Incididunt nisi non nisi incididunt velit cillum magna commodo proident officia enim.
[Latour is een Frans socioloog en filosoof die de samenhang tussen wetenschap en samenleving bestudeert en overdenkt (wetenschapsantropologie, kennissociologie, wetenschapssociologie). Hij bestudeert letterlijk onderzoekers in hun laboratoria en zo verder en laat op die manier zien dat wetenschap en techniek zich niet ontwikkelen in het luchtledige maar gezien moeten worden als een sociale constructie. Hij is ook een van de grondleggers van de actor-netwerk-theorie (met Michel Callon en John Law).]
[Dit is een heel gecomprimeerd boek waarin Latour kijkt naar hoe wetenschappelijke en technische kennis tot stand komt. Hij heeft een heel groot gevoel voor context. Via vele voorbeelden laat Latour zien hoeveel elementen een rol spelen in de totstandkoming van wetenschappelijke beweringen / claims / feiten en van technische artefacten. Zijn kritiek op vaak herhaalde mythes over wetenschap en techniek en over wetenschappers en technici is helder en ook zijn bezwaren tegen al te simpele onderscheidingen zoals tussen rationeel - irrationeel, subjectief en objectief zijn heel overtuigend. Het boek wordt met name verderop - vanaf deel drie waar het gaat over netwerken - wel steeds abstracter.]
Hoe kun je een ingang vinden voor het bestuderen van wetenschap en technologie? Geaccepteerde wetenschappelijke feiten en technische artefacten waren voorheen misschien controversieel, maar in de actualiteit van nu behandelt een wetenschapper ze als 'black boxes' waar zij dingen instopt en uithaalt - nadenken over de complexe ontwikkeling ervan is niet meer nodig. Maar dat is wel precies de insteek voor iemand die wetenschap en technologie wil bestuderen: zo iemand kijkt in de 'black boxes', naar de vaak controversiële situaties waarin feiten en artefacten nog in de maak waren, naar de inhoudelijke ontwikkeling ervan, maar ook naar de context waarbinnen die inhoudelijke ontwikkeling plaats vond, en dat liefst zonder vooropgezette ideeën. Wat daarbij ook aandacht moet krijgen is de 'closure', de afronding van alle controverses en beslissingen, het gegeven dat iets op een gegeven moment inderdaad een 'black box' is geworden. Die afronding is altijd 'under-determined':
"Some little thing is always missing to close the black box once and for all."(13)
"This notion of under-determination is also called the Duhem-Quine principle. It asserts that no one single factor is enough to explain the closure of a controversy or the certainty acquired by scientists. This principle forms the philosophical basis of most social history of sociology of science."(noot 4, 260)
"We will enter facts and machines while they are in the making; we will carry with us no preconceptions of what constitutes knowledge; we will watch the closure of the black boxes and be careful to distinguish between two contradictory explanations of this closure, one uttered when it is finished, the other while it is being attempted. This wil constitute our first rule of method and will make our voyage possible."(14-15)
Weinig wetenschappers duiken in die ontwikkeling van wetenschap en technologie om deze daarna aan anderen uit te leggen. Daarom zien de meeste mensen wetenschap als vreemd, als onmenselijk bijna, als iets wat je overkomt. Die weinige wetenschappers komen van allerlei disciplines onder de paraplu 'wetenschap, technologie en maatschappij'. In dit boek wordt geschetst wat ze gemeenschappelijk hebben in de hoop de scheiding op basis van wetenschappelijke disciplines of onderzoeksobjecten te doorbreken. Dat wordt gedaan door 'rules of method and principles' te beschrijven.
"By 'rules of method' I mean what a priori decisions should be made in order to consider all of the empirical facts provided by the specialised disciplines as being part of the domain of 'science, technology and society'. By 'principles' I mean what is my personal summary of the empirical facts at hand after a decade of work in this area."(17)
Latour gaat hier uit van het simpele gegeven van een bewering ('statement') in een wetenschappelijke tekst en wat er gebeurt wanneer anderen die geloven of niet geloven. Om dat helder te krijgen werkt hij in elk hoofdstuk met een karakter, een dwarsligger ('dissenter').
Modaliteiten zijn zinnen die in andere zinnen worden opgenomen en die laatste wijzigen. Positieve modaliteiten leiden een bewering weg van, negatieve modaliteiten leiden een bewering terug naar de omstandigheden waaronder ze ontstonden. Een bewering in een zin wordt meer of minder feitelijk ('fact or fiction') door opname van die zin in andere zinnen. Met als gevolg heel verschillend gedrag vertrekkend vanuit die bewering. Vandaar dat Latour verwacht dat juist rondom die modaliteiten de meeste controverses zullen plaatsvinden.
"The point of the three examples is that the fate of what we say and make is in later user's hands."(29)
Geloof in eerdere beweringen versterkt wat daar beweerd wordt en maakt het gauwer tot een 'black box'.
"To disbelieve or, so to speak, 'dis-buy' either a machine or a fact is to weaken its case, interrupt its spread, transform it into a dead end, reopen the black box, break it apart and reallocate its components elsewhere."(29)
"To sum up, the construction of facts and machines is a collective process. (This is the statement I expect you to believe; its fate is in your hands like that of any other statements.) This is so essential for the continuation of our travel through technoscience that I will call it our first principle: the remainder of this book will more than justify this rather portentous name."(29)
De retorica bestudeert hoe je mensen iets kunt laten geloven, hoe je anderen kunt overtuigen. Retoriek speelt een grote rol in de controverses rondom (wetenschappelijke) beweringen. Hoe intenser de discussies worden, hoe meer informatie en mensen er bij betrokken worden en hoe technischer ze worden: verwijzingen naar autoriteiten, bronnen, opgegeven referenties en citaten moeten de bewering versterken / minder mogelijk maken dat iemand hem verzwakt.
