>>>  Laatst gewijzigd: 17 februari 2023   >>>  Naar www.emo-level-8.nl  
Ik

Notities bij boeken

Start Filosofie Kennis Normatieve rationaliteit Waarden in de praktijk Mens en samenleving Techniek

Notities

Incididunt nisi non nisi incididunt velit cillum magna commodo proident officia enim.

Voorkant Achterhuis 'Politiek van goede bedoelingen' Hans ACHTERHUIS
Politiek van goede bedoelingen
Amsterdam: Boom, 1999; ISBN: 90 5352 5572; 144 blzn.

[Er bestaat een grote samenhang tussen de benadering en de thematiek in Achterhuis boeken. Vooral ook in de reeks De erfenis van de utopie (1998), Politiek van goede bedoelingen (1999), Utopie (2006) en Utopie van de vrije markt (2010). Ik lees deze boeken van Achterhuis overigens niet in die volgorde. Eerder las ik Utopie van de vrije markt, als tweede nu dit boekje.]

[In een samenvatting van het Marathoninterview dat de VPRO met Achterhuis hield op 18 augustus 1989 wordt gezegd:]

"Over zijn jeugd laat filosoof / publicist Hans Achterhuis weinig los. Op welke datum hij geboren is en uit wat voor een gezin hij stamt, blijft in nevelen gehuld. Wat wel bekend is, is zijn geboortejaar – 1942 – en het feit dat hij het levenslicht in Hengelo (Overijssel) zag. Het volgende dat van Achterhuis bekend is, is dat hij Filosofie en Theologie heeft gestudeerd aan de Universiteit van Utrecht en die van Straatsburg."

[Het is waar: vrijwel alle biografische informatie die je over Achterhuis vindt begint met zijn studies en gaat binnen één zin over op zijn boeken. Het wekt de indruk dat Achterhuis niet meer is dan zijn boeken. Maar hij heeft - zo schrijft hij zelf - ook een dochter, ook een vrouw. Vanwaar al die geheimzinnigheid over zijn achtergronden? Waarom mogen we geen context weten die Achterhuis' benadering wat verheldert? Vreemd.]

[Temeer omdat Achterhuis' anti-utopische benadering zo'n grote rol blijkt te spelen in zijn werk en de nodige controverses oproept, terwijl voor veel mensen blijkbaar onduidelijk is wat die benadering allemaal inhoudt. Hij is er van beschuldigd een 'boulevardfilosoof' en een 'salonintellectueel' te zijn. Is dat terecht? Ik wil daar een beter beeld van krijgen. Vandaar dat ik inmiddels ook begonnen ben aan zijn boek De erfenis van de utopie.]

[Biografische informatie is ook belangrijk omdat het niet eenvoudig blijkt Achterhuis' eigen opvattingen uit alleen maar zijn boeken te achterhalen. In de academische filosofische traditie haalt hij er voortdurend andere auteurs bij waarop hij commentaar levert. Ik zou willen dat hij minstens zou eindigen met een heldere samenvatting van zijn eigen standpunten. Maar de lezer moet het blijkbaar zelf maar uitzoeken.]

[Het lijkt wel of Achterhuis zichzelf met dat voortdurende aanhalen van boeken oncontroleerbaar en immuun voor kritiek probeert te maken. Ik kan wat zeggen over de opvattingen die iemand zelf naar voren brengt. Ik kan weinig zeggen over allerlei opmerkingen over auteurs die ik niet gelezen heb. Of die opmerkingen terecht of onterecht zijn blijft oncontroleerbaar zo lang ik die auteurs niet zelf gelezen heb. En bij elke kritiek die iemand op Achterhuis standpunten over die auteurs heeft kan hij dus gemakkelijk zeggen: heb je Arendt - of wie ook - niet gelezen? hoe kun je dan kritiek op mijn tekst hebben? Het is zo gemakkelijk om je achter boeken te verschuilen. Geloof me, ik kan het weten ...]

[Biografische informatie is met andere woorden belangrijk. Achterhuis komt er zelf in zijn boeken ook regelmatig mee. Nou, wees dan ook opener over je eigen context.]

