen van de mens." [mijn nadruk] (171)

(180) IV.9 - De paus: m/v? effe checken!

[Een flauw stukje wat duidelijk als column heeft gediend.]

(185) V - Puberteit, verliefdheid en seksueel gedrag

(185) V.1 - Puberhoofd

"Het evolutionaire voordeel van de puberteit is duidelijk: pubers worden klaargemaakt voor de voortplanting. En het pubergedrag, met het afzetten tegen het gezin, verkleint de kans dat de voortplanting in de eigen kring zal plaatsvinden, en daardoor vermindert het risico op erfelijke afwijkingen. Bij het verlaten van het eigen nest hoort het zoeken naar nieuwe ervaringen, het nemen van grote risico’s zonder enige angst, en impulsief gedrag. Pubers denken alleen aan gevolgen op zeer korte termijn en ze zijn tijdens de risicovolle keuzes ongevoelig voor straf. Dat komt door de onrijpe prefrontale cortex. Hierdoor is er ook een verhoogde kans op het misbruik van verslavende middelen die op het onrijpe puberbrein permanente schade kunnen aanrichten." [mijn nadruk] (187)

[Nog meer evolutionair geneuzel met een hoop normatief gegeneralizeer.]

"Zo moeten er bij de vrouw ook genoeg vetreserves aanwezig zijn om tijdens de zwangerschap, in geval van voedselschaarste, het kind van voedsel te kunnen voorzien. De hersenen registreren of er voldoende vetweefsel aanwezig is door de hoeveelheid leptine te meten, een hormoon dat door vetcellen gemaakt wordt. Bij een tekort aan vetreserves, bijvoorbeeld door een eetstoornis zoals anorexia nervosa, of extreme sportprestaties, is er een leptinetekort en treedt de puberteit niet of later in."(188)

[Kijk, dit is nu feitelijk. ]

(190) V.2 - Pubergedrag

"Pubers zien niet hun onrijpe hersenen als het probleem, maar hun ouders. In feite is dat echter hetzelfde: de ouders zijn de plaatsvervangende prefrontale cortex (PFC, fig. 14) van de puber. De ouders moeten in de periode waarin de PFC van de pubers nog te onrijp is, zorgen voor de planning, organisatie, de morele kaders en de grenzen van het kind. Dat zijn de functies die de eigen, langzaam rijpende PFC van de puber geleidelijk gaat overnemen. Het probleem is dat de pubers van tegenwoordig hebben ontdekt dat hun ouders niet de macht hebben om de rol van hun plaatsvervangende PFC af te dwingen." [mijn nadruk] (190)

[En dit is dus weer geklets. Wat er allemaal niet afgeleid wordt van dat de PFC zogenaamd pas rondom het 25ste levensjaar 'rijp' is. Uiteraard is dat alleen statistisch zo. En dan nog is de relatie ervan met gedrag vast niet zo simpel. En de wisselwerking tussen ouders en kind is in ieder geval niet zo simpel.]

"Door de stijging van de geslachtshormonen tijdens de puberteit ontwaakt niet alleen de seksualiteit, maar ook het typisch manlijke agressieve en risicozoekende gedrag. De kans op ontremd, antisociaal, agressief en delinquent gedrag neemt toe." [mijn nadruk] (193)

[Ja, hoor, het komt allemaal door de hormonen. De hele samenleving wordt even vergeten. Ergerlijke herhaling van zetten.]

"Het ligt voor de hand dat de dalende lijn in delicten gerelateerd is aan de gelijktijdige ontwikkeling van de pfc, die het impulsieve gedrag inperkt en het morele gedrag bevordert. Het is een geruststellend idee voor de ouders dat er een einde zal komen aan het pubergedrag."(194)

[Het is allemaal de pfc, weet je wel.]

(194) V.3 - Het verliefde brein

"Er zijn bij verschillende stadia van ons liefdesleven een groot aantal hersenprocessen betrokken, zoals bij: 1) verliefdheid, 2) seksuele opwinding, 3) hechting die gericht is op een langere verbintenis tussen de partners en 4) moederlijk en vaderlijk gedrag (zie II.3,4)."(195)

[Er zijn ook heel veel maatschappelijke processen bij betrokken.]

"Verliefdheid is bij de mens over de hele wereld de basis voor paarvorming."(196)

[Dat is simpelweg niet waar. Dat is maar één mogelijkheid. En nog een ding: wat zegt het dat bij bepaalde gevoelens van mensen bepaalde hersengebieden oplichten of hormoonniveaus stijgen of dalen? Dat maakt hersengebieden en hormonen nog niet tot oorzaken van die gevoelens. Wie weet zijn het niet meer dan gevolgen en de gevoelens de oorzaken.]

"Het evolutionair oude belonende systeem maakt ons duidelijk wie ‘de ware’ is, en koppelt zo de voortplanting aan de althans voor dat moment ‘juiste’ partner. Pas als de heftige verliefdheid voorbij is, neemt de hersenschors het over." [mijn nadruk] (199)

[Alsof we verliefd worden om ons voort te planten. Evolutionair geklets.]

(199) V.4 - Hersenziekten en seksualiteit

"Aangezien er voor alles een plaats en een tijd is, zijn vele hersengebieden voortdurend bezig met het afremmen van ons seksueel gedrag. Dit lukt normaal gesproken zo’n 23 uur per dag. Ontremd seksueel gedrag, of hyperseksualiteit, wordt daarom gezien bij patiënten die een beschadiging hebben in zulke remmende hersengebieden." [mijn nadruk] (201)

[Lekker vaag en normatief. Wat is 'ontremd seksueel gedrag', wie bepaalt dat? De dominee?]