"To survive or to be turned into fact, a statement needs the next generation of papers ... (...) But no paper is strong enough to stop controversies. By definition a fact cannot be so well established that no support is necessary any more."(38-39)
"There is something still worse, however, than being either criticised or dismantled by careless readers [door foutief geciteerd worden bijvoorbeeld - GdG]: it is being ignored. Since the status of a claim depends on later user's insertions, what if there are no later users whatsoever?"(40)
"Each claim comes to the future author with its history, that is with itself plus all the papers that did something with it or to it."(42)
Op een gegeven moment worden verwijzigingen naar 'established fact' steeds verder gestileerd: het feit wordt zo vanzelfsprekend dat er zelfs niet meer verwezen wordt naar de bron. Er is dan sprake van 'tacit knowledge'. Het is dan moeilijk om daar iets tegen in te brengen. Desondanks blijft dat in principe wel mogelijk.
"No matter how impressive the allies of a scientific text are, this is not enough to convince. Something else is needed. To find this something else, let us continue our anatomy of scientific papers."(45)
Serieuze wetenschappelijke artikelen zijn gelaagd: om hun claims te versterken worden technische details toegevoegd, metingen, getallen, tabellen, figuren, grafieken. Maar zelfs dan kan een lezer nog tot onverwachte afwijkende conclusies komen!
"In this chapter we have learned a second rule of method in addition to the first one that required us to study science and technology in action. This second rule asks us not to look for the intrinsic qualities of any given statement but to look instead for all the transformations it undergoes later in other hands. This rule is the consequence of what I called our first principle: the fate of facts and machines is in the hands of later users.
These two rules of method taken together allow us to continue our trip through technoscience without being intimidated by the technical literature. No matter what controversy we start from, we will always be able to take our bearings:
(a) by looking at the stage the claim we chose as our departure point is at;
(b) by finding the people who are striving to make this claim more of a fact and those who are trying to make it less of a fact;
(c) by checking in which direction the claim is pushed by the opposite actions of these two groups of people; is it up the ladder frawn in Figure 1.5 or down?"(59)
De conclusies bij dit hoofdstuk:
"Having reached the end of this chapter, it should be clear now why most people do not write and do not read scientific texts. No wonder! It is a peculiar trade in a merciless world. Better read novels! What I will call fact-writing in oppostition to fiction-writing limits the number of possible readings to three: giving up, going along, working through. Giving up is the most usual one. People give up and do not read the text wether they believe the author or not, either because they are pushed out of the controversy altogether or because they are not interested in reading the article (let us estimate this to be 90 per cent of the time). Going along is the rare reaction, but it is the normal outcome of scientific rethoric: the reader believes the author's claim and helps him to turn it into a fact by using it further with no dispute (maybe 9 per cent of the time?) There is still one more possible outcome, but such a rare and costly one that it is almost negligible as far as numbers are concerned: re-enacting everything that the authors went through."(60)
Dat zou een volledige controle op de werkwijze en de claim van die auteurs betekenen. Maar dat betekent bijvoorbeeld dat je zelf ook een laboratorium en apparatuur ter beschikking moet hebben of dat je zelf ook alle bronnen bestudeert die de auteurs bestudeerden.
"No wonder this way of reading a scientific paper is rare! You have to have a whole machinery of your own. Resuming the controversy, reopening the black box is achieved at this price, and only at this price. It is this rare remaining strategy that we will study in the next chapter."(61)
Wetenschappelijke teksten zijn dus een en al retoriek - in de betekenis van het erbij halen van allerlei middelen om te overtuigen. Het gaat niet om retorische aspecten naast andere die rationeel, logisch zijn.
'Laboratoria' wordt hier in letterlijke zin gebruikt: de plaats waar wetenschappelijk onderzoekers werken. Laboratoria zijn natuurlijk minder toegankelijk dan artikelen, maar daar worden wel de feiten gemaakt en dus is het belangrijk te kijken naar hoe wetenschappers er te werk gaan. Aan het artikel ligt een heleboel werk ten grondslag met vaak een heleboel apparatuur: testopstellingen, analyseapparatuur, plotters, etc. Wanneer we de claim in een artikel in twijfel zouden trekken zouden we niet anders kunnen dan al het werk opnieuw doen, omdat de natuur bijvoorbeeld alleen maar indirect benaderbaar is.
"Going from the paper to the laboratory is going from an array of rethorical resources to a set of new resources devised in such a way as to provide the literature with its most powerful tool: the visual display.(...)
This move through the looking glass of the paper allows me to define an instrument, a definition which will give us our bearings when entering any laboratory. I will call an instrument (or inscription device) any set-up, no matter what its size, nature and cost, that provides a visual display of any sort in a scientific text.(...) ... the set-up provides an inscription that is used as the final layer in a scientific text."(67-68)
"What is behind a scientific text? Inscriptions. How are these inscriptions obtained? By setting up instruments. This other world just beneath the text is invisible as long as there is no controversy. (...) Once the fact is constructed, there is no instrument to take into account and this is why the painstaking work necessary to tune the instruments often disappears from popular science. On the contrary, when science in action is followed, instruments become the crucial elements, immediately after the technical texts; they are where the dissenter is inevitable led."(69)
En dat is dus ook wat het zo duur en arbeidsintensief maakt om claims van wetenschappers in twijfel te trekken en te controleren.