(7) Voorwoord

Achterhuis begint met op te merken dat dit essay voortkwam uit een behoefte een ingewikkeld stuk maatschappelijke werkelijkheid te begrijpen: de NAVO-interventie en oorlog in Kosovo. Hij wil er een politiek oordeel over vormen, geen moralistisch oordeel. Zijn inspiratiebronnen hierbij vormen met name Hannah Arendt en Niccollö Machiavelli.

[Dat is dus kenmerkend voor Achterhuis: hij wil begrijpen en analyseren, maar niet moraliseren. Met Ahrendt en Machiavelli gaat hij verderop ook uitleggen waarom politiek en moraal volgens hem niets met elkaar te maken hebben.]

(9) 1 - Kosovo: aanleiding en symbool

[Even heel kort de achtergrondinformatie die Achterhuis niet geeft. Kosovo was een provincie in het voormalige Joegoslavië waar grote spanningen bestonden tussen Albanese en Servische bevolkingsgroepen. Na de dood van Tito in 1980 begonnen er grote problemen te ontstaan voor het communistische regime door een slecht draaiende economie en ethnische / religieuze / nationalistische onlusten. Die laatste werden met harde hand onderdrukt, maar de onrust bleef bestaan.]

[Onder Milosevic begon Servië de autonomie van Kosovo aan te tasten. Dat leidde tot radicalisering onder de Albanese bevolkingsgroepen daar en tot het ontstaan van de KLA (= Kosovo Liberation Army) die aanslagen begon te plegen tegen Servische doelen in Kosovo vanaf 1996. De KLA werd door Westerse landen aanvankelijk als een terroristische groepering gezien. Maar later zie je dat Rusland Servië en Milosevic begint te ondersteunen, terwijl de Westerse mogendheden en de NAVO de KLA juist gingen ondersteunen. Alle onderhandelingen en interventies van internationale en lokale politieke organen leverden uiteindelijk niets op. Er werd flink propaganda gemaakt over de wreedheden aan beide kanten.]

[Van maart tot juni 1999 werd Joegoslavië / Servië door de NATO gebombardeerd zonder dat de Veilgheidraad daarvoor toestemming had gegeven. Het aantal doden was daardoor stukken hoger dan in de jaren van de KLA-aanslagen, ondanks de propaganda van een 'schone oorlog', o.a. door enorme missers die werden gemaakt en door aanvallen op burgerdoelen. De bombardementen werden steeds verdedigd met een beroep op 'humanitaire noodzaak' (vanwege de wreedheden, de vluchtelingenstroom, en zo), maar uiteraard waren de meningen daar zeer over verdeeld. De bombardementen werden door velen - waaronder Chomsky - gezien en veroordeeld als een typisch voorbeeld van Amerikaanse agressie en imperialisme. De Serviërs trokken zich uiteindelijk terug uit Kosovo en een internationale vredesmacht - KFOR - moest zorgen voor vrede en veiligheid. De tegenstellngen tussen de bevolkingsgroepen bleven echter gewoon bestaan, dus je kunt je afvragen wat er nu gewonnen werd met al die inspanningen en de bombardementen van buitenlandse mogendheden.]

[Dit soort gebeurtenissen had toch vooral iets te maken met de verdeling van machtssferen tussen het (oost-europese) communisme en (westerse) kapitalisme. Landjepik tussen ideologieën.]

De oorlog in Kosovo werd in de Nederlandse en buitenlandse pers vergezeld van allerlei commentaren en columns. De discussie tussen voor- en tegenstanders van de interventies laaide hoog op en daarbij werd zwaar op de man of vrouw gespeeld, volgens Achterhuis. Hem stoort met name het moralisme in veel reacties. Veel auteurs die vroeger bekend links waren, waren nu ineens voor die 'humanitaire interventie' door het kapitalistische Westen. Met Hannah Arendt zegt hij:

"Politieke oordelen over gebeurtenissen gaan volgens haar in eerste instantie niet over moreel gelijk of ongelijk. Politiek verschilt van moraal omdat de eerste niet over goede of slechte bedoelingen, morele of immorele daden ten opzichte van medemensen gaat, maar om wat zij omschrijft als het behoud en de inrichting van 'de wereld'."(11)