"Seks begint en eindigt in de hersenen. Vele hersensystemen houden ons seksueel gedrag voortdurend in toom, maar als we verliefd worden gaan alle remmen los. Je hoort, ziet, ruikt en voelt je partner, en er worden vervolgens een groot aantal hersenstructuren geactiveerd. Vanuit een veelheid van hersengebieden wordt ons seksueel gedrag vervolgens aangestuurd en via het ruggenmerg en het autonome zenuwstelsel worden onze geslachtsorganen voorbereid voor dat ene werkelijke doel van ons bestaan: het bevruchten van een eicel. Om te zorgen dat men zich volledig voor dat doel inzet, produceren de hersenen het orgasme als beloning." [mijn nadruk] (204)

[O, dát is het doel van ons bestaan en van seks: de voortplanting. Wat een onzin. En hersenen zorgen niet en belonen ons niet voor ons gedrag, dat is een verkeerd taalgebruik, hersenen reageren gewoon op prikkels. En wat met al die mensen die geen orgasmes kennen dan? En wat met al die mensen die seks hebben terwijl de vrouw al zwanger is? en zo honderd problemen meer.]

"De maandelijkse fluctuaties van de hormoonspiegels bij de vrouw signaleren bovendien naar de hersenen wanneer haar vruchtbare periode is aangebroken. Amerikaanse studentes kleedden zich onbewust modieuzer rond de eisprong, de ovulatie. Ze waren dan eerder geneigd rokken aan te trekken dan broeken, ze droegen meer juwelen, lieten meer huid zien en hun seksuele activiteit nam in die periode toe. De signalen die vrouwen tijdens de vruchtbare periode onbewust uitzenden werken ook voor de buitenwereld. De fooien die danseressen in een striptent kregen waren rond de ovulatie 335 dollar per avond, terwijl ze in de rest van de cyclus ‘slechts’ 185 dollar per avond vingen. Rond de ovulatie prefereren vrouwen ook meer mannelijkheid in het gezicht, in de stem en in het gedrag van mannen om hen heen. Met dit onderzoek wonnen Geoffrey Miller en Brent Jordan in 2007 de ‘Ig Nobelprijs’, wat een parodie op de echte Nobelprijs is." [mijn nadruk] (209)

[Weer van biologie naar gedrag, alsof het de enige factor is. Ik zou die onderzoeken wel eens willen onderzoeken. Maar bronnen worden dus nooit gegeven hier. En dat laatste onderzoek is gewoonweg onzinnig. ]

"Met het effect op het spermatransport heeft het orgasme van de vrouw ook een effect op de partnerkeuze, want een partner die voor een orgasme kan zorgen heeft via dat mechanisme een evolutionair voordeel op het tot stand komen van de bevruchting. Bovendien is er voor het vrouwelijke orgasme een erfelijke factor gevonden."(211)

[Nog meer evolutionair geleuter. Alsof mensen alleen neuken, en alleen uit zijn op bevruchting.]

"Als we al die intensieve interacties tussen hersenstructuren, seksualiteit en ziekten overzien, dan is het toch op zijn minst wonderlijk dat er in een medische status van patiënten in het algemeen nauwelijks of geen aandacht wordt besteed aan vragen over het seksuele gedrag van de betreffende persoon. Meestal zie je alleen maar ‘g.b.’ (geen bijzonderheden) genoteerd staan, en dan weet je dat er hoogstwaarschijnlijk niet naar is gevraagd. ‘Geen belangstelling’ lijkt dus een betere verklaring van de afkorting. Wij zijn geprogrammeerd om alles wat seks betreft als zeer privé te beschouwen, en het gevoel van gêne verdwijnt blijkbaar niet met het aantrekken van een witte jas."(222)

[Wat vragen oproept over al het onderzoek op dit terrein. Maar, nee, bronnen geven we niet hier. ]

(222) VI - Hypothalamus: overleven, hormonen en emoties

(222) VI.1 - Hormoonproductie door de hypothalamus en stromen urine

"Per dag stromen er grote hoeveelheden bloed door de nier om gezuiverd te worden. Tijdens dat zuiveringsproces haalt de nier zo’n 15 liter per dag aan vocht terug uit het afvalwater. De nier doet dit met behulp van een hersenhormoon dat de uitscheiding van water tegengaat en daarom ‘antidiuretisch hormoon’ (ADH) genoemd wordt. Hetzelfde hormoon staat eveneens bekend als ‘vasopressine’ omdat het ook een bloeddrukverhogend effect heeft. Het is een klein eiwit dat door hersencellen wordt gemaakt. Deze cellen liggen in de hypothalamus en transporteren het hormoon naar het achterste deel van de hypofyse, waar het aan de bloedbaan wordt afgegeven."(224)

"Uit de waarnemingen van de Scharrers kwam zo het vakgebied neuro-endocrinologie voort. De veronderstelling van Ernst en Berta Scharrer dat die hormoonproducerende zenuwcellen iets met de waterhuishouding te maken zouden hebben, was visionair. De functie van het ADH wordt onmiddellijk duidelijk wanneer er een erfelijk foutje in het DNA voor dit hormoon zit."(225)

(229) VI.2 - Overleven zonder hypothalamus

"Overleven zonder hypothalamus lukt slechts met continue hulp van anderen."(230)

(235) VI.3 - Depressie

"Hoe dan ook, lichamelijke ziekten zijn nogal eens de oorzaak van een depressie, en een depressieve patiënt moet dus in de eerste plaats lichamelijk goed nagekeken worden."(237)

"Het antwoord op Van Dams vraag zit in de combinatie van verschillen in onze genetische achtergrond en de factoren waaraan we hebben blootgestaan tijdens onze ontwikkeling in de baarmoeder en als jong kind na de geboorte. Al die factoren programmeren de activiteit van het stresssysteem voor de rest van ons leven."(240)

[Onzin. Alsof we op dat punt niets meekrijgen van onze opvoeding, alsof we niets kunnen leren van onze ervaringen.]