"Faced with the thing itself that the technical paper was alluding to, the dissenters now have a choice between either accepting the fact or doubting their own sanity - the latter is much more painful.
We now seem te have reached the end of all possible controversies since there is nothing left for the dissenter to dispute."(70)
Maar dat is niet zo. Want zonder het commentaar van de wetenschapper zouden de 'inscriptions', de visuele weergaves niet zo veel zeggen: dan zie je bijvoorbeeld alleen lijnen binnen een assenstelsel. Wetenschappers zijn woordvoerders, representanten van de achterliggende opstellingen. Wanneer een criticus hun woorden in twijfel zou trekken zouden ze altijd nog kunnen verwijzen naar de opstelling zelf: test het zelf dan maar. Dat kan opleveren dat de woordvoerder betrouwbaar heeft weergegeven wat er gebeurt in de opstelling. Maar daarmee is de dissident nog niet uitgepraat.
"The unanimity between represented and constituency is like what an inspector sees of a hospital or of a prison camp when his inspection is announced in advance. What if he steps outside his itinerary and tests the solid ties that link the represented and their spokesmen?"(74)
Met andere woorden: wat gebeurt er als de dissident variaties gaat aanbrengen in de proefopstelling ('manipulating the hardware')?
"We have now reached another stage in the escalation between the author of a claim and the disbeliever, one that leads them further and further into the details of what makes up the inscriptions used in technical literature."(75)
"When the dissenter succeeds, the spokesperson is transformed form someone who speaks for others into someone who speaks for him or herself, who represents only him of herself, his or her wishes and fancies. When the dissenter fails, the spokesperson is seen not really as an individual but as the mouthpiece of many other mute phenomena. Depending on the trials of strength, spokespersons are turned into subjective individuals or into objective representatives. Being objective means that no matter how great the efforts of the disbelievers to sever the links between you and what you speak for, the link resist. Being subjective means that when you talk in the name of people or things, the listeners understand that you represent only yourself."(78)
"'Objectivity' and 'subjectivity' are relative to trials of strength and they can shift gradually, moving from one to the other, much like the balance of power between two armies. A dissenter accused by the author of being subjective must now wage another struggfle of he or she wishes to go on dissenting without being isolated, ridiculed and abandoned."(78-79)
Bijvoorbeeld: een ander, beter laboratorium bouwen. Uiteraard gaat dat gepaard met hoge kosten, vooral als de opstelling moet voorkomen dat allerlei discussies ontstaan (meer geaccepteerde 'black boxes' heeft). Bovendien leidt dat tot een soort race waarbij utieindelijk alle laboratoria dezelfde apparatuur hebben en het voordeel weg is.
Wat ook kan: gerepresenteerde actanten ('actants') van mening of gedrag of reactie doen veranderen of - anders gezegd - de link met ondersteunende factoren doorbreken - zodat de woordvoerder / representant met lege handen staat omdat hij of zij verraden wordt door zijn of haar achterban of achterliggende testopstelling.
Ook belangrijk: hoe nieuwe objecten ontstaan, nieuwe namen voor wat iets doet / lijsten van antwoorden bij proefopstellingen. Die objecten (de definities ervan) veranderen bij elk nieuw antwoord dat in een proefopstelling door experimenten wordt afgedwongen.
"Today polonium is one of the radioactive elements; at the time of its inception it was the long list of trials succesfully withstood in the Curies' laboratory."(88)
"The act of defining a new object by the answers it inscribes on the window of an instrument provides scientists and engineers with their final source of strength. It constitutes our second basic principle, as important as the first in order to understand science in the making: scientists and engineers speak in the name of new allies that they have shaped and enrolled; representatives among other representatives, they add these unexpected resources to tip the balance of force in their favour."(90)
"New objects become things: 'somatostatin', 'polonium', 'anaerobic microbes', 'transfinite numbers', 'double helix' or 'Eagle computers', things isolated from the laboratory conditions that shaped them, things with a name that now seem independent from the trials in which they proved their mettle."(91)
Ze transformeren, reïficeren in oude objecten die weer - als een 'black box' - de basis vormen voor andere experimenten. Daarom is het zo moeilijk om een soort van geneologie of archeologie van wetenschappelijk onderzoek te maken. Maar daarom is het ook zo moeilijk om bepaalde resultaten van onderzoek ter discussie te stellen.
"The author must now either build a better laboratory in order to dispute the dissenter's claim and tip the balance of power back again, or quit the game - or apply one of the many tactics to escape the problem altogether that we will see in the second part of this book."(93)
Helpt het voor het vaststellen van 'de waarheid' of 'de werkelijkheid' om je te beroepen op de Natuur? Nee, want in de controverses blijken voor- én tegenstanders van een kwestie zich op de natuur te beroepen.
