>>>  Laatst gewijzigd: 17 februari 2023   >>>  Naar www.emo-level-8.nl  
Ik

Notities bij boeken

Start Filosofie Kennis Normatieve rationaliteit Waarden in de praktijk Mens en samenleving Techniek

Notities

Incididunt nisi non nisi incididunt velit cillum magna commodo proident officia enim.

Voorkant Luyendijk 'Dit kan niet waar zijn - Onder bankiers' Joris LUYENDIJK
Dit kan niet waar zijn - Onder bankiers
Amsterdam/Antwerpen: Atlas Contact, 2015, 208 blzn.; ISBN-13: 978 90 4502 8163

(11) Inleiding

Luyendijk kreeg als journalist van het gerenommeerde Britse blad The Guardian de kans zich via interviews ter verdiepen in de financiële wereld van 'The City' in Londen.

(15) Deel I - Wat is het probleem?

(17) 1 - De City als Dorp

Hij liep aanvankelijk meteen tegen een 'code of silence' aan toen hij diverse mensen vragen begon te stellen. De angst voor reputatieschade (het is in het wereldje belangrijk of je te vertrouwen bent of niet) is groot, journalisten worden dan ook gewantrouwd. Meestal is alleen geautoriseerd contact toegestaan.

"De dag met Sid was de beste introductie tot de City die ik me had kunnen wensen, maar ook een toevalstreffer. Op mijn via via verzoeken om een interview kwam geen antwoord, of een beleefd en gedecideerd: ‘Nee, liever niet.’ Keer op keer. Hoe ik ook aandrong, slijmde of smeekte."(22)

"Zodra ik tien uitgewerkte interviews had, plaatste ik ze op www. guardiannews.com/jlbankingblog, vergezeld van de oproep aan insiders om in ruil voor anonimiteit te vertellen wat er in die glazen torens van ze allemaal gebeurt."(23)

"Zo werkt de code of silence als een enorme filter op het beeld dat buitenstaanders van de City en de financiële sector krijgen."(27)

Maar op een gegeven moment had hij toch een begin en begon het onderzoek te lopen. Allerlei mensen boden zich aan voor een interview, mits ze anoniem konden blijven.

"Niets menselijks bleek de financiële wereld vreemd, en de antropoloog in mij bloeide op. Met alle ongeschreven regels, taboes en interne hiërarchieën is de City net een dorp, of een stam. Insiders gebruiken de codes om elkaar te plaatsen, en dat was te leren."(30)

(34) 2 - Planet Finance en de Crash

"Waar was iedereen zo bang voor geweest? In The Origin of Financial Crises zet de Britse professioneel belegger George Cooper het als een simpel abc’tje op een rij: het faillissement van een grote en wereldwijd vertakte bank kan een domino-effect veroorzaken, waardoor het mondiale financiële systeem als geheel tot stilstand komt, verlamd raakt en instort. Behalve dat niemand nog bij zijn geld kan, bevriest dan de financiering van de handel, daarmee de handel zelf en dus de voedselbevoorrading."(35)

Zijn plaatje van de financiële wereld betrof allerlei sectoren: vermogensbeheer, verzekeraars, banken voor particulieren, zakenbanken, bedrijven voor private equity (overnames), hedge funds, venture capitalists. En het betrof allerlei dienstverleners: accountants, advocaten en andere juristen, kredietbeoordelaars, headhunters, ICT-dienstverleners.

Wat maakte de crisis van 2008?

"De producten werden steeds complexer, de triple A’s bleven komen, en intussen hielden banken een deel van de producten in eigen bezit – zonder goede financiële buffers en vaak aan het zicht onttrokken met constructies in belastingparadijzen. De accountants hadden niks door, dachten dat het wel goed zat of keken de andere kant op, net als de toezichthouders, Centrale Banken en politici."(39)

"Tot zover een crash course financiële crash. Pak nu Planet Finance erbij en twee dingen worden duidelijk: vrijwel overal zitten betrokkenen, maar een overweldigende meerderheid van de finan­ciële wereld had er níets mee van doen."(40)