"Na de geboorte kan de stress-as nog blijvend worden geactiveerd door ernstige verwaarlozing of misbruik van het jonge kind.
Wij hebben bovendien gevonden dat vrouwelijke hormonen, oestrogenen, de stress-as stimuleren en het manlijke hormoon, testosteron, de stress-as remt. Dat lijkt een goede verklaring te zijn voor het feit dat vrouwen een tweemaal zo grote kans hebben om een depressie te krijgen als mannen."(241)

[Dus kan stress ook worden verminderd door een goede aandacht en een liefdevole opvoeding. De man spreekt zichzelf tegen.]

"Hypomane perioden kunnen heel productief zijn. De componist Robert Schumann componeerde meer dan 20 werken in zijn hypomane fasen, in 1840 en in 1849, en helemaal niets in zijn depressieve perioden, in 1844 en 1854."(245)

"Concluderend is er een heel netwerk van hersensystemen met verschillende chemische boodschappers betrokken bij het ontstaan van depressies. Bij verschillende personen staan verschillende systemen op de voorgrond als oorzaak van een depressie. Maar bij alle heeft de stress-as een centrale plaats in het ziekteproces."(250)

(259) VI.5 - Vetzucht

"Dat lijkt niets, maar intussen is vetzucht, corpulentie, zwaarlijvigheid of obesitas in een enorm tempo een wereldgezondheidsprobleem geworden: globaal zijn er 300 miljoen mensen met obesitas en 1 miljard met overgewicht. De kans op diabetes, hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, sommige vormen van kanker en dementie neemt hierdoor sterk toe. In het Westen heeft 60% van de volwassenen overgewicht en 30% vetzucht. Bij een thuiswedstrijd van Ajax zitten er meer dan 21 000 te dikke mannen in de Arena te kijken. Extra verontrustend is de laatste tijd de sterke toename van vetzucht bij kinderen. In de VS heeft 30% van de kinderen overgewicht of vetzucht."(260)

"Maar het is niet uitsluitend de schuld van onze onmacht overdaad te hanteren dat er zoveel dikke mensen zijn. Aanleg speelt zeker ook een rol. Vetzucht heeft een belangrijke genetische component. Onderzoek bij tweelingen, geadopteerde kinderen en families geeft aan dat zo’n 80% van de variatie in lichaamsgewicht voor rekening van genetische factoren komt."(261)

[Weer zo'n oppervlakkige bewering. Hoe kan hij dit zelfs maar weten?]

"Al met al is het eigenlijk een wonder als je in onze maatschappij van overdaad een redelijk figuur weet te behouden!"(266)

[En dan later dit schrijven.]

(266) VI.6 - Clusterhoofdpijn

"Er zijn een aantal redenen om clusterhoofdpijn als een ziekte van de hypothalamus te beschouwen."(268)

(272) VI.7 - Narcolepsie: slap van het lachen

"De symptomen van narcolepsie worden veroorzaakt door een gebrek aan een chemische boodschapper in de hypothalamus die hypocretine (of ook wel orexine) heet. Als de cellen die hypocretine maken, om ons nog onbekende redenen, in de hypothalamus degenereren, ontstaan de symptomen van narcolepsie. Dit proces is te volgen door hypocretine te meten in het hersenvocht."(276)

(282) VI.9 - Anorexia nervosa is een hersenziekte

"De Franse modesector tekende een convenant vóór het juiste gebruik van afbeeldingen van topmodellen, en tégen het bevorderen van extreme slankheid. Ook de Britse artsenvakbond heeft het verband gelegd tussen abnormaal dunne modellen en het ontstaan van eetstoornissen. En in Nederland werd een 16-jarig meisje met anorexia dat nog maar 21 kilogram woog van het gymnasium gestuurd. Iedereen lijkt opeens te geloven in de mythe dat je anorexia krijgt door het te zien. Een besmettelijke ziekte, net zoals eens, ook volkomen misplaatst, gedacht werd over homoseksualiteit (zie IV.4). In beide gevallen is hiervoor geen enkel bewijs. Een miljoenen kostende voorlichtingscampagne in Engeland bleek weggegooid geld te zijn. Natuurlijk, want door je eetstoornis krijg je, als perfecte kapstok, een baan als model, maar omgekeerd veroorzaken anorectische modellen geen epidemie van eetstoornissen." [mijn nadruk] (284)

[De man heeft geen idee van de invloed van de media op gedrag van tieners en zo. Erg eenzijdige stellingname.]