"The two faces of Janus talking together make, we must admit, a startling spectacle. On the left side Nature is cause, on the right side consequence of the end of controversy. On the left side scientists are realists, that is they believe that representations are sorted out by what really is outside, by the only independent referee there is, Nature. On the right side, the same scientists are relativists, that is, they believe representations to be sorted out among themselves and the actants they represent, without independent and impartial referees lending their weight to any one of them. We know why they talk two languages at once: the left mouth speaks about settled parts of science, whereas the right mouth talks about unsettled parts."(98-99)
"For these parts of science our third rule of method will read: since the settlement of a controversy is the cause of Nature's representation not the consequence, we can never use the outcome - Nature - to explain how and why a controversy has been settled."(99)
De vraag is hoe we greep kunnen houden op het toekomstige lot van een bewering die het resultaat is van zo veel invloeden. De 'black box' is iets collectiefs, zelfs zo dat de vraag gesteld kan worden wie nu eigenlijk verantwoordelijk is voor het maken ervan: een uitvinding als de Diesel-motor is niet zonder meer alleen aan Diesel zelf toe te schrijven. Er gebeurt van alles in het proces van idee / uitvinding, ontwikkeling ervan, innovatie ervan, verkoop ervan, het is een niet zo lineair proces, maar het is wel duidelijk dat het geld en de tijd die er in gestopt moeten worden exponentieel toenemen: de getallen worden steeds groter. En omdat er zo veel mensen bij betrokken zijn is dus de vraag of de bewering of het ding niet vergaand getransformeerd worden.
"So we are now in a quandary: either the others will not take up the statement or they will. If they don't, the statement will be limited to a point in time and space, myself, my dreams, my fantasies ... But if they do take it up, they might transform it beyond recognition.
To get out of this quandary we need to do two things at once:
to enrol others so that they participate in the construction of the fact;
to control their behaviour in order to make their actions predictable.
At first sight, this solution seems so contradictory as to look unfeasible. If others are enrolled they will transform the claims beyond recognition. Thus the very action of involving them is likely to make control more difficult. The solution to this contradiction is the central notion of translation. I will call translation the interpretation given by the fact-builders of their interests and that of the people they enrol. Let us look at these strategies in more detail."(108)
Een bewering / claim wordt pas 'matter of fact' doordat anderen er in geloven. En dat doen ze eerder wanneer een en ander expliciet in het belang is van die anderen.
"The point here is that the easiest means to enrol people in the construction of facts is to let oneself be enrolled by them! By pushing their explicit interests, you will also further yours."(110)
Daar zitten echter ook nadelen aan. Het wordt moeilijker om je eigen bijdrage aan het geheel goed in te schatten. Of: jouw bijdrage wordt door andere deelnemers aan hunzelf toegeschreven. Of: de anderen worden meegesleept door hun eigen interesses en vergeten waarom het allemaal begonnen was. Vandaar de conclusie:
"Catering to other explicit interests is not a safe strategy. There must be better ways."(111)
Een andere manier om dit aan te pakken is om tegen anderen te zeggen dat ze hun eigen doelen niet kunnen bereiken zonder jouw route of hun eigen doelen sneller kunnen bereiken door een omweg te maken via jouw route. Maar ook die aanpak kent nadelen: je zou het verwijt kunnen krijgen dat je omweg te lang duurt en niets oplevert; en als het wel lukt is weer onduidelijk wie verantwoordelijk is voor het resultaat. Daarom is de vierde strategie om de expliciete belangen en doelen van de anderen opzij te zetten (bijvoorbeeld door nieuwe doelen te propageren, of nieuwe groepen 'aan te boren').
"Translating interests means at once offering new interpretations of these interests and chanelling people in different directions."(117)
"I will call the primary mechanism that which makes it possible to solve the enrolment problem and make the collective action of many people turn from 'germs' into reality asepsis, gyrocompasses, GRF or diesel engines. To this mechanism a secondary mechanism has to be added which might have no relation at all with the first and which is as controversial and as bitter as the other ones."(119)
Uiteindelijk wil je een strategie waarbij je niet anderen hoeft te volgen, maar waarbij anderen jou allemaal volgen.
"Is such a strategy feasible? Shadowing scientists and engineers will show us that it is common practice, but that, in order to succeed, other allies have to be brought in and most of them do not look like men or women."(121)
"We saw in the introduction to this chapter that two things are needed in order to build a black box: first it is necessary to enrol others so that they believe it, buy it and disseminate it across time and space; second, it is necessary to control them so that what they borrow and spread remains more or less the same. If people are not interested, or if they do something entirely different with the claim, the spread of a fact or of a machine in time or space does not take place. A few people toy with an idea for a few days, but it soon disappears, to be replaced by another.(...)
In Part A we have seen how to do half the job, that is, how to interest others. Now we have to tackle the other half: how to make their behaviour predictable. This is a much harder task."(121)
Hoe, dus, krijgen we geïnteresseerden voor onze bewering of claim, ons apparaat onder controle zodat we vermijden dat ze afhaken? Door het lot ervan te koppelen aan allerlei andere elementen. Het is een serie van beslissingen over allianties (met mensen, met dingen) en het kiezen voor de sterkste, de betrouwbaarste. De kunst is alleen om die allianties tot één geheel te smeden, om er een machine van te maken:
"A machine, as its name implies, is first of all, a machination, a stratagem, a kind of cunning, where borrowed forces keep one another in check so that none can fly apart from the group."(129)
Voorbeeld: een windmolen voor het malen van graan vervangt uiteindelijk het handmatig malen met de vijzel door allianties aan te gaan met de wind, met een specifieke technische opbouw van de molen om die wind op de juiste manier op te vangen, met de maalstenen, en zo verder. Ook de mensen die het handwerk deden zijn geïnteresseerd. Uiteindelijk is alles onder controle, en niet altijd zonder dwang of manipulatie, en vanaf dat moment doet de machine zijn werk.