"Toen ik de ware toedracht van de crash doorkreeg, was ik in eerste instantie bijna opgelucht. Het was geen alomvattende samenzwering of complot geweest van dé sector. Sterker nog: de PR-machine van de financiële sector benadrukte met recht dat vrijwel niemand deze ramp had zien aankomen – politici niet, en toezichthouders, Centrale Bankiers of ‘topeconomen’ op elite-universiteiten evenmin.
Zeg nou zelf, redeneerde de financiële PR-lobby verder: Welke bankier richt expres zijn bank te gronde? De crash van 2008 was een onvoorziene en eenmalige samenloop van omstandigheden. Inmiddels zijn de ontplofte producten van hun riskante elementen ontdaan, er zijn allerlei extra regels en veiligheidsmaatregelen doorgevoerd en banken werken keihard aan een cultuurverandering. Is de tijd voor ‘bankier-bashen’ niet zo langzamerhand voorbij? Uit de mond van een perfect gecoiffeerde topbankier of PR-figuur kan zo’n argumentatie heel overtuigend klinken. Totdat je haar omdraait. Want is het eigenlijk niet juist extreem alarmerend dat vrijwel niemand in de sector doorhad hoe gevaarlijk deze complexe producten konden zijn? Hoe meer mensen ik hoorde verklaren dat ze heus geen idee hadden gehad, hoe meer ik me ging voelen als iemand die een dutje doet in de bus en dan van de chauffeur moet horen dat deze onderweg met veel geluk een plotseling opdoemend ravijn heeft ontweken. Dat is verschrikkelijk, als je onwetend en weerloos op de achterbank zat. Maar dit gevoel wordt toch alleen nog maar sterker wanneer de chauffeur als excuus aanvoert: ‘Sorry hoor, maar echt niemand wist dat die weg opeens overging in een afgrond...’? Want dan vraag je je af: Van welke ravijnen heb jij nog meer geen weet?
Duidelijk was dat zakenbanken en zakendivisies binnen megabanken bij de crash een hoofdrol hadden gespeeld. Duidelijk was ook dat zakenbanken niet voor het eerst beterschap hadden moeten beloven; bij het dot.com-schandaal hadden zakenbankiers tegenover beleggers en de financiële media jarenlang waardeloze technologiebedrijven de hemel in geprezen, terwijl hun collega’s in dealmaking deze bedrijven voor enorme fees naar de beurs brachten. Toen deze ‘internetzeepbel’ rond de eeuwwisseling knapte, ging wereldwijd het equivalent van 3500 miljard euro in rook op. Om deze schok op te vangen was de rente sterk verlaagd, en dit goedkope geld had weer bijgedragen aan de huizenzeepbel van 2008.
In die zakenbanken ging ik spitten."(41-42)

[Mooi en kritisch samengevat. Natuurlijk moet je niet zonder meer geloven wat de mensen die er bij betrokken waren als verklaringen en rechtvaardigingen geven. 'We wisten het niet' - waar hebben we dat vaker gehoord?]

(43) Deel II - Het probleem

(45) 3 - Going native

Dat staat voor je identificeren met de mensen die je onderzoekt.

"Feit was dat ik gewoon veel gemeen had met de zakenbankiers die ik sprak. De City is extreem internationaal en naar schatting 40 procent van de zakenbankiers is buiten Groot-Brittannië geboren. Bij veel interviews waren we dus allebei expats in Londen. Maar de verwantschap ging dieper, ook met Britten: dezelfde soort opleiding, langere tijd in het buitenland gestudeerd en gewerkt. We spraken meerdere talen, hielden van hetzelfde soort films, boeken en muziek, lazen dezelfde dag- en weekbladen, en gingen op hetzelfde soort vakanties.
Hoewel ze meer verdienden dan ik, hoorden we, kortom, tot dezelfde sociaal-culturele klasse, en naarmate ik meer collega’s in Londen leerde kennen, werd duidelijk dat ik hierin niet alleen stond. Veel Britse journalisten hebben een partner, familieleden of vrienden bij een zakenbank of in de City. Heel veel journalisten komen ook van Oxford, Cambridge of de London School of Economics – precies de plekken waar zakenbanken graag mensen vandaan halen.
Zo had ik native kunnen gaan, en kunnen concluderen dat het bij de zakenbanken wel weer goed zit. Aan de bonussen moet absoluut nog wat worden gedaan, maar verder... De mensen zelf lijken oké, dus waarom hun organisatie niet? Oliebollen en rotte appels heb je overal, dus logisch dat in zulke grote instellingen dingen misgaan. En de crash... Tja, de watersnoodramp had ook bijna niemand zien aankomen.
Gelukkig maakten de interviews met zakenbankiers reacties los uit onverwachte hoek. En daar hoorde ik wel even iets anders."(58-59)

[Toch zal verderop blijken dat Luyendijk door wat hij hier van zichzelf zegt te weinig afstand heeft genomen van de mensen die hij interviewde. Ik vind dus dat hij inderdaad de grens heeft overschreden van 'native gaan'.]

(60) 4 - Other People’s Money

"Soms hadden mensen in het back- en middle-office een ondertoon van verongelijktheid, zoals de man die de vijf voorafgaande jaren had gewerkt in ondersteunende functies op een handelsvloer: ‘Je trakteert je lezers steeds op handelaren en mensen in fusies & overnames,’ schreef hij. ‘Die gasten zijn hooguit 5 procent van het geheel. De overige 95 procent vertrapten en onderdrukten mag ook wel eens wat aandacht.’
Als we vervolgens afspraken, openbaarde zich een tweede verschil. Back- en middle-office krijgen veel minder betaald en kunnen zich minder dure kleren, horloges, telefoons en pennen permitteren. Ze zien evenmin klanten en hoeven met hun verschijning geen succes uit te stralen."(60-61)

Ook afdelingen Risk & Compliance zagen de crash zelden aankomen.