"Alle symptomen wijzen erop dat het een ziekte van de hypothalamus is. Naast de eetstoornissen en gewichtsverlies stopt de menstruatie, zijn de spiegels van de geslachtshormonen verlaagd, vermindert het libido, is de schildklierfunctie verlaagd, werkt de bijnier harder, en zijn er stoornissen in de waterbalans en in het dag-nachtritme. Als vrouwen sterk afvallen, stopt de menstruele cyclus. Dat is een beschermingsmechanisme met een groot evolutionair voordeel. Als er al onvoldoende voedsel voor de vrouw zelf beschikbaar is, dan moet ze zeker niet zwanger worden. Maar bij 20% van de vrouwen die een eetstoornis krijgen stopt de menstruatie al vóórdat er sprake is van gewichtsverlies. Dat wijst op een primair ziekteproces dat aan de gang is in de hypothalamus." [mijn nadruk] (285)

"Deze vrij zeldzame observaties zeggen natuurlijk niet dat alle anorexia-nervosapatiënten een tumor in de hypothalamus hebben, maar wel dat een primaire hypothalame aandoening alle symptomen van anorexia kan veroorzaken en dit ziektebeeld geheel zou kunnen verklaren. Als je in een laat stadium van de anorexia nervosa een MRI-scan maakt, dan is het brein ook gekrompen, en kun je dus een breed scala aan gedrags- en cognitieve stoornissen verwachten."(286)

(305) VIII - Hersenen en bewustzijn

(305) VIII.1 - Neglect: half leven

"Dat onbewust vullen van de gaatjes in ons geheugen doet het brein dagelijks, ook als het intact is. We zijn ervan overtuigd dat gebeurtenissen zich precies zo hebben voorgedaan als we ons herinneren. Zo vertellen we dat ook onder ede in de rechtbank, maar ons brein heeft het verhaal slechts bedacht om uit de fragmenten die we waarnamen een passend geheel te maken, met alle gevolgen van dien."(309)

(344) VIII.7 - Opvattingen over de mechanismen van bewustzijn

"De filosoof Daniel Dennett wil het bewustzijn uitleggen als een puur lichamelijk, chemisch fenomeen. Dat spreekt me aan. Hij denkt echter ook dat de mens een ander soort bewustzijn heeft dan dieren door het enorme effect van de taalontwikkeling bij de mens. Het is, denk ik, meer voor de hand liggend dat dieren een andere graad van bewustzijn hebben."(347)

"Het belang van het hebben van een bewustzijn van de omgeving en van een zelfbewustzijn, komt vooral tot uiting in sociale interacties, bij de voortdurende interpretatie van hoe jouw situatie is ten opzichte van die van anderen. En daarmee zijn we weer terug bij Charles Darwin en Frans de Waal, die wezen op het enorme evolutionaire belang van het goed functioneren van het individu in de complexe sociale interacties binnen het geheel van de groep (zie XXI.1)."(347)

(347) IX - Agressie

(347) IX.1 - Agressief de baarmoeder uit

"De mens is een agressieve diersoort, net als de chimpansee. We hebben niet voor niets gemeenschappelijke voorouders. In de jaren zestig tot tachtig van de twintigste eeuw was er een universeel geloof in de maakbaarheid van de mens. Geef iedereen een goede leefomgeving en alle agressie en criminaliteit zou van de aardbodem verdwijnen. Iemand die er anders over dacht, zoals Wouter Buikhuisen, werd neergesabeld. Nu er weer nagedacht mag worden over de biologische achtergronden van ons gedrag, mag er ook weer gekeken worden naar de vraag waarom de ene persoon agressiever is dan de andere, en de een eerder met Justitie in aanraking kan komen dan de ander. Jongetjes zijn agressiever dan meisjes. Dat is al in de baarmoeder vastgelegd voor de rest van ons leven. De piek in het manlijke hormoon testosteron, die jongetjes zelf produceren halverwege de zwangerschap, maakt ze voor de rest van hun leven agressiever. Meisjes met een bijnierafwijking waardoor ze voor de geboorte veel testosteron produceren zijn later ook agressiever. En medicijnen die op hormonen lijken kunnen tijdens de zwangerschap het agressieniveau bij zowel jongetjes als meisjes verhogen." [mijn nadruk] (349)

[Ik betwijfel die stellingen. Het woord 'agressie' is al een probleem, want wat betekent het precies?]

"Ook de omgeving van de foetus beïnvloedt het agressieniveau later. "(351)

"Net zoals de mate van agressie al voor een belangrijk deel in de baarmoeder voor de rest van ons leven is vastgelegd, geldt dat ook voor vele andere van onze karaktertrekken. Dit is geen nieuw concept, het was alleen maar tijdelijk taboe om erover te praten in onze maakbare maatschappij. Charles Darwin (1809-1882) schrijft al in zijn autobiografie: ‘Ik ben het geheel met Francis Galton (dat was zijn neef) eens dat opvoeding en omgeving slechts een geringe invloed op de mens uitoefenen, en dat de meeste van onze eigenschappen aangeboren zijn.’ Dat brengt de mogelijke invloed van ouders en de vele goedwillende opvoedende instanties tot de juiste proporties terug (zie ook ix.2)." [mijn nadruk] (351)

[En waar ligt de grens dan? Dat blijft onduidelijk.]

