>>>  Laatst gewijzigd: 6 januari 2024   >>>  Naar www.emo-level-8.nl  
Ik

Notities bij boeken

Start Filosofie Kennis Normatieve rationaliteit Waarden in de praktijk Mens en samenleving Techniek

Notities

Incididunt nisi non nisi incididunt velit cillum magna commodo proident officia enim.

Voorkant Hofstadter-Dennett 'The Mind's I - Fantasies and reflections on self and soul' Douglas R. HOFSTADTER / Daniel C. DENNETT (ed.)
The Mind's I - Fantasies and reflections on self and soul
New York: Basic Books, 1981/1, 2000 ongewijzigd opnieuw uitgegeven; 501 blzn. ISBN 04 6503 0912

(3) Introduction

Die begint met een voorbeeld waarin persoon X met een Teleclone - een verplaatsingsmachine als in Star Trek - na zo veel jaren van Mars naar Aarde wordt overgeseind: "a molecule-by-molecule blueprint to be beamed to Earth"(3).

Met opmerkingen op p.4 over de dochter van X die nu na zo veel tijd zo veel groter is. Waarbij gezegd wordt dat X de dochter niet herkent, maar vanuit het geheugen extrapoleert en op die manier haar identiteit afleidt.

[Wat ik pure nonsense vind: dit is een typische, afstandelijke, weergave, want waarom zou je dit niet 'herkennen' noemen en waarom zou je dit niet meteen gedaan hebben toen je haar weer zag en je elkaar om de hals viel? Dat er iets is dat vreemd is, anders is, betekent niet dat je niet herkent. Wat is herkennen anders dan het bij elkaar brengen van oudere opgeslagen informatie met nieuwe informatie?]

En met natuurlijk de vraag: is deze persoon nog wel dezelfde persoon als zijn lichaam is afgebroken en molecule voor molecule is overgeseind?

[ Ja, geen probleem.]

Of zoals in het tweede voorbeeld: wat als je hersenen zouden worden getransplanteerd in een ander lichaam, zou je dan iemand anders zijn?

[Ja, zonder meer.]

[Het taalgebruik is voortdurend dualistisch (p. 5): mijn lichaam, dat ik heb, waarvan ik eigenaar ben, dat ik controleer, 'ghost in the machine'. Llet op de afstand die gemaakt wordt tussen lichaam en geest met dit soort formuleringen. En dat allemaal vanuit het foutieve uitgangspunt "it is perfectly imaginable and hence possible in principle"(5). Dus: als je je iets kunt voorstellen, als je iets kunt fantaseren, dan is het in principe mogelijk. Let op dat 'in principe' als de grote uitvlucht. Ik kan me voorstellen dat ik trouw met Kate Moss, dus dat is in principe mogelijk? Ja, hoor, zucht, natuurlijk, alleen zeer zeer zeer onwaarschijnlijk, ik denk niet dat er iemand op zou wedden. Dus wat heb je aan dat soort voorbeelden die leuk bedacht zijn, maar volkomen bezijden de realiteit? Dit soort voorbeelden zijn een vorm van misleiding.]

[Als lichaam en geest één zijn, dan betekent het teletransport van het lichaam automatisch het teletransport van de geest en dus is iemand nog steeds dezelfde persoon. En hersenen zijn niet een onderdeel in het menselijk lichaam als een blok in een blokkendoos, een onderdeel dat je los kunt maken en met andere blokken van een andere blokkendoos kunt samenvoegen. Waarschijnlijk geldt dat ook voor harten en longen en nieren. In alle lichaamsdelen worden herinneringen opgeslagen, niet alleen in de hersenen. Alleen de hersenen transplanteren is niet het totaal van iemands ervaringen, emoties, etc. transplanteren, maar slechts een deel.]

[Logisch dus dat iemand een andere persoon zou zijn als je hersenen zou transplanteren in een ander lichaam. Dit soort denken over bewustzijn, geest, ziel, 'other minds' is vaak zo mateloos oppervlakkig. Wat met name altijd weer vergeten lijkt te worden door dit soort Angelsaksische schrijvers is, dat wat we weten, kennen en voelen altijd samenhangt met de omgeving van ons lichaam, de natuur, de omgeving, de samenleving, de geschiedenis, etc. Dit tijdperk en deze maatschappij zitten in mijn lichaam, in mijn geest, in de samenhang ervan. No doubt about it.]

(17) Deel 1: A sense of self

(19) 1. Jorge Luis Borges: Borges and I

Het eerste voorbeeld in de Reflections (20-21) is in ieder geval wat realistischer. In feite is dat het samenbrengen van verschillende vormen van informatie, een afstandelijke reeks waarnemingen van 'iemand' worden uiteindelijk gekoppeld aan herkenning van eigen trekken etc. en aan lijfelijke ervaringen van het bestolen worden. Iets maakt dat de switch er komt van kijken naar 'iemand' naar 'hè, dit ben ik!' Herkenning. Informatie bij informatie. Het lichaam als bewustmaker.