"If revolving windmills cannot do the job alone, then one can make it illegal to grind corn at home. If the new law does not work immediately, use fashion or taste, anything that will habituate people to the mill and forget their pestles. I told you the alliances were 'machiavellian'!"(129)
"The assembly of disorderly and unreliable allies is thus slowly turned into something that closely resembles an organised whole. When such a cohesion is obtained we at last have a black box."(130-131)
En de verspreiding ervan gaat van start, zo vanzelfsprekend dat uitdrukkingen ontstaan als 'de onstuitbare vooruitgang in de wetenschap' of 'de onweerstaanbare kracht van techniek'. Het is bijna ondenkbaar dat iemand nog vragen zou stellen.
"First, it seems that as people so easily agree to transmit the object, it is the object itself that forces them to assent. It then seems that the behaviour of people is caused by the diffusion of facts and machines. It is forgotten that the obedient behaviour of people is what turns the claims into facts and machines; the careful strategies that give the object the contours that will provide assent are also forgotten. Cutting through the many machiavellian strategies of this chapter, the model of diffusion invents a technical determinism, paralleled by a scientific determinism. (...) Facts have now a vis inertia of their own. They seem to move even without people. More fantastic, it seems they would have existed even without people at all."(133)
Nog meer bizar is het dat er over feiten gepraat wordt alsof ze zelf andere feiten oproepen dan wel genereren, alsof er geen mens aan te pas komt. Dat is de leidende gedachte in het diffusiemodel (in tegenstelling tot het translatiemodel dat Dutour hiervoor zelf heeft beschreven). En ALS er over mensen gepraat wordt dan wordt er enkel over 'de uitvinder' gepraat in een geïdealiseerde vorm.
"Blown out of proportion, great men and women of science are now geniuses of mythological size. What neither Pasteur nor Diesel could do, these new figures also named 'Pasteur' and 'Diesel' can. With their fabulous strenghth it is a cinch for these Supermen to make facts hard and machines efficient!
Great initiators have become so important for the diffusion model that its advocates, taken in by their own maniac logic, have now to ferret out who really was the first. This quite secondary question becomes crucial here since the winner takes all."(134)
"In this model [het diffusiemodel - GdG] society is simply a medium of different resistances through which ideas and machines travel. (...) Society or 'social factors' would appear only at the end of the trajectory, when something went wrong. This has been called the principle of asymmetry: there is appeal to social factors only when the true path of reason has been 'distorted' but not when it goes straight."(136)
Beide modellen verschillen in de manier waarop ze de samenleving een plaats geven. In het diffusiemodel is de samenleving een factor los van de technisch-wetenschappelijke ontwikkeling die kan meegaan of dwarsliggen. Het hele proces wordt kunstmatig uit elkaar getrokken: wetenschappelijke beweringen en feiten zijn wat anders dan technische uitvindingen en artefacten en die allemaal weer anders dan de samenleving. En rondom elke sfeer komt het diffusiemodel met deterministische mythevorming.
"This is how you end up with the idea that there are three spheres of Science, Technology and Society, where the influence and impact of each in the other have to be studied. (...) Social determinism courageously fights against technical determinism, whereas neither exist except in the fanciful description proposed by the diffusion model."(141)
Een vierde methodische regel is daarom nodig om het diffusiemodel het hoofd te bieden.
"Right from the first pages of this book the reader may have noticed the shocking absence of the entities that traditionally make up Society, an absence that may be even more shocking than the delayed appearance of Nature until the end of Chapter 2. After three chapters there has been not a word yet on social classes, on capitalism, on economic infrastructure, on big business, on gender, not a single discussion of culture, not even an allusion to the social impact of technology. This is not my fault. I suggested that we follow scientists and engineers at work and it turns out that they do not know what society is made of, any more than they know the nature of Nature beforehand. It is because they know about neither that they are so busy trying out new associations, creating an inside world in which to work, displacing interests, negotiating facts, reshuffling groups and recruiting new allies."(142)
"When we study scientists and engineers at work, the only two questions that should not be raised are: What is Nature really like? What is Society really made of?
To raise these questions we have to wait until scientists and their allies - among whom social scientists should of course be included - have finished their work! (...) The premature introduction of a fully-fledged Society would be as damaging for our trip as would a complete picture of Nature."(143)
"Our fourth rule of method thus reads exactly like the third - the word 'Society' replacing the word 'Nature' - and then fuses the two together: since the settlement of a controversy is the cause of Society's stability, we cannot use Society to explain how and why a controversy has been settled. We should consider symmetrically the efforts to enrol and control human and non-human resources."(144)
Andere mensen dan alleen wetenschappers spelen een rol in het praktische proces van feiten-maken. Wie zijn dat en wat doen ze precies? Latour geeft twee voorbeelden. De eerste is Charles Lyell en de lotgevallen van zijn ideeën over geologie tegenover ideeën over de ontwikkeling van de aarde in de bijbel.
"This is the opposite to the starting point of all our stories so far, in which everyone helps in the strenghtening of the scientists' and engineers' laboratories. Instead of being welcomed by high officials, newsmen, priests, students and industrialists, Lyell may simply be ignored."(149)
"How is it possible to say simultaneously that it is useful for everyone, but runs against everyone's beliefs? How is it possible to convince the gentry and at the same time to destroy the authority of common sense? How is it possible to assert that it is morally necessary to develop geology while agonising in private in the meantime on the position of humanity in Nature?
It is not an easy job being a scientist before the job exists!"(149-150)
Zonder anderen is niets mogelijk zo blijkt ook uit het tweede voorbeeld, dat van de ontwerper van MOS-circuits Joao Dellacruz.
"What happens to the inside of a specialty made up of only one person? This is the question that makes Joao so despondent: the inside disappears as well. Since he has no one to discuss the draft of his articles with, no one to try out the links he makes between various parts of chip architecture, no one to whom he can submit his proposals for trials of strength, no one to debug his prototypes, Joao ends up not knowing what is real and what is fictional in MOS technology."(152)
Een ander geval wordt beschreven.