(361) IX.4 - Schuld en boete

"Morele veroordeling en straf die gebaseerd zijn op eigen verantwoordelijkheid berusten dus op drijfzand. Het gevoel van moraliteit is echter sterk verankerd in onze evolutionaire ontwikkeling, want het heeft belangrijke consequenties voor de overleving van de groep. Daaruit komt ook het idee voort dat je zelf voor je daden verantwoordelijk bent, al is dat een illusie. In tegenstelling tot wat er soms gedacht wordt, is onze geprogrammeerdheid nog geen argument tegen het opleggen van straf. Immers, de volgende keer kan ons brein een effectieve straf meenemen in zijn onbewuste afwegingen of we iets wel of niet weer zullen doen." [mijn nadruk] (364)

[Over simpele en tegenstrijdige argumentatie gesproken. ]

"Alleen op basis van deze groepsgegevens kunnen we een op kansen gebaseerde uitspraak over het individu doen, waarbij een zekerheid voor ons oordeel over die persoon weliswaar ontbreekt, maar we in ieder geval juist oordelen voor de groep waartoe hij behoort."(365)

[Wat dus leidt tot de bekende statistische benadering binnen de medische wereld. Ook hierop is veel af te dingen.]

(370) X - Autisme

Gaat over de oorzaken, de vormen als Asperger. Veel ook over savants.

(387) XI - Schizofrenie en andere redenen voor hallucinaties

Eeen bijbelcitaat en:

"Jezus ging met het uitdrijven van kwade geesten (zie citaat boven) vooraf aan een lange religieuze traditie."(389)

[Alsof de geschiedenis van die dingen met Jezus begint. Typische opmerking van een gelovige.]

(414) XII - Reparatie en elektrische stimulatie

(430) XII.4 - Hersenstimulatie en geluk

"Arjan Haring had een intrigerende vraag: waarom, waar en hoe ervaren we geluk, en organiseerde er een symposium over. Prof. Ruut Veenhoven, de Rotterdamse ‘geluksprofessor’ vertelde dat geluksgevoel niet afhankelijk is van het al dan niet hebben van een doel in het leven. Dat verbaasde me niets want het leven is bij toeval ontstaan en geëvolueerd en heeft geen doel. Maar genieten is wel nuttig, want het is nauw verbonden met voedsel en voortplanting en dus cruciaal voor de overleving. Deze hedonische gevoelens zijn zelfs zo sterk dat ze leiden tot overbevolking en vetzucht. Verliefdheid, moederliefde en plezier in sociale contacten horen ook tot de positieve gevoelens die hun nut hebben voor het overleven van onze soort. De cognitieve ontwikkeling van de mens heeft het mogelijk gemaakt de gevoelens van plezier te verheffen naar de ‘hogere’ orde van kunsten en wetenschap, altruïsme, financiële en transcendente activiteiten, en zo tot geluk. " [mijn nadruk] (431)

[Deze tekst zit vol waardeoordelen en kromme gedachten. Met 'doel in het leven' hebben we het natuurlijk niet over het doel van de evolutie maar over de doelen die mensen zichzelf stellen om betekenis te geven aan hun leven. Ook verderop evolutionair geneuzel: genieten is nuttig voor het overleven van de soort, echt? En de trend is dus om plezier te verheffen naar een hogere orde? Plezier geeft blijkbaar geen geluksgevoelens?]

(459) XIII - Hersenen en sport

Over de neurologische schade door boksen en door sport in het algemeen.

"Het lijkt er inderdaad op, zoals indertijd in Vrij Nederland stond, dat de helft van de bevolking aan sport doet en de andere helft hen naar het ziekenhuis rijdt."(472)

"Eén orgaan, de hersenen, beïnvloedt onze levensduur echter in de omgekeerde richting. Hoe groter en actiever de hersenen zijn, hoe langer de levensduur. "(472)

[Ook weer zo'n stukje dat waarschijnlijk als column verscheen. ]

(473) XIV - Moreel gedrag

(473) XIV.1 - Prefrontale cortex: initiatief, planning, spraak, persoonlijkheid en moreel gedrag

Over de prefrontale cortex (PFC) die ervoor zorgt "dat je je als een sociaal aangepast persoon gedraagt".

[Wat dat ook moge zijn ... Eerst zeg je dat iemand zich onaangepast gedraagt, vervolgens gebruik je dat als smoes om ze te 'helpen'.]

"Honderd jaar na het ongeluk van Gage werd de prefrontale cortex expres kapotgemaakt tijdens de ‘hoogtijdagen’ van de psychochirurgie met een operatie die lobotomie of leukotomie heette.(...) De operatie werd later terecht gekenmerkt als ‘partiële euthanasie’, want van de persoonlijkheid bleef niets kenmerkends over, en van enig initiatief was geen sprake meer. De operatie werd niet gestaakt uit ethische overwegingen, maar werd overbodig door de opkomst van nieuwe medicijnen, de psychofarmaca, rond 1955."(476)

[Het zoveelste voorbeeld van wat artsen mensen allemaal aandoen, vooral mensen die afwijken van het 'normale'. En maken die psychofarmaca het nu echt beter?]

(480) XIV.2 - Moreel gedrag: de mens in het beest

"Aanhangers van de ‘Intelligent Design (ID)’-beweging gaan ervan uit dat moraliteit geen biologische basis heeft maar aan de mens is gegeven door Gods genade, en dat de gelovigen bij die uitreiking vooraan hebben gestaan."(480)

[Wat natuurlijk onzin is. Maar dat maakt het nog niet duidelijk wat die 'biologische basis' met moraal te maken heeft. Wat zeg je met zo'n uitspraak dat moraal een biologische basis heeft? Niets.]

"Er zijn vele schitterende voorbeelden van waarlijk moreel gedrag bij dieren beschreven."(482)

[Dieren zijn geen mensen. Dat is geen moreel gedrag, dat is sociaal instinct. En sociaal instinct bij dieren werd moraal bij mensen.]