(23) 2. D.E. Harding: On having no head

Het is natuurlijk een grappig verhaal en het is natuurlijk waar dat je meestal niet je hele hoofd waarneemt, zelfs niet in een spiegel (wat je ziet is dat je ziet). Maar niemand twijfelt er daarom aan dat hij of zij een hoofd heeft. En terecht. Het is niet alleen naar analogie en door in spiegels te kijken. Je kunt je hoofd ook met je handen betasten bijvoorbeeld, en bovendien kan je hoofd zelf voelen (ik denk niet dat iemand die met zijn kop tegen de muur loopt, nog denkt dat hij geen hoofd heeft). Het is weer allemaal denken los van de context. 'Weten' dat je een hoofd hebt is niet alleen maar 'cognitief' of 'rationeel' weten. Het is ook 'lichamelijk' weten, het is ook 'weten hoe mensen zijn door met mensen te leven'.

(34) 3. Harold J. Morowitz: Rediscovering the mind

Dit artikel gaat over het volgende:

"What has happened is that biologists, who once postulated a privileged role for the human mind in nature's hierarchy, have been moving relentlessly toward the hard-core materialism that characterized nineteenth-century physics. At the same time, physicists, faced with compelling experimental evidence, have been moving away from strictly mechanical models of the universe to a view that sees the mind as playing an integral role in all physical events. It is as if the two disciplines were on fast-moving trains, going in opposite directions and not noticing what is happening across the tracks."(34)

Het gaat dan natuurlijk over reductionisme, over verschillende manieren om over hetzelfde te praten of over verschillende verklaringen voor dezelfde fenomenen vanuit verschillende invalshoeken. Carl Sagan is niet interessant: 'geest = hersenen en niets meer' hoeft helemaal niet te betekenen dat je de taal voor 'geest' moet loslaten voor een taal voor 'hersenen'. If you catch my drift. In biologische termen praten gaat samen met een bepaalde kijk je op mensen, het betekent niet dat je niet anders kunt praten en kijken. Wat is prettiger en waarom? Waarom ontstaat dat reductionisme? Heel vaak vanuit een behoefte aan (wetenschappelijke) controleerbaarheid (als dat mogelijk is). Veel mensen willen van de andere kant op een manier praten waarbij alle woorden vaag blijven en elke bewering oncontroleerbaar is. Waarom willen ze dat? Maar ook dit betekent niet dat je niet controleerbaar over de geest kunt praten in 'geest'-taal.

Huxley, darwinisme, sociobiologie, relativiteitstheorie (Einstein), quantumfysica (Schrödinger, Heisenberg), de mystieke reacties van Fritjov Capra en Gary Zukav. Mensen als Eugene Wigner laten de omschakeling zien - bijv. bij het entropie-idee - van zaken in relatie tot de toestand van een systeem naar zaken in relatie tot onze kennis of ons bewustzijn van de toestand van een systeem. Met andere woorden: de wereld verandert door de manier waarop wij haar waarnemen? door metingen te verrichten aan de werkelijkheid verandert de werkelijkheid, en meten we eigenlijk al niet meer wat we dachten te meten?

(51) Deel 2: Soul searching

(53) 4. A.M. Turing: Computing machinery and intelligence

'Kunnen machines denken' wordt omgezet naar een 'imitatie spel' waarbij een computer als X in een andere kamer een ondervrager op het verkeerde been moet zetten over een identiteit als man of vrouw. Zijn eigen standpunt op p.57 is helder, al vind ik ook dit weer zo'n zinloze constructie. Definieer 'denken' op een bepaalde manier en een computer kan denken. Dat je de definitie omzeilt door een soort situatie te schetsen en dan te zeggen: als een digitale computer die ondervrager voor de gek kan houden, dan spreken we van 'denken' en kan de computer dus denken, dat is in feite ook misleiding.

In het artikel neemt Turing een reeks tegenwerpingen door tegen zijn standpunt. Maar die opmerkingen lossen mijn probleem niet op. Het antwoord op de vraag hangt gewoon af van de definitie van de gebruikte termen. Je kunt dus altijd een posief of negatief antwoord op de oorspronkelijke vraag construeren. Overigens is het optimisme van de mogelijkheid zoals Turing die op p.57 neerzet gebaseerd op bijvoorbeeld de toename van het geheugen van computers. Met andere woorden: een en ander moet lukken als de computer maar snel en krachtig genoeg is.

(69) 5. Douglas R. Hofstadter: The Turing test: A coffeehouse conversation

(Wordt vervolgd.)