[Dat verschil tussen politiek en moraal komt de hele tijd terug. Arendt vond dat de aloude ideologische ankers waren verdwenen. Is dat zo? Ik heb niet de indruk. In dit geval: de Kosovo-strijd was grotendeels een ideologisch gemotiveerde strijd. Die opvatting kwam Arendt op veel kritiek te staan, met name van links, zoals zo veel van wat ze schreef ook controversieel gevonden werd. Hetzelfde geldt voor Machiavelli's opvattingen - waarvoor Arendt trouwens ook een voorliefde had.]

[Dat Achterhuis ze als intellectueel leidsvrouw en -man gebruikt, vind ik nogal typerend. Maar sinds hij utopieën analyseerde is hij tegen een "utopische wijze van politiek bedrijven"(20), tegen de "moralisering van de politiek die in het utopisch streven centraal staat"(20). Arendt en Machiavelli passen in dat denken. Hij bewondert Machiavelli omdat deze zo veel mogelijk perspectieven inneemt om tot een weloverwogen oordeel te komen over het handelen van machthebbers. " Elk moreel oordeel is hierbij afwezig."(27) zegt hij. Wat politiek nodig is moet blijkbaar gedaan kunnen worden zonder morele oordelen te vellen over of dat politieke handelen moreel goed of slecht is.]

[Ik vind dat een belachelijk standpunt. De opvatting dat de moraal buiten de politiek gehouden moet worden is natuurlijk zo normatief als maar kan, het drukt waarden uit, het drukt een moraal uit. Alles is gebaseerd op waarden en normen, elk handelen kan normatief beoordeeld worden, ook politiek handelen. Voor een politicus is evenmin alles geoorloofd en het politieke doel heiligt niet alle middelen. Politici die draaien en liegen kunnen misschien aan de macht blijven, maar dat maakt ze nog geen goede politici. Anders konden we het internationaal gerechtshof ook wel opheffen.]

"De snelle sprong in de morele gevoelens, in de beleefde solidariteit met de Albanese Kosovaren, kan nauwelijks als een serieuze oplossing gezien worden voor de politieke leegte en onzekerheid die links demonstreerde. Dat de doelen die in deze oorlog gesteld werden moreel en nobel waren, wil ik hiermee niet ontkennen. Dat ze totaal niet gerealiseerd werden, moet helaas ook onderstreept worden."(13)

[Zo veel kritiek op de 'linkse' ideologie. OK, dat idee van hulp aan anderen is een gevaar, goede bedoelingen voorkomen niet dat mensen onzelfstandig en afhankelijkl worden, ontwikkelingshulp is een linkse hobby bij gebrek aan beter, na de val van de muur weten socialisten niet meer zo goed waar ze staan. Allemaal waar. Maar waarom lees ik zo weinig kritiek op de 'rechtse ideologie'? Die meedogenloosheid van neoliberale en neoconservatieve opvattingen over mensen? Achterhuis benadrukt op veel plaatsen de miljoenen slachtoffers die Stalin en Mao en Pol Pot maakten met hun 'gerealiseerde utopie'. Maar je hoort hem nooit over de miljoenen slachtoffers die het kapitalisme heeft gemaakt en wereldwijd nog steeds maakt.]

(30) 2 - Doelen en middelen

Verheven doelen op basis van humanitaire waarden kunnen geperverteerd worden door de inzet van verkeerde middelen. Dat gebeurde in Kosovo.

"Integenstelling tot zijn slechte reputatie blijkt Machiavelli wel degelijk morele maatstaven aan te leggen. Het ergerlijke ligt voor velen veeleer in het feit dat hij immorele methoden die in de politiek tot resultaten leiden, als zodanig benoemt en ze niet in naam van iets hogers goed praat of wegmoffelt zoals vaak gebeurt. Voor wie politiek wil handelen is het onvermijdelijk om 'vuile handen' te maken. Maar het laatste wat Machiavelli zal doen, is deze, zoals veel hedendaagse protagonisten van deze term, te verheerlijken of ze zelfs 'schoon' te noemen."(37)

[Dat Achterhuis huichelarij en leugens over wat politici in feite doen duidelijk slecht vindt - ook een moreel oordeel trouwens-, ik ben het met hem eens. Dat Achterhuis waarschuwt tegen utopisten die alle middelen rechtvaardigen en goedpraten door te verwijzen naar het verheven doel dat ze dienen, vind ik uitstekend. Dat Machiavelli eerlijk is en niet hypocriet siert hem, vind ik ook. Maar ook al ben je eerlijk over immorele methoden van politici, het maakt die middelen niet minder immoreel.]