"Het medeleven met en het helpen van de ander is dus weliswaar de kern van de menselijke moraal, maar heeft een lange en zeker niet voor de mens exclusieve evolutionaire geschiedenis."(483)

(483) XIV.3 - Onbewust moreel gedrag

"De grootste tragedie in de geschiedenis van de mensheid zou wel eens het zich toe-eigenen van de moraliteit door de godsdienst kunnen zijn. ARTHUR C. CLARKE"(483)

[Voorwaar een mooi begincitaat.]

"Morele regels dienen om de samenwerking en onderlinge steun binnen een sociaal levende groep te bevorderen en ze functioneren als een sociaal contract dat een groot aantal beperkingen aan het individu oplegt. Darwins morele psychologie (1859) was dan ook niet gebaseerd op een egoïstische competitie tussen individuen, maar op sociale betrokkenheid binnen de groep."(484)

"Inherent aan het biologische doel van moraliteit – de samenwerking bevorderen – is dat leden van het eigen groepje bevoordeeld worden. Allereerst is er de loyaliteit aan het eigen gezin, de familie en de eigen gemeenschap als een morele plicht. Pas als de overleving en de gezondheid van de naasten is gegarandeerd, kan de loyaliteitscirkel uitgebreid worden ..." [mijn nadruk] (485)

"Frans de Waal, een expert op dit gebied, heeft er echter op gewezen dat de mens meestal helemaal niet nadenkt over morele acties. Er wordt snel en instinctief moreel gehandeld vanuit een sterke biologische basis. Vervolgens verzint men achteraf een reden voor wat men in een flits, onbewust gedaan heeft. Onze morele waarden zijn in de loop van miljoenen jaren geëvolueerd, en berusten op onbewuste universele waarden. Moreel gedrag is ook al vroeg in de ontwikkeling zichtbaar, wat samen met het moreel gedrag bij dieren een argument is voor de biologische basis voor dit gedrag." [mijn nadruk] (486)

[Ook weer evolutionaire prietpraat. ]

(488) XIV.4 - Morele netwerken

Niet alleen de prefrontale cortex, maar ook vele andere hersengebieden zijn betrokken bij het nemen van onze morele beslissingen.

"Bij van moord beschuldigde mannen werden stoornissen in de functie van de PFC gevonden. Patiënten met een frontotemporale dementie, een hersenziekte die begint in de PFC, vertonen nogal eens asociaal, delinquent gedrag, zoals ongevraagde seksuele benaderingen, verkeersovertredingen waarna wordt doorgereden, lichamelijk geweld, diefstal, inbraak en pedofilie. Pas later blijkt dan dat deze gedragsveranderingen het begin waren van het ziekteproces.(489)"

[Weer zo simplistisch ... ]

"Het morele netwerk is dus niet alleen maar gelokaliseerd in de tijdens de recente evolutie verworven hersenschors, de neocortex. Ook de evolutionair oude gebieden zijn cruciaal voor onze morele functies. Typische morele emoties zoals schuldgevoel, medelijden en empathie, schaamte, trots, verachting en dankbaarheid, alsook walging, ontzag, verontwaardiging en woede zijn afhankelijk van de interacties van de genoemde hersengebieden."(491)

[So? ]

(492) XIV.5 - Wat de natuur ons leert over een betere samenleving

"Frans de Waal is een wereldberoemde, uit Nederland afkomstige primatoloog die sinds 1981 in de VS werkt. Zijn negende fascinerende boek heeft de optimistische titel: Nature’s Lessons for a Kinder Society, en in de Nederlandse vertaling: Wat de natuur ons leert over een betere samenleving. Hierin trekt hij weer parallellen tussen het gedrag van dieren en dat van de mens. De boodschap van dit boek is dat nu het tijdperk van empathie is aangebroken. De misvatting van Thatcher en Reagan dat de vrijemarkteconomie een zelfregulerend systeem zou zijn, is in de periode-George Bush geculmineerd in de nachtmerrie van de financiële crisis. Nu moet het afgelopen zijn met de graaicultuur van de CEO’s en bankiers. ‘Greed is out, empathy is in,’ stelt De Waal. Mensen zijn niet alleen de meest agressieve primaten, maar ook de meest empathische, zoals bleek uit de hulp na de orkaan Katrina in 2005 en na de Chinese aardbeving in 2008. Het is allemaal een kwestie van balans, en die was in de afgelopen periode zoek. Empathie, het invoelen wat anderen beroert, moet nu weer de bovenhand krijgen, zegt De Waal." [mijn nadruk] (493)

[Zo slecht dit. We hebben geen vergelijkingen met dieren nodig om zo'n conclusie te trekken. En de biologie / neurologie is blijkbaar ook niet erg betrouwbaar. Of hebben al die leiders en ideologen problemen met hun prefrontale cortex? Hier worden uit feiten trouwens normatieve conclusies afgeleid, ook al niet zo best.]