"Maar de crash is niet de enige keer dat risk & compliance moest hebben gefaald. Rond de eeuwwisseling was er het dot.com-debacle geweest, en terwijl deze blog liep, brak het ene schandaal na het andere uit. Handelaren bij zaken- en megabanken bleken jarenlang massaal illegaal cruciale rentevoeten en valutawaarden te hebben gemanipuleerd – de Libor- en FX-schandalen. Opnieuw liep een rogue (‘schurkhandelaar’) tegen de lamp nadat hij ondanks interne controles en ‘risicolimieten’ miljarden had verloren. Verschillende banken werden betrapt bij het ontduiken van sancties tegen Iran en Sudan, en op witwaspraktijken met drugsgeld. In het ‘London Whale’-schandaal verloor een handjevol handelaren bij JPMorgan 6,2 miljard dollar. Al jaren halen overal in Europa gemeentes, woningbouwcoöperaties, bedrijven en kleinere banken het nieuws omdat financiële producten die ze hebben gekocht van zakenbanken in Londen opeens tot monsterverliezen leiden.
De lijst is aanzienlijk langer, en wie weet wat er verder is gebeurd maar wordt stilgehouden.
Zakenbanken en de financiële lobby deden ieder nieuw schandaal af als het werk van ‘rotte appels’, zoals ze eerder de crash hadden voorgesteld als een eenmalig megamisverstand. Wat dacht het middle-office?"(66)

"Niemand gaat ooit tegen het front-office [de hoogste laag hier - GdG] in, zei een andere compliance officer met meer dan tien jaar ervaring op meerdere handelsvloeren gedecideerd: ‘Ik heb dat nog nooit zien gebeuren.’"(67)

"Maar meestal reserveerde het front-office voor interne controles hetzelfde woord als voor toezichthouders: sukkels."(68)

"Zo veranderde in relatief korte tijd de eigendomsstructuur van banken radicaal. Door de beursgang ligt het risico voortaan bij de aandeelhouders, terwijl bankiers deels worden betaald in aandelen en opties. Hoe hoger de koers, des te meer die waard zijn, en de beste manier om de koers te laten stijgen is meer winst – bijvoorbeeld door meer risico te nemen.
En door ‘too big to fail’ deelt vervolgens ook de belastingbetaler in de risico’s die de bank neemt. De City heeft voor deze nieuwe situatie een uitdrukking: ‘Het is maar opm’, ofwel other people’s money."(69)

"Het was een eyeopener hoe nieuw de zaken- en megabank in hun huidige vorm zijn. Je hoort vaak dat banken ‘te veel risico nemen’. Maar pak de structuur van die banken erbij en je ziet dat de ownership van die risico’s het echte probleem is.
Sinds de beursgang en ‘too big to fail’ zijn degenen die de risico’s nemen niet langer degenen die deze risico’s dragen. Waarmee de rol van risk & compliance wezenlijk is veranderd. Vroeger zaten ze er namens de partners, die alle reden hadden een desastreus verlies te vrezen. Dat gaf macht. Tegenwoordig dient risk & compliance om de aandeelhouders, de toezichthouder en de belastingbetalers gerust te stellen. Want die dragen de risico’s."(70)

(72) 5 - De Wereld van Zero Job Security

Ontslagbescherming bestaat er niet in die wereld. Er heerst daarom een sfeer van angst, een 'blame culture', er is geen sprake van loyaliteit. Ook is er geen continuïteit, dus overtreden mensen opnieuw de regels en blijf je aan de gang met 'risk management'. Verder is het management slecht en speelt vriendjespolitiek een enorme rol.

"‘Executies’ werd dit soort plotselinge ontslagen genoemd, en er was nog een categorie. Banken als Goldman Sachs en JPMorgan ontslaan standaard elk jaar de slechtst presterende paar procent – ook in jaren van enorme winst."(76)

"Stoerheid is de norm in het front-office, en door bij plotseling ontslag geen krimp te geven, toon je uit wat voor hout je gesneden bent. Maar wat zeker zo belangrijk is: omgekeerd zijn zakenbankiers net zo ontrouw.
Veel dertigers hadden al drie of vier namen van banken op hun cv staan, want zo werkt het op veel plaatsen in de City: wie veel wil verdienen moet vaak van baan wisselen. Mensen vertelden over hele teams die werden weggekaapt, van de ene bank naar de andere en soms weer terug – waarbij iedereen na afloop extreem veel meer verdiende dan ervoor."(77)

"In twee jaar heb ik niemand in de City horen pleiten voor ontslagbescherming, maar velen waren extreem negatief over de sfeer op hun werk, en daarop doorpratend kwamen we vaak uit op het hire & fire-systeem.(...) Mensen worden beïnvloed door hun besef van kwetsbaarheid, en passen hun gedrag erop aan."(79)

"Mensen omschreven hun werkvloer als ‘intens politiek’. Alles kan tegen je worden gebruikt, iedereen is constant aan het manoeuvreren en bij fouten krijg je feeding frenzies, als haaien bij bloed. Iedereen doet mee, om zich uit alle macht te distantiëren van de fout. En uithoren natuurlijk: ‘Wat vind jij nu van die en die?’"(82)

"De rock-’n-rollhandelaar had in zijn carrière nog bijna nooit iemand iets zien proberen op te bouwen: ‘Cyclus na cyclus van nieuwe managers. Ze hebben een plan om binnen drie of vier jaar de opbrengsten omhoog te trekken. De druk is enorm, en de makkelijkste manier om meer te verdienen is meer risico nemen.’"(83)