[En zo'n kreet als 'politiek betekent altijd dat je vuile handen moet maken' is flauwekul. Dat is een heel gevaarlijke insteek. Je zegt er in de kern mee dat politici hun gang kunnen gaan, dat ze niet moreel verantwoordelijk gesteld kunnen worden voor de doelen die ze nastreven en de middelen die ze kiezen om die doelen te bereiken. Hoe kun je dat zeggen als je zo'n hekel hebt aan het dogmatische politieke handelen van utopisten? Het zijn juist vaak politici voor wie het doel - en je mag je afvragen welk doel dat in werkelijkheid is - alle middelen heiligt. Als je de utopisten daarvoor moreel bekritiseert, dan moet je ook die politici ter verantwoording willen roepen. Achterhuis doet wel het eerste, maar niet het laatste. En verderop zegt hij dan weer dat politici altijd de verantwoordelijkheid voor hun handelen op zich moeten nemen. Het is minstens tegenstrijdig. Maar uiteindelijk kan hij dat idee dat politiek en moraal niets met elkaar te maken hebben simpelweg niet waarmaken.]

[Politiek betekent dat je het niet iedereen naar de zin kunt maken - de pluraliteit waarover Achterhuis het op p.40 heeft - en dat je grenzen moet stellen aan het handelen van je burgers en dat je daarover verantwoording moet afleggen. Politiek staat helemaal niet gelijk aan 'vuile handen' maken en immorele methoden gebruiken. Wanneer een machthebber liegt en bedriegt, burgers monddood maakt, opsluit, martelt en zo verder maakt het niet uit of hij of zij verheven doelen en utopische idealen nastreeft of puur egoïstisch bezig is met het versterken van een machtspositie - zo iemand zal zijn handelen moeten verantwoorden. En ik vraag me dan toch af of het hebben van goede bedoelingen in die verantwoording bij de luisteraar niet beter ligt dan het hebben van overduidelijke slechte bedoelingen.]

"Juist omdat mensen in hun politieke handelen met de pluraliteit en met de Fortuna te maken krijgen, kan er geen sprake zijn van een soeverein poneren van doelen en middelen. Doelen en middelen horen volgens Arendt tot het domein van de maakbaarheid, waarin de mens de materie naar zijn hand zet."(41)

[Dat is echt weer veel te simpel. Materie is niet altijd maakbaar, levende materie al helemaal niet. Maakbaarheid speelt ook in sociale processen - sociale technieken, opvoeding, therapieën. En het speelt ook in de politiek en het maatschappelijke handelen. Steeds worden doelen gesteld en steeds worden middelen gekozen. Dat de maakbaarheid in de politiek betrekkelijk en een stuk onzekerder, is dan de maakbaarheid bij materie doet daar niets aan af. In feite is die tegenoverstelling van 'Zweck' en 'Ziel' die Arendt volgens Achterhuis op p.43 zelf maakt, de illustratie daarvan:]

"'Ziele' daarentegen horen wel tot de kern van het politieke handelen. Het zijn geen eigenlijke nauw omschreven doeleinden. Eerder gaat het om richtlijnen en directieven waar men zich aan oriënteert, die echter niet exact vaststaan, maar die pas in het politieke proces met medeburgers, die ook hun eigen 'Ziele' hebben, concreet gestalte krijgen."(43)

[Dit zijn dus woordenspelletjes. Eerst hoort het doel-middel-schema niet in de politiek thuis en nu worden doelen via de achterdeur weer binnengesmokkeld. Natúúrlijk heeft de politiek ook doelen, maar niet dezelfde soort doelen als iemand die een computer in elkaar moet zetten. Logisch. In het sociale en politieke veld heb je nu eenmaal met veel meer variabelen en factoren te maken dan in in het fysieke veld. Doelen en middelen zijn in die context dus opener, onzekerder, de waarden op de ondergrond zijn ook anders, communicatie en overleg met anderen is belaqngrijker. Precies wat Arendt dus zegt over 'Ziele'.]