"Meer dan in vorige boeken introduceert De Waal zo nu en dan voorbeelden uit de neurowetenschappen om het mechanisme achter gedragingen te verklaren. Er is in dit veld inderdaad zoveel nieuws, dat de tijd rijp lijkt voor de integratie van gedrag en neurobiologie als een focus voor een volgend boek van De Waal." [mijn nadruk] (495)

[Wat een uitdrukking. De mens als machine? ]

"Toen De Waal door een religieus tijdschrift werd gevraagd wat hij aan de mens zou willen veranderen als hij God was, moest hij even flink nadenken. Hij heeft terecht een forse dosis achterdocht tegen bewegingen die van bovenaf geprobeerd hebben de mens te veranderen, zoals het sociaal darwinisme, het marxisme en het Amerikaanse feminisme. De Waal wijst erop dat beide kanten van de mens, die van de vriendelijke, zeer empathische en sexy bonobo, en die van de brute dominante chimpansee, noodzakelijk zijn voor het handhaven van een stabiele maatschappij. De Waal zou God dus niet om een radicale verandering van de mens willen vragen, maar slechts om wat meer ‘broederschap’. God zou de mens wat meer empathie voor ‘andere mensen’ moeten geven. Ik betwijfel of daarmee de grote problemen de wereld uit zullen zijn."(497)

[Ook typisch. De Waal had natuurlijk meteen moeten zeggen dat god niet bestaat. En dan de waardeoordelen van de auteur die hier weer terugkomen. En dan het ergerlijke fenomeen dat een primatoloog omdat hij beroemd is op zijn terrein ook meteen deskundig zou zijn in waarden en normen, in normatieve rationaliteit. Allemaal denkfouten. ]

(498) XV - Het geheugen

Een neurologisch verhaal over hoe het werkt en wat er gebeurt bij beschadiging etc.

(529) XVI - Neurotheologie: hersenen en religie

(529) XVI.1 - Waarom zijn er zoveel mensen religieus?

"Een meta-analyse liet bovendien een correlatie zien van het voorkomen van atheïsme met opleiding en IQ. Er zijn dus opvallende verschillen binnen een populatie, en het is duidelijk dat de mate van atheïsme in een populatie samenhangt met intelligentie, opleiding, wetenschappelijke prestaties en een positieve belangstelling voor natuurwetenschappen."(533)

[Niet bij een belangstelling voor de menswetenschappen? ]

"Het lijkt er inderdaad op dat religie een evolutionair voordeel moet hebben gehad. Spiritualiteit is de ontvankelijkheid voor religie, en die is voor 50% genetisch bepaald, zoals blijkt uit tweelingonderzoek. Spiritualiteit is een eigenschap die ieder mens in een bepaalde mate heeft, zonder dat er sprake is van een universele theologie. Religie is de lokale invulling van onze spirituele gevoelens." [mijn nadruk] (534)

[Nog meer evolutionair geklets. ]

(537) XVI.2 - Het evolutionaire voordeel van religie

"Met de evolutie van de moderne mens zijn er vijf karakteristieke gedragingen ontstaan die je in alle culturen terugvindt, namelijk taal, het maken van gereedschappen, muziek, kunst en religie. Van al deze kenmerken zijn voorlopers gevonden in het dierenrijk, behalve voor religie. Het evolutionaire voordeel van religie voor de mens is echter duidelijk." [mijn nadruk] (537)

[Volgt een lang verhaal over het evolutionaire voordeel van bij een groep horen. Alsof dat hetzelfde is. En nog meer geklets en allerlei verhaaltjes.]

(586) XVII - Er is niet meer tussen hemel en aarde…

(586) XVII.1 - Ziel versus geest

"Zoals Freud al zei, kennen alle culturen en alle religies het idee van het voortbestaan van ‘iets’ onstoffelijks na ons overlijden. Dat ‘iets’ wordt de ziel genoemd."(587)

"Ik heb nog geen goed argument gehoord tegen mijn simpele conclusie dat de ‘geest’ het resultaat is van het functioneren van onze 100 miljard hersencellen, en de ‘ziel’ een misverstand. Het universele voorkomen van het begrip ziel lijkt slechts gebaseerd op de angst van de mens voor de dood, de wens overleden geliefden weer terug te zien en het misplaatste, arrogante idee dat wij zo belangrijk zouden zijn dat er wel iets van ons móét overblijven na het overlijden."(590)

(627) XVIII - De vrije wil, een plezierige illusie

(628) XVIII.1 - Vrije wil versus keuzes

"Men stelt vaak dat de mens een ‘vrije wil’ heeft omdat we keuzes maken. Dat is niet juist. Ieder organisme maakt voortdurend keuzes. Het gaat erom of die keuzes geheel vrij zijn. De Amerikaanse onderzoeker Joseph Price definieerde de vrije wil dan ook als de mogelijkheid om te besluiten iets wel of niet te doen zonder interne of externe beperkingen die deze keuze bepalen. Hebben wij volgens deze definitie ooit een beslissing in vrijheid genomen? Darwin noemde het bestaan van een vrije wil bij de mens in 1838 al een illusie omdat de mens zelden zijn motieven analyseert en zijn handelingen meestal instinctief zijn. In de filosofie is er geen overeenstemming over wat vrije wil nu eigenlijk is. Vaak worden er in discussies over de vrije wil drie zaken genoemd. In de eerste plaats dat een handeling pas vrij is als je deze ook niet had kunnen doen (je moet alternatieve mogelijkheden hebben). Een tweede punt is dat de handeling met een reden verricht moet zijn. Een derde kenmerk van vrije wil zou zijn dat je het idee hebt dat je de handeling echt uit jezelf verricht. Maar dat is natuurlijk slechts een idee." [mijn nadruk] (628-629)

"We zitten door onze genetische achtergrond en alle factoren die vervolgens op onze vroege hersenontwikkeling hun permanente effect hebben gehad vol met ‘interne beperkingen’ en zijn dus niet vrij om te besluiten te veranderen van genderidentiteit, seksuele oriëntatie, het niveau van onze agressie, van ons karakter, religie of onze moedertaal. Evenmin kunnen we besluiten van nu af aan een bepaald talent te hebben of niet aan iets te denken. Zoals Nietzsche zei komt een gedachte als zíj wil, niet als ík wil. Ook op onze morele keuzes hebben we weinig invloed. Wij keuren dingen goed of af, niet omdat we er zo diep over hebben nagedacht, maar omdat we niet anders kunnen." [mijn nadruk] (632)