"Als je binnen vijf minuten buiten kan staan, wordt ook je horizon vijf minuten. Dat was de kern van de verhalen over het systeem van zero job security. Niet alleen loyaliteit verdampt, maar ook de continuïteit, want niemand kan ergens op bouwen. Zo eindig je heel snel met de wet – of beter: de wetteloosheid – van de jungle. Hoe realistisch is het dan te verwachten dat ‘interne controles’ hun werk kunnen en durven doen?"(83)

(85) 6 - Ieder voor Zich en Caveat Emptor

"Was er een verband tussen de tough guy-bankierstaal en de crash en schandalen: belangenconflicten, prikkels of een overkoepelend principe waar zo’n houding in paste?"(87)

"‘Caveat emptor’ [Weet wat je koopt - GdG] bleek een normale juridische term, en erop doorpratend kwamen we bij het overkoepelend principe: ‘amoraliteit’.
Let op, zei iedereen: ‘A-moreel’ betekent niet slecht of im-moreel. Amoreel wil zeggen dat de termen ‘goed’ en ‘kwaad’ in discussies überhaupt niet voorkomen. We kijken niet of een plan moreel deugt, maar hoeveel ‘reputatierisico’ het in zich draagt. Bedrijven of rijke families helpen binnen de wet belastingen te ontwijken heet ‘belastingoptimalisatie’ met tax-efficient structures (‘belasting­efficiënte arrangementen’). Coulante externe advocaten en toezichthouders zijn business-friendly, gevallen van bewezen oplichting zijn mis-selling en wie legaal profiteert van een inconsistentie tussen toezicht in twee landen doet aan regulatory arbitrage.
Als je erop gaat letten zie je overal voorbeelden: het vocabulaire waarmee mensen in de financiële wereld spreken en nadenken over hun eigen functioneren is waar mogelijk ontdaan van woorden die een ethische discussie kunnen losmaken. Het grootste compliment in de City is dan ook iemand ‘professioneel’ noemen. Het betekent dat jij op je werk emoties buiten beschouwing weet te houden, inclusief morele overtuigingen – die zijn voor thuis. De term ‘ethiek’ kwam eigenlijk alleen voorbij in combinatie met het woord ‘werk’ – en betekende dan zoiets als ‘absolute gehoorzaamheid en toewijding aan baas en bank’."(88-89)

"Hoe kunnen waardevolle oplossingen voor reële problemen zo verschrikkelijk ontaarden en ontploffen?
Door tal van oorzaken ongetwijfeld, maar met amoraliteit diende zich een overkoepelend principe aan: stel, jij kunt een product zo complex maken dat er veel geld mee te verdienen valt – binnen de wet. Wie houdt je dan tegen, binnen de bank en erbuiten?"(90)

"In de interviewbundel City Lives uit 1996 vertellen topbankiers en financiële figuren over het leven in de City in de twintigste eeuw. Het openlijke antisemitisme, seksisme, snobisme en de homofobie bij mensen van boven de zeventig genezen je voor altijd van nostalgie naar de goeie ouwe tijd."(91)

"‘Het werd me allemaal te veel,’ concludeerde Smith in het laatste hoofdstuk van Why I Left Goldman Sachs. ‘Jaren geleden hadden we Griekenland geadviseerd hoe het land met derivaten de eigen schuldenlast kon verbergen. Nu waren de rapen gaar en adviseerden we hedgefunds hoe ze munt konden slaan uit de chaos in Griekenland. Aan de andere kant van de Chinese Muur probeerden intussen onze zakenbankiers contracten binnen te halen bij Europese overheden om hun te adviseren hoe de rotzooi kon worden opgeruimd.’
Daarom was Smith niet alleen gestopt met zijn werk, maar had hij gekozen voor de rol van klokkenluider. Wow, was mijn eerste gedachte toen ik het boek dichtsloeg. Hier noemt iemand man en paard. Maar de sector reageerde opgelucht, en zelfs verveeld. Smith had enkel praktijken beschreven die legaal zijn en vallen onder caveat emptor."(95-96)

(97) 7 - De Bank als Eilandenrijk in de Mist

"Of mensen waren voor wie ze zich uitgaven, viel goed te checken via sociale media zoals LinkedIn. Hun verhalen zelf natrekken was andere koek, want je komt de banken niet binnen.
Dat was frustrerend, maar wat ik wel kon verifiëren was het bestaan van caveat emptor, de nul-ontslagbescherming, het vangnet van ‘too big to fail’, de implicaties van een beursnotering en de druk die uitgaat van shareholder value."(97)

"Vrijwel meteen kwam het gesprek dan op complexiteit, en op de quants die de financiële wereld de afgelopen decennia bijna onherkenbaar hebben veranderd.
Deze wis-, schei- en natuurkundeknobbels zitten inmiddels overal. In het middle-office maken of beheren ze de modellen waarmee banken berekenen welke risico’s ze lopen en hoe die het best te neutraliseren zijn. De bedenkers van de producten die bij de crash centraal stonden waren quants, en steeds meer handelaren hebben een bèta-achtergrond."(98)

"Flitshandel is niet iets dat mensen ooit deden en nu door computers beter wordt gedaan, had de programmeur uitgelegd; het is iets geheel nieuws. En dat gold voor meer gebieden."(99)

"Maar intussen vertelden mensen die werkten bij interne controles dat de toegenomen complexiteit hun bank op maar liefst drie manieren zeer kwetsbaar maakte – of zelfs onbeheersbaar."(103)

Misverstanden nemen toe, er kunnen misrekeningen / fouten zitten in de wiskundige modellen, de kans op moedwillige fraude neemt toe.