"This case shows how important it is to decide who are the people to study. Depending on which scientist is followed, completely different pictures of technoscience will emerge. Simply shadowing West or the boss [beiden uit de casus - GdG] will offer a businessman's view of science (mixture of politics, negotation of contracts, public relations); shadowing the microkids or the collaborator will provide the classic view of hard-working white-coated scientists wrapped up in their experiments. In the first case we would be constantly moving outside the laboratory; in the second, we would stay still deep inside the laboratory. Who is really doing research? Where is the research really done"(155)
"The first lesson to be drawn from these examples looks rather innocuous: technoscience has an inside because it has an outside. There is a positive feedback loop in this innocuous definition: the bigger, the harder, the purer science is inside, the further outside other scientists have to go. It is because of this feedback that, if you get inside a laboratory, you see no public relations, no politics, no ethical problems, no class struggle, no lawyers; you see science isolated from society. But this isolation exists only in so far as other scientists are constantly busy recruiting investors, interesting and convincing people. (...) If we separate this inside and outside aspect, our travel through technoscience would become entirely impossible."(156)
Binnen en buiten zijn niet te scheiden, ook niet in de zin dat buiten een voorwaarde, een noodzakelijk kwaad is voor binnen alsof er een absolute scheiding bestaat tussen context en inhoud, extern en intern. De context kan van alles omvatten en kan groeien of krimpen, maar kan ook iedereen omvatten:
"... those who help in the definition, negotiation, management, regulation, inspection, teaching, sale, repair, belief and spread of the facts are part and parcel of 'research'."(164)
"Our fifth rule of method will thus be the following: we should be as undecided as the various actors we follow as to what technoscience is made of; to do so, every time an inside / outside division is built, we should follow the two sides simultaneously, making up a list, no matter how long and heterogeneous, of all those who do the work."(176)
Naar de eerste vier hoofdstukken kan gekeken worden met de blik van het aantal elementen dat in het proces van wetenschap en techniek betrokken wordt of met de blik van de kosten die er mee gemoeid zijn. Maar een derde blik is ook mogelijk:
"This leads to a third way of summarising what we have learned in this book so far, a way that fuses together the two first aspects: technoscience is made in relatively new, rare, expensive and fragile places that garner disproportionate amounts of resources; these places may come to occupy strategic positions and be related with one another. Thus, technoscience may be described simultaneously as a demiurgic enterprise that multiplies the number of allies and as a rare fragile achievement that we hear about only when all the other allies are present. If technoscience may be described as being so powerful and yet so small, so concentrated and so dilute, it means it has the characteristics of a network. The word network indicates that resources are concentrated in a few places - the knots and the nodes - which are connected with one another - the links and the mesh: these connections transform the scattered resources into a net that may seem to extend everywhere. Telephone lines, for instance, are minute and fragile, so minute that they are invisible on a map and so fragile that each may be easily cut; nevertheless, the telephone network 'covers' the whole world. The notion of network will help us to reconcile the two contradictory aspects of technoscience and to understand how so few people may seem to cover the world."(179-180)
In dit hoofdstuk wordt eerst gekeken naar alle mensen die geen deel uitmaken van dat netwerk.
"How do the multitudes left out of the networks see the scientists and the engineers, and how do they themselves consider the outside of these networks?"(180)
De meningen ('beliefs') van de massa moeten het in veel gevallen afleggen tegen de wetenschappelijke kennis van wetenschappers en technici. Denk aan het weer. Hoe kan het dat veel mensen desondanks aan die subjectieve meningen blijven vasthouden?
"In all these examples it is implicitly assumed that people should have gone in one direction, the only reasonable one to take but, unfortunately, they have been led astray by something, and it is this something that needs explanation. The straight line they should have followed is said to be rational, the bent one that they have unfortunately been made to take is said to be irrational."(183)
Voor dat 'iets' wordt ingevuld: 'vooroordelen', 'cultuurverschillen', 'domheid' en zo verder. Het irrationele afwijkende pad wordt ter discussie gesteld of verklaard, niet het rationele pad. Dat laatste wordt als vanzelfsprekend gezien.
"Now the picture of non-scientists drawn by scientists becomes bleak: a few minds discover what reality is, while the vast majority of people have irrational ideas or at least are prisoners of many social, cultural and psychological factors that make them stick obstinately to obsolete prejudices. The only redeeming aspect of this picture is that if it were only possible to eliminate all these factors that hold people prisoners of their prejudices, they would all, immediately and at no cost, become as sound-minded as the scientists, grasping the phenomena without further ado. In every one of us there is a scientist who is asleep, and who will not wake up until social and cultural conditions are pushed aside."(184-185)
"If we wish to continue the study of the networks of technoscience, we must straighten up the distorted beliefs and do away with this opposition between rational and irrational ideas."(185)
Er zijn vragen die we niet moeten proberen te beantwoorden - zoals de vraag hoe het kan dat sommige mensen een bepaalde bewering geloven - omdat die vragen het gevolg zijn van een assymetrische behandeling door wetenschappers van mensen buiten de wetenschap.