[De maakbaarheid in het sociale en politieke veld is dus ook volkomen anders, maar het blijft wel degelijk maakbaarheid, gerichtheid op sturing en beheersing. Dat daarbij de plank flink misgeslagen kan worden - zoals de verhalen van Achterhuis over ontwikkelingshulp duidelijk maken - spreekt vanzelf. Ik vind die maakbaarheid minder het probleem dan het gegeven dat mensen zich erg moelijk door de werkelijkheid op andere gedachten laten brengen. Alle feiten zeggen dat je X zou moeten doen, maar alle politici blijven Y doen - dat vind ik nu bijzonder zorgelijk. Denken dat je de wereld kunt maken zonder de wereld eerst 'goed' te leren kennen, zonder je 'goed' op de hoogte te stellen. Er bestaan allerlei criteria voor wat hier 'goed' genoemd wordt, maar mensen nemen eindeloos vaak beslissingen op basis van emoties en irrationele motieven en negeren daarbij de op verantwoorde wijze verzamelde informatie. Daar kan ik nu van wakker liggen, niet van een behoefte aan 'maakbaarheid'.]

(57) 3 - De heerschappij van de emoties

Humanitaire hulp en liefdadigheid gaan vaak gepaard met eigenbelang bij de hulpverleners en leiden even vaak tot hulpverslaving bij de mensen die geholpen worden. Oprechtheid van gevoelens (solidariteit en medelijden) voorkomen dat niet. Er bestaat een grote kloof tussen alle beleidsnota's, inzamelacties, goede bedoelingen en de praktijk van alle dag waarin eigenbelang en winstbejag een grote rol spelen. Dat heeft veel te maken met een overdreven idee van de maakbaarheid van een samenleving bij de hulpverlening.

[Ik denk zeker dat dat waar is. Maar Achterhuis' reactie daarop is dat hij via Arendt en Machiavelli kritiek gaat leveren op goede bedoelingen en emoties in de politiek, en niet dat hij een kritiek gaat uitwerken op dat eigenbelang en winstbejag. Het is de omgekeerde wereld.]

"'Het hart' speelt volgens Arendt een zeer betwistbare rol in de politiek. Men beroept zich er vaak op om onaangename feiten te verbloemen. Het is uiterst gevaarlijk als gevoelens zich publiekelijk manifesteren en bepalend worden in de politiek."(74)

Arendt onderscheidt sterk tussen het politieke publieke domein en het particuliere domein.

"De oprechte emotie bij het zien van het onmetelijke lijden van 'de ongelukkigen', van 'le peuple', het gewone volk, leidt snel tot totalitaire consequenties."(76)

[Dit is een heel gemakzuchtige stelling - hoe zit dat dan precies? en hebben die totalitaire gevolgen wel te maken met dat medelijden? komen die niet voort uit machtshonger en hebzucht bij sommige mensen die mensen met medelijden manipuleren? En zo verder. ]

"Het politieke oordeel heeft volgens haar [Arendt] betrekking op de uiterlijke verschijningsvormen van het menselijk handelen en niet op de eventueel aanwezige diepere gevoelens of goede intenties."(79)

"Zijn [Machiavelli's] eigen oordelen over de virtu van de staatslieden die hij bespreekt, betreffen steeds de uiterlijkheid van hun daden, niet de innerlijkheid van hun gevoelens. Hier ligt, net als overigens bij Arendt, één van de grotere ergernissen voor zijn lezers. Onbewogen, zonder morele oordelen te vellen over hun intenties, alleen afgaand op de grootheid van hun handelingen, spreekt Machiavelli zijn oordelen uit."(80)

[Het is wat mij betreft wel duidelijk dat Achterhuis niet zo'n lezer is die zich daaraan ergert. Hij zou zich eens moeten afvragen of die ergernis niet terecht is. Want wat hij hier beschrijft betekent dat Machiavelli met evenveel gemak als hij de handelingen van de Borgia's accepteert de handelingen van Stalin en Mao en Pol Pot zou beoordelen, precies de machtshebbers waar Achterhuis zo veel kritiek op heeft. Wat is de "grootheid" van de handelingen van deze politici? Hoe kun je onbewogen blijven wanneer je ziet wat die figuren met mensen doen?]