"Hoe minder mensen het nog snappen, hoe meer ruimte voor misrekeningen, moedwil en misverstand."(108)

"Als een klein groepje mensen miljarden kan verliezen met activiteiten die door hun complexiteit extreem moeilijk te monitoren zijn, wil je daar als interne controles bovenop zitten, toch? Inderdaad, antwoordden mensen, behalve dat dit heel moeilijk gaat. ‘Een CEO kan niet ieder algoritme en computerprogramma dat zijn bank gebruikt begrijpen, laat staan ieder product,’ zei een externe accountant die net door de boeken van een grote finan­ciële instelling was gegaan. ‘Dus hebben ze mensen om zich heen die zeggen: Maak je geen zorgen, alles is onder controle.’"(109)

"‘Veel lezers zouden versteld staan hoe beroerd de IT is bij veel banken,’ zei een man van eind dertig die lang bij een softwarebedrijf werkte. Net als bij veel bedrijven en overheidsinstellingen, voegde hij eraan toe. Soms vang je hier een glimp van op, zei hij, als een bedrijf platgaat door een ‘computerstoring’. ‘Is het je opgevallen dat die altijd langer duren dan verwacht? Dat is niet omdat reparatie zo lang duurt. Root cause analysis vergt de meeste tijd: erachter komen wat het probleem is.’"(111)

"De diploma’s van topuniversiteiten, de strakke logo’s en websites, de job titles en de zelfverzekerdheid van topbankiers in de media of tegenover parlementaire commissies – banken wekken knap de indruk dat ze worden gerund als legers of luchthavens: efficiënte hiërarchieën met een constante stroom van commando’s, informatie en feedback tussen top en basis.
Maar kijk achter deze façade naar de perverse prikkels, de verkokering en het klimaat van angst, de zero loyalty als gevolg van zero job security en de omvang, gammelheid en complexiteit, en je ziet geen strak geleide piramide met bovenin het opperbevel. Je ziet een eilandenrijk in de mist, bevolkt door huurlingen."(113-114)

(115) 8 - Tijd voor wat Goed Nieuws

"Waarom zouden mensen op een handelsvloer zoals die van de CDO-bankier zich druk maken om de werking van complexe beleggingsproducten of de financiële gezondheid van hun bank op de lange termijn? Waarom zouden ze überhaupt over de bank denken als ‘hun’ bank, wetend dat ze ieder moment op de stoep kunnen staan – ontslagen, of weggelokt door de concurrent? Waarom zou je in zo’n omgeving als risk manager of compliance officer aan de bel trekken of ‘nee’ zeggen? Waarom zou je als bankier een klant níét naaien, als je onder zulke druk staat en weet dat je er juridisch mee wegkomt?
Dit lijkt wel een blauwdruk voor kortetermijndenken."(119)

"Waarom hadden kredietbeoordelaars die CDO’s en hun complexere varianten als superveilig en triple A aangemerkt? Waarom hadden de accountants die de boeken moesten controleren niets gezien of gezegd? Waar waren de toezichthouders geweest?"(120-121)

"Dat kredietbeoordelaars worden betaald door de banken van wie ze de financiële instrumenten ‘onafhankelijk’ beoordelen. Dat Moody’s noch andere kredietbeoordelaars aansprakelijk zijn gesteld voor hun triple A ratings, omdat ze met succes aanvoerden dat dit in juridische zin slechts ‘opinies’ waren geweest die vallen onder de vrijheid van meningsuiting."(122)

"Voor iedereen te verifiëren was dat ook bij accountants de markt wordt beheerst door minder dan een handvol spelers: KPMG, EY, Deloitte en PwC. Ze heten zelfs zo: de Big Four. Banken veranderden de afgelopen decennia vrijwel nooit van accountant, en nog aparter: de Grote Vier controleren niet alleen de grote banken, ze hebben ook immense consultancy-takken die duurbetaald ‘advies’ leveren aan... diezelfde banken."(123)

(129) Deel III - Gaan zij het oplossen?