"There is no use in having a discipline like the sociology of knowledge, that tries to account for non-scientific beliefs, if all questions of irrationality are merely artefacts produced by the place from which they are raised."(185)
Asymmetrie moet vermeden worden. Bijvoorbeeld door het idee 'irrationeel geloof in' te zien als het resultaat van een beschuldiging - zodat er een soort van rechtspraak moet plaatsvinden om te zien of die beschuldiging terecht is of niet. Latour geeft voorbeelden die laten zien dat wat 'rationeel' of 'irrationeel' genoemd wordt erg samenhangt met de context waarbinnen iets gebeurt of beweerd wordt en dat er geen 'mooie scheiding' tussen bestaat. Je ziet die scheiding ook niet bij auteurs die als kampioenen van de wetenschappelijke rationaliteit worden opgevoerd zoals Jean Bodin, Descartes, Galileo, Newton. Er is simpelweg niet een 'ideale' lijn van rationaliteit in wetenschap en techniek waarvan sommigen onder invloed van factoren 'helaas' afwijken: dat uitgangspunt moet losgelaten worden.
"Relativists help us understand what falls through the meshes of the scientific network and allow us to resume our journey without being dragged into trials for irrationality."(195)
"The problem with these relativists is that, if they were right, we would have to stop traveling here, basking in the comtemplation of everyone's innocence."(195)
Want feit blijft dat niet alle beweringen of artefacten gelijk zijn: we willen laten zien dat sommigen beter zijn dan andere. Maar hoe doen we dat zonder anderen te verwijten dat ze irrationeel of onlogisch zijn? In feite was dat de beginvraag van hoofdstuk 1.
"We cannot say anything about reason or logic, but whenever we run against other people's claims, we realise that other things are tied to them and we put these links to the test."(198)
Drie voorbeelden.
"In the examples above, each conflict about what is associated to what traces what the world of the other people is made off. We do not have on the one hand 'knowledge' and on the other 'society'. We have many trials of strength through which are revealed which link is solid and which one is weak."(200)
Het gaat dus om de sterkte van koppelingen en associaties.
"We have seen how to be free from the belief in the irrationality of certain claims, and also from the symmetric belief that all claims are equally credible. We can go on following people striving to make their claims more credible than others. While doing so they map for us and for themselves the chains of associations that make up their sociologics. The main characteristic of these chains is to be unpredictable - for the observer - because they are totally heterogeneous - according to the observer's own classification."(202)
De drie voorbeelden laten zien dat je bij controverses niet zo maar moet gaan gooien met begrippen als 'primitief', 'modern', etc. etc.
"The only thing we can do is to follow whatever is tied to the claims. To simplify, we can study:
(a) how causes and effects are attributed,
(b) what points are linked to which other,
(c) what size and strength these links have,
(d) who the most legitimate spokespersons are,
(e) and how all these elements are modified during the controversy.
I call sociologics the answers to these questions."(202)
In het volgende deel van dit hoofdstuk gaat het over de vraag hoe de 'clashes between claims' tussen de binnenkant en de buitenkant van netwerken er uit zien. Over 'harde' en 'zachte' feiten, waarbij bedacht moet worden dat de eerste de uitzondering en niet de regel zijn.
"Hard facts are, by all means of assessing them, rare and costly occurrences that are only met in the few cases when someone tries to make others move out of their normal course and still wants them to participate faithfully in the enterprise. There is a direct relation between the number of people one wants to convince, the angle at which the claims clash with other claims and the hardening of the facts, that is the number of allies one has to fetch."(210)
Een ander voorbeeld - de 'ontdekking' door Lapérouse in 1787 dat Sachalin een eiland is en niet een schiereiland aan de hand van gesprekken met lokale Chinese bewoners - laat zien dat het voordelen oplevert wanneer we niet denken in termen van het Grote Onderscheid ('the Great Divide') tussen rationeel en niet-rationeel en zo verder (m.a.w. de zesde methodische regel toepassen - de 'sociologics' van p.202).
"An asymmetry wil slowly begin to take shape between the 'local' Chinese and the 'moving' geographer. The Chinese will remain savage (to the European) and as strong as the Neptuna crew [de bemanning van een tweede schip dat daar tien jaar later kwam, maar die al op de hoogte was van wat Lapérouse allemaal beschreven had - GdG], if Lapérouse's notebooks do not reach Versailles. If they do, the Neptuna will be better able to domesticate the Chinese since everything of their land, culture, language and resources will be known on board the English ship before anyone says a word. Relative degrees of savagery and domestication are obtained by many little tools that make the wilderness known in advance, predictable."(218)
[Ik vat niet helemaal waarom het hier ineens moet gaan over 'domestication': het temmen van wat wild is. Dat klinkt heel omvriendelijk.]
Kennis wordt verworven, geaccumuleerd. Maar dat kan alleen wanneer aan allerlei voorwaarden is voldaan en wanneer er een unieke beweging is die alle betrokken elementen in dezelfde richting - een centrum - stuurt. Alle mogelijke andere - verdelende - categorieën (zoals macht, kapitaal, kennis, winst) leiden alleen maar af van waar het in die accumulatie om gaat: het op een of andere manier thuis brengen van gebeurtenissen, plaatsen, mensen die we niet kennen.
"Let us now consider some of the means that allow mobility, stability or combinability to improve, making domination at a distance feasible."(223)
[Ook hier weer: waarom 'domination at a distance'? Dat heeft natuurlijk iets met dat idee 'centrum' in een 'netwerk' te maken.]
Cartografie is zo'n middel om andere landen 'thuis te brengen'. En het is een middel dat heel veel vraagt : discipline van de reizigers die de kaarten tekenen, instrumenten om goede metingen te verrichten, een universele code (lengtegraad en breedtegraad), en zo verder.