[Ik kan werkelijk niks met dit soort stellingen. ALLES wat iemand doet wordt door biologische en sociale factoren beïnvloed, ook elke keuze. Maar omdat iemand al die factoren niet kent heeft iemand niet het gevoel dat zijn of haar gedrag volledig gedetermineerd wordt door die factoren en dat hij of zij keuzes maakt waarvoor hij of zij verantwoordelijk gesteld kan worden. Het gaat om verschillende taalspelen: verklarend van buitenaf en handelend als persoon.]

(633) XVIII.2 - Het brein als een onbewuste gigantische computer

"Wij beslissen heel veel ‘in een fractie van een seconde’ of ‘op gevoel’, of op basis van onze ‘intuïtie’ zonder er bewust over na te denken. We ‘kiezen’ een partner door verliefd te worden op het eerste gezicht, en de verdachte vertelt oprecht dat hij de man had vermoord voordat hij het besefte."(634)

[Ook daar kan ik niets mee. Want we verwachten wel degelijk van mensen dat ze even nadenken voordat ze een partner kiezen, verliefd of niet verliefd. En dat geldt nog meer voor het vermoorden van mensen. Je kunt jezelf niet verontschuldigen met 'ik deed het voordat ik het besefte' en je zult dan ook verantwoordelijk gehouden worden. Het taalgebruik is bijzonder belangrijk hier. Intuïtie staat niet tegenover nadenken. 'Onbewuste beslissingen' is een zinloze term, evenals 'vrije wil'. En zo verder. ]

"Onbewuste, ‘impliciete’ associaties stellen ons in staat snel en effectief een enorm aantal complexe beslissingen te nemen, iets wat onmogelijk zou zijn als er voor alles een zorgvuldige, bewuste, maar trage afweging van alle voors en tegens noodzakelijk zou zijn. Maar voor een bewuste vrije wil is er bij al die onbewuste beslissingen geen plaats. Dat heeft grote consequenties, want wanneer wij iemand verantwoordelijk stellen voor zijn daden, dan gaan wij uit van de vrije wil, die in ieder geval voor een belangrijk deel van ons handelen niet bestaat." [mijn nadruk] (638)

(652) XIX - De ziekte van Alzheimer

XIX.1 - Hersenveroudering, de ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie

"De evolutie heeft altijd meer gegeven om de voortplanting dan om de ouderen, een constatering die bekendstaat als ‘de theorie van het wegwerpindividu’. Die voorkeur wordt trouwens helaas ook gereflecteerd in de wijze waarop onze maatschappij met ouderen omgaat: daar moet je zo goedkoop mogelijk vanaf zien te komen."(654)

[Hij moet me toch eens uitleggen waarom hij dat laatste waardeert met het waarderingswoord 'helaas'. Als het volgens hem 'van nature' zo is dat ouderen gewoon verdwijnen waar haalt hij dan de waarde vandaan dat we ouderen moeten respecteren?]

(689) XX - Dood

[Het begincitaat is kostelijk: "Sterven, mijn beste dokter, dat is wel het laatste wat ik zal doen." Lord Palmerston (1784-1865), Britse premier. Voor de rest weer eens journalistieke verhaaltjes die vooral leuk moeten zijn.]

(714) XXI - Evolutie

(715) XXI.1 - Onderhandelen en toename van hersengrootte

"Inderdaad is er bij primaten een duidelijk verband gevonden tussen de grootte van de hersenschors en de grootte en de complexiteit van de sociale groep. De complexiteit wordt sterk bepaald door paarvorming en monogamie. Beide stellen hoge eisen aan het brein. Ze vragen om een zeer goede selectie van de partner, in termen van vruchtbaarheid, en maken ingewikkelde onderhandelingen tussen de partners noodzakelijk. De complexiteit en intensiteit van deze relaties, waar we allemaal over mee kunnen praten, lijkt een sterke evolutionaire druk op de ontwikkeling tot grotere hersenen te hebben gegeven. Het mechanisme van de monogame partnerkeuze bij de mens zou zich al zo’n 3,5 miljoen jaar geleden hebben ontwikkeld en heeft zijn evolutionaire voordeel voor de bescherming van het gezin tijdens de evolutie bewezen, maar het blijft een enorme belasting voor ons brein." [mijn nadruk] (719)

[Wat een onzin toch weer. Alsof monogamie van nature / genetisch vastligt of evolutionair voordeel heeft. Heel dat concept 'evolutionair voordeel' is bijzonder vaag. Bovendien: dan zouden relaties met meer mensen zoals bij polyamorie tot nog veel meer onderhandelingen en dus tot grotere hersenen leiden. Voor de rest weer allemaal verhaaltjes in dit hoofdstuk.]

(738) XXII - Conclusies

[Herhaling van wat al gesteld is.]

(767) XXIII - Dankwoord

"De opzet van dit boek is tot stand gekomen nadat NRC Handelsblad mij in 2008 vroeg om vragen van lezers in de vorm van een column te beantwoorden. Ik ben Jannetje en Rinskje Koelewijn dankbaar voor hun hulp hierbij. Een deel van de hoofdstukken is in het NRC verschenen."(768)

[Dat is goed te merken, ja. ]