(131) 9 - Tandenknarsers en Neutralen

"Sinds 2008 zijn er vele vrome woorden gesproken, het middle-office heeft iets meer macht en status, en menigeen boven in het front-office is op een peperdure cursus ‘cultuurverandering’ geweest. Maar de onderliggende structuur van de financiële wereld is intact gebleven.
Wereldwijd moeten banken nu iets hogere kapitaalbuffers aanhouden, of beter gezegd: een groter deel van hun risico’s financieren met eigen vermogen. Mogelijk gaan deze eisen enigszins omhoog in 2019, maar dat is afwachten. In Amerika is speculeren door banken met eigen kapitaal (prop trading) aan banden gelegd, min of meer, en de Europese Commissie heeft een paar banken gedwongen hun zakenactiviteiten in te krimpen of af te stoten – met als onbedoeld gevolg dat de rest de markt nog makkelijker onderling kan verdelen, want er komen geen nieuwe banken bij.
Banken zijn niet opgeknipt en versimpeld, zodat ze weer failliet kunnen gaan, maar er komt een Europees bankenfonds dat een omgevallen bank straks ordelijk kan demonteren. Maar wie staan achter dat Europees bankenfonds wanneer in een echte panieksituatie veel banken tegelijk ten onder gaan? Inderdaad: de belastingbetaler.
De facto-kartels en niches waar een handjevol spelers monsterwinsten kan boeken, zijn niet opengebroken, maar er komt een makkelijk te omzeilen bonuslimiet die zulke winsten aan het zicht onttrekt.
De lijst is veel langer, maar het patroon blijft hetzelfde: op 2008 is gereageerd met symptoombestrijding. Geen nieuwe start, maar enorm veel extra regels – met als onbedoeld gevolg dat het nog moeilijker is een nieuwe bank te beginnen, want die regels vergen veel risk & compliance-personeel, en waarvan ga je die betalen?"(135-136)

"De banken zelf hebben intussen nooit openheid van zaken gegeven en evenmin is er gezegd: Iedereen die in het recente verleden ons kapitaal of onze reputatie te grabbel gooide, vliegt eruit. Er is niet gebroken met de accountantskantoren en kredietbeoordelaars, laat staan dat banken zijn gaan lobbyen voor een universele verhoging van de kapitaaleisen; ze hebben miljoenen gestoken in een lobby om die buffers juist laag te houden.
De grootste banken in de wereld blijven beursgenoteerd, in de City hebben mensen nog steeds nul ontslagbescherming en regeren de code of silence en caveat emptor. De drie kredietbeoordelaars hebben hun de facto mogen behouden, net als de vier accountantskantoren – die in vrijwel alle landen mogen blijven bijklussen voor de banken van wie ze de boeken onafhankelijk moeten controleren."(137)

"Het idee dat mensen in de City enkel worden gedreven door hebzucht is onuitroeibaar populair, ongetwijfeld aangeblazen door de media-aandacht voor bonussen en films als Wall Street en recenter The Wolf of Wall Street. Maar als ik goed naar mensen luisterde, schoot ‘hebzucht’ als verklaring voor hun gedrag zwaar tekort. Sterker nog: de focus op ‘hebzucht’ is denk ik de grootste fout die buitenstaanders in de nasleep van ‘Lehman’ hebben gemaakt."(139)

Hij stelt dus dat het niet gaat om hebzucht en gegraai, dat is te persoonlijk of individueel. Het gaat er om dat het systeem niet deugt.

"Er zijn in de City mensen die een ander en beter systeem willen. Dat is de kern van de verhalen van mensen van het type ‘tandenknarser’, en eenzelfde geluid hoorde ik bij een tweede groep. Ook zij konden de ethische dilemma’s van hun werk scherp benoemen, maar verbonden hier, met argumenten, geen verdere gevolgen aan. Je zou ze de ‘neutralen’ kunnen noemen, en die kom je overal in de City tegen, binnen en buiten banken, en zowel in het back-, middle- als front-office."(142)

"Zo redeneerden neutralen over hun ‘compensatie’. Ze zagen de ethische dilemma’s, maar zeiden: Wat kan ik eraan doen? Ja, mijn bank is gered door de belastingbetaler. Nu krijg ik een vette bonus. Dat is absurd. Maar wat zou jij doen?"(143)

"Neutralen dachten onmiskenbaar na over de morele dimensies van hun werk en beloning, zagen wat er scheef zit, en hadden daar vervolgens vrede mee gesloten. Ze zeiden: ‘Ik heb voor deze sector gekozen, en heb de mindere kanten te accepteren. Ik doe mijn stinkende best en geniet van mijn werk, want het is fantastisch interessant en uitdagend. Ik hoef me nergens voor te schamen en dat doe ik ook niet.’
Ik had sterk de indruk dat dit type de waarheid sprak als ze zeiden dat ze zelf geen regels overtraden, of misbruik maakten van onwetendheid bij klanten.
Neutralen waren geweldige bronnen, omdat ze geen last hadden van de wrok en woede die tandenknarsers en klokkenluiders soms parten leken te spelen. Even liepen ze vast in borstklopperij of defensieve verongelijktheid: waarom ziet niemand hoe geweldig wij zijn?
Het was ook goed te volgen waarom ze niet in hun eentje tegen het systeem ingingen. ‘Dan verlies ik mijn baan en doet de City me in de ban. Wat is er daarna veranderd? Helemaal niets.’"(144)

"Gesprekken met neutralen behoorden tot de aangenaamste en meest lonende. Veel van de weeffouten in de architectuur van de sector ben ik dankzij hen gaan begrijpen. Ze deden niets, maar hadden er een scherp oog voor."(146)

[Ik vind het nogal raar om die groep 'neutralen' te noemen. Ze zien de problemen, maar doen niets. Nietsdoen is alleen ook wat doen: namelijk het slechte systeem laten bestaan. Wat is daar neutraal aan? Je houdt in stand wat slecht is, waarvan je zelfs weet dat het slecht is. En waarom doe je dat? Ja, omdat je klem zit en het niet zo gemakkelijk is om je leven grondig om te gooien, maar natuurlijk ook omdat het zo prettig voelt om een heleboel te verdienen. Ik vind die hebzucht te gemakkelijk weggepraat. En het argument 'dat er toch niets veranderd' is wel erg zwak, ik begrijp niet dat Luyendijk daar niet tegen in het geweer komt. Er zit hier ook een waardering die niet zelfkritisch tegen het licht gehouden wordt: negatief over de tandenknarsers en klokkenluiders, positief over de neutralen die niets doen. Vreemd.]