"What is the consequence of this change of scale? The cartographer dominates the world that dominated Lapérouse. The balance of forces between the scientists and the earth has been reversed; cartography has entered the sure path of science; a centre (Europe) has been constituted that begins to make the rest of the world turn around itself."(224)
Andere zaken van vreemde landen waren gemakkelijker mobiel te maken: planten, dieren, gesteentes, dingen, kunstwerken konden vaak worden meegenomen. Een ander middel is dus het aanleggen van verzamelingen. Stabiliteit kan daarbij wel een probleem vormen.
"Thus, many inventions have to be made to enhance the mobility, stability and combinability of collected items. Many instructions are to be given to those sent around the world on how to stuff animals, how to dry up plants, how to label all specimens, how to name them, how to pin down butterflies, how to paint drawings of the animals and trees no one can yet bring back or domesticate. When this is done, when large collections are initiated and maintained, then again the same revolution occurs."(225)
Een ander middel: peilingen ('probes'), bijvoorbeeld van aardlagen om olie te vinden. Of een observatorium om de sterren in kaart te brengen. Ook in die middelen komen allerlei elementen samen die tot kennis leiden.
"The task of dominating the earth or the sky is almost equalled in difficulty by that of dominating a country's economy. There is no telescope to see it, no collection to gather it, no expedition to map it out. Here again in the case of economics, the history of science is that of the many clever means to transform whatever people do, sell, and buy into something that can be mobilised, gathered, archived, coded, recalculated and displayed."(227)
Middelen hier zijn bijvoorbeeld enquêtes, rapportages, statistieken, en zo verder. Op een gegeven moment kunnen een paar mensen een hele economie van op afstand domineren door de accumulatie van alle kennis die die middelen opleveren en de verwerking ervan in een kaart, een overzicht, een computerprogramma.
"Finally, we know that the results of building, extending and keeping up these networks is to act at a distance, that is to do things in the centres that sometimes make it possible to dominate spatially as well as chronologically the periphery."(231)
Wat gebeurt er in de centra?
"The very success of the mobilisation, the very quality of the instruments, will have as its first consequence their drowning in a flood of inscriptions and specimens."(233)
De mobilisatie zelf naar centra is met andere woorden nog geen garantie voor de overwinning op de periferie. Daarvoor is heel wat meer werk nodig, waarbij de verworven informatie wordt verwerkt en toegankelijk gemaakt voor gewone stervelingen ('transforming the inscriptions' via allerlei technieken als statistische en wiskundige vergelijkingen).
"Two confusing words have been used before to account for what happens in the centres of calculation: those of abstraction and theory. Let us examine what they mean."(241)
Het maken van abstracties binnen het beschreven technowetenschappelijke proces is goed te bestuderen zolang er geen mysterieus feneomeen van de geest van wordt gemaakt waartoe niemand toegang heeft. Hetzelfde geldt voor theorievorming met een soortgelijke waarschuwing:
"As soon as a divide is made between theories and what they are theories of, the tip of technoscience is immediately shrouded in fog. Theories, now made abstract and autonomous objects, float like flying saucers above the rest of science, which by contrast becomes 'experimental' or 'empirical'."(242)
Het stoort Latour dat rationalisten theorieën zo idealiseren (hij speekt van een cultus).
"Speaking about theories and then gaping at their 'application' has no more sense than talking of clamps without ever saying what they fasten together, or separating the knots form the meshes of a net. Doing a history of scientific 'theories' would be as meaningless as doing a history of hammers without considering the nails, the planks, the houses, the carpenter and the people who are housed, or a history of cheques without the bank system."(242)
"Translating the world towards the centres is one thing; gaining an unexpected supplement of strength by working inside these centres on nth degree inscriptions is another. There is still one remaining snag, because the final inscriptions are not the world: they are only representing it in its absence. (...) However, nothing is irreversibly gained at this point if there is no way to translate back the relation of strength that has been made favourable to the scientists' camp. More additional work has yet to be done. This movement from the centre to the periphery is to be studied as well, if we want to follow scientists up to the end."(247)
Maar dat is niet zoiets als het - vanuit een ideale wereld - toepassen van wetenschappelijke en technische kennis op de buitenwereld zoals veel wetenschappers het graag zien.
"No one has ever observed a fact, a theory or a machine that could survive outside of the networks that gave birth to them. Still more fragile than termites, facts and machines can travel along extended galleries, but they cannot survive one minute in this famous and mythical 'out-thereness' so vaunted by philosophers of science."(248)
Daarom gaat dat ook zo vaak fout: ineens blijkt er iets in die buitenwereld te zijn dat roet in het eten gooit.
"So how is it that in some cases science's predictions are fulfilled and in some other cases pitipully fail? The rule of method to apply here is rather straightforward: every time you hear about a succeeded application of a science, look for the progressive extension of a network. Every time you hear about a failure of science, look for what part of which network has been punctured. I bet you will always find it."(249)
"As soon as the outside is really encountered, complete chaos ensues. Of all the features of technoscience, I find this ability to extend networks and to travel along inside them the most interesting to follow; it is the most ingenious and the most overlooked of all (because of the inertia model depicted at hte end of Chapter 3)."(250)
De praktijk is hardleers en verrassend: wat wetenschappelijk gezien in principe werkt, werkt daar soms niet of net anders dan je verwacht. Dat alles in de praktijk volgens plan verloopt betekent niet meer dan dat je niet hoefde af te wijken van wat binnen het netwerk zo zorgvuldig was vastgelegd. Maar dat hoeft dus niet zo te zijn, omdat het in de praktijk vreselijk moeilijk kan zijn alle parameters stabiel te houden waaronder iets werkt.