(147) 10 - Masters of the Universe

Daarnaast heb je de 'Masters of the Universe', extreem competitief, agressief, individualistisch, mensen die alle kritiek wegpraten, het hebben over 'rotte appels' die er nu eenmaal altijd zullen zijn, mensen die geloven in pure meritocratie waarbij ras en sekse etc. niet belangrijk zijn.

"Men had het over ‘het interessantste werk op aarde’ en diepe camaraderie met gelijkgestemde collega’s. Het woord ‘vriendschap’ viel zelden, laat staan ‘solidariteit’, en gevraagd naar parallellen begonnen ze over oorlog: een team dat maanden werkt aan een deal is een special forces-commando-eenheid, de handelsvloer met al die rijen schermen een loopgraaf."(148)

"Van Masters of the Universe zal de verandering niet komen, en er is maar weinig fantasie voor nodig om te bedenken dat een hypercompetitieve Master of the Universe zal proberen zo veel mogelijk hypercomplexe producten te verkopen, of met een schuin oog op de league table een pensioenfonds of woningbouwcoöperatie zal uitkleden. Vergeet het ook maar dat zulke types het voortouw nemen bij hervormingen of aan de bel trekken bij misstanden – die weigeren ze immers te zien.
Tegelijk kun je je voorstellen dat deze soort bankier in een beter ingerichte sector net zo gelukkig zal kunnen zijn. Hun drijfveer is immers niet hebzucht, maar status en geldingsdrang."(157)

[Natuurlijk is die hebzucht er ook.]

(159) 11 - De City als Zeepbel

"Voor de zeepbelbankiers is hun werk hun wereld geworden."(159)

"Het gaat verraderlijk geleidelijk, zeiden mensen terugkijkend, en het begint met de werktijden. Een paar jaar lang zit je vrijwel ieder uur dat je wakker bent op kantoor, terwijl je permanent een slaaptekort hebt. Er wordt je ingeprent: ‘In deze baan kun je niet ziek zijn.’ Dus hoe slecht je je ook voelt, je gaat naar kantoor. Vijf minuten te laat, nadat je gisteren pas om twee uur ’s nachts klaar was? Dan word je als junior verrot gescholden. Face time heet dit: uren maken zodat de baas ziet dat je uren maakt. Zeker in dealmaking betekent dit regelmatig een all-nighter: na een nacht doorhalen ga je met de taxi naar huis om te douchen, en dan terug naar kantoor. Ieder moment kan je baas je claimen, ook in het weekend, dus je kunt nooit plannen of naar een moment van gegarandeerde rust toewerken. Die knoop in je maag als tijdens een etentje met vrienden of je geliefde opeens het rode lampje van je BlackBerry begint te knipperen.
Je wordt behandeld als volkomen onmisbaar en moet zodra de bank je nodig heeft alles uit je handen laten vallen, zeiden mensen. Anderzijds kun je ieder moment worden ontslagen en het gebouw uit gebonjourd worden. Dan kan de bank opeens wél met jouw afwezigheid omgaan."(160)

"‘Money comes, money goes. But lifestyle comes, lifestyle stays,’ zeiden ook andere neutralen, oftewel: meegroeien met een stijgend inkomen is stukken makkelijker dan meekrimpen met een dalend inkomen."(164)

"Een recruiter met wie ik regelmatig een broodje at, werkte veel met senior bankiers en benadrukte dat op sommige afdelingen bij prestigieuze zakenbanken auto’s, huizen, boten, scholen en vakanties een essentieel onderdeel zijn van je uitstraling. ‘Je hebt geen keus,’ zei hij. ‘Als jij bij Goldman zit, kun je niet in een charmante bouwval wonen.’"(164-165)

"Veel buitenstaanders willen er niet aan, heb ik gemerkt: dat de financiële wereld voor een belangrijk deel niet bestaat uit mensen die moedwillig kwaad doen, maar uit conformisten die zichzelf überhaupt geen vragen meer stellen over goed en kwaad. Ze hebben het in hun zeepbel prima voor elkaar, en gaan alleen nog om met gelijkgezinden."(165)

[Wat is moedwillig kwaaddoen? Is je conformeren aan slechte zaken niet ook kwaad doen? Is jezelf geen vragen stellen niet ook kwaad doen? In mijn visie wel. Allemaal kleine Eichmannetjes ...]

"Van mensen die leven in zo’n zeepbel zal de verandering niet komen, en het is verleidelijk ze af te schrijven, en zelfs te ‘ontmenselijken’ – een kudde met goud behangen egoïsten.
Maar zo werd dit type bankiers niet beschreven in e-mails door lezers die voor hun gevoel een broer, dochter, zoon of beste vriend aan de bank waren kwijtgeraakt."(166)

[Ik weet niet wat Luyendijk hier nu wil beweren. Het gegeven oordeel lijkt me heel terecht. Het verhaal dat als voorbeeld volgt van een vrouw van zo'n bankier laat zien hoe ziek die man en hoe hij afwijkt van welke humane maatstaf dan ook. Dat zijn bijzonder gevaarlijke mensen.]

(171) 12 - Waanbankiers en Koele Kikkers

"Behalve neutralen, tandenknarsers, Masters of the Universe en zeepbelbankiers zag ik in de City nog twee types. Ook deze waren alleen indirect te bestuderen, via mensen die met ze werken, of die ‘het’ vroeger zelf waren.
De eerste groep zou je de waanbankiers kunnen noemen, naar het Engelse delusional. Zij zijn niet zoals zeepbelbankiers het contact met de rest van de wereld kwijt, maar met de werkelijkheid."(171)

"De eerste paar keer dat ik van of over een waanbankier hoorde, dacht ik: Tja, in elke beroepsgroep heb je kwetsbare figuren die ongezond vergroeien met hun werk.
Maar de financiële wereld is natuurlijk niet zomaar een bedrijfstak, en een handjevol verblinde personen kan immense schade aanrichten."(174)

"De grens tussen goed en fout was steeds vager geworden, en moeilijker te definiëren, zei hij met de blik van nu. En er was gewoon geen tijd voor reflectie."(176)

"Het zingen van de vogels, dollen met de kinderen... Als je zo hard werkt, zei hij, beleef je dat soort dingen niet meer, en na een tijdje vergeet je dat ze bestaan. ‘Warmte en liefde geven aan je ouders... Deed ik niet meer. Ik stond er ook niet bij stil dat ik dat niet meer deed. Ik had m’n maten. Zij waren zoals ik. Ik was zoals zij.’"(177)

"Hierom pleiten financieel activisten en kritische insiders voor het radicaal opknippen, verkleinen en versimpelen van banken. We moeten ‘too big to fail’-banken niet proberen zo te herorganiseren dat er nooit meer eentje ten onder gaat, zeggen ze. Nieuwe faillissementen zijn onvermijdelijk, want er zijn nu eenmaal incompetente en irrationele mensen en soms worden die ergens de baas. Het doel moet zijn de financiële wereld zo in te richten dat een omvallende bank niet meer de wereldeconomie omver kan trekken: ‘Too big to fail’ is too big to exist: wat niet failliet mag gaan, mag niet bestaan."(178)

"Zie de Masters of the Universe, zeepbel- en waanbankiers als het menselijk kruitvat in het hart van de financiële wereld. Het laatste type is dan de lont. Deze mensen komen het dichtst in de buurt van de spreekwoordelijke slechterik: griezels die precies weten wat ze doen."(178)

"Wat ik doe is legaal. Punt. Zo denkt een koele kikker, en moraal wordt dan een privékwestie, of eigenlijk: een van de opties waaruit je als mens kunt kiezen – zoals sommigen geld geven aan een goed doel, of tijdens hun studie economie het keuzevak ethiek volgen. Of niet.
Vrijheid, blijheid. Vragen over morele verantwoordelijkheid kreeg ik van koele kikkers keihard terug: wie dacht ik wel niet dat ik was? Een fatsoensrakker? Een moraalridder?"(180)

"Het zijn geen slechte mensen. Het zijn mensen die niet langer denken in termen van goed en slecht. Professionals."(181)

[Belachelijk oppervlakkig. Als mensen niet langer denken in termen van goed en slecht zijn het slechte mensen, zo simpel is het.]

(185) Deel IV - Gaan wij het oplossen?

(187) 13 - De Lege Cockpit

"Een masterplan heb ik niet, maar wel weet ik inmiddels wat níét helpt. Roepen dat een karaktertekort bij individuele bankiers het probleem is, bijvoorbeeld.
Ja, er is heel veel hebzucht in de City. Maar wie de crash en de schandalen verklaart uit persoonlijk falen, zegt impliciet: Het systeem zelf is oké, we hoeven alleen de schurken uit te roken die zich van dat systeem hebben meester gemaakt: de hebzuchtigen, psychopaten, cokesnuivers, gokverslaafden..."(188)

"Het probleem is het systeem, en in plaats van individuele bankiers woedend te verwijten dat ze toegeven aan perverse prikkels, zouden we onze energie erin moeten steken die aan te pakken en weg te nemen."(189)

[Merkwaardig weer. Alsof het om een tegenstelling gaat. Het systeem deugt niet en moet aangepakt, maar ook de mensen in dat systeem zijn het probleem. En ja, er is in heel veel van de gegeven voorbeelden duidelijk sprake van een karaktertekort. Ik vind het altijd weer een slecht idee om te doen alsof mensen individueel niet verantwoordelijk zijn voor wat ze doen. Ja, ze zitten klem, maar dat betekent niet dat ze niet anders kunnen kiezen.]

"En nu we toch aan het radicaliseren zijn: wat een harteloze wereld is de mondiale financiële sector geworden – en meer in het algemeen het internationale bedrijfsleven. Zoals een lezer schreef: ‘Waar alle liefde is verdwenen, blijft alleen de wil tot winnen over.’"(194)