"Vanuit het medelijden wordt de ander tot slachtoffer gereduceerd."(82)

[Er wordt hier zo gemakkelijk over allerlei onderscheidingen heen gestapt! Medelijden maakt mensen zielig en tot slachtoffer. Maar medelijden is niet hetzelfde als medeleven, als solidariteit met degenen die lijden. Je kunt ook hulp verlenen of ondersteunen zonder mensen afhankelijk te maken. Achterhuis zou ook kunnen zoeken naar wegen die emancipatie mogelijk maken in plaats van zich steeds weer te verliezen in een kritiek op 'goede bedoelingen' die emancipatie tegenhouden. Hij zou ook een kritiek kunnen ontwikkelen op de rol van de media, op liefdadigheid en goede-doelen-acties, of - zoals Naomi Klein doet - op de ideologie van het kapitalisme en de media daarbinnen.]

(85) 4 - De vuile handen en het schone geweten

Achterhuis constateert dat - na de nadruk op het veranderen van maatschappelijke structuren in de 1960-er jaren - vandaag de dag de moraal weer het primaat heeft in de politiek. Dat werd in alle discussies over de interventies in Kosovo bijzonder duidelijk. In dit hoofdstuk dus nog meer aandacht voor de relatie tussen moraal en politiek. Machiavelli wordt opnieuw als spreker opgevoerd:

"'De heerser die zijn macht wil handhaven,' moet volgens Machiavelli in de eerste plaats leren om 'niet goed te zijn'. (...) 'Zedelijke verplichtingen' horen volgens Machiavelli niet thuis in de politiek. (...) ... uiteindelijk gaat het Machiavelli eerder om het behoud van de staat dan om de redding van concrete individuen. (...) ... net als Arendt na hem wijst hij haar [de deugd, deugdzaam handelen door een persoon] primair een plaats in het privé-leven toe. (...) Het gaat erom dat de vorst niet vrijgevig is, maar wel als zodanig beschouwd wordt."(91-94)

[Nou, en ik maar denken dat politiek bedreven werd met als doel het welzijn van de burgers. Maar het gaat om het handhaven van de macht, om de staat, om de machthebber zelf, om het ophouden van de schijn dat je het welzijn van de burger nastreeft. Van Machiavelli naar Berlusconi, het is maar een kleine stap. Maar je mag er vooral geen moreel oordeel over vellen.]

Daarna wordt Arendt weer besproken die er dezelfde opvattingen op na houdt:

"De staat moet niet proberen mensen moreel beter te maken. (...) De politieke opgave ligt niet in 'de morele verbetering van de mensen' maar in het reguleren van hun 'uiterlijke gedrag'. (...) In de politiek is volgens één van haar scherpere formuleringen geen plaats voor het geweten."(100)

"Met een dergelijke overtuiging botsen beiden sterk met de meeste hedendaagse beschouwingen die de politiek in het verlengde van de moraal situeren en haar daarom uiteindelijk vanuit morele criteria beoordelen."(101)

Volgen nog uitwerkingen van de verschillen tussen de (moralistische) Camus en ('fellow-traveller') Sartre en de opvattingen van de Groningse historicus Ankersmit (in de lijn van Ahrendt en tegen Rawls die ethiek als fundament van de politiek beschouwt).

"Net als ik hierboven deed, laat Ankersmit zien dat deze moreel bepaalde benadering grote gevaren in zich bergt. Ze wekt de suggestie van maatschappelijke maakbaarheid die in het uiterste geval tot totalitaire tendensen kan leiden. Juist door uit te gaan van het individu en de morele keuze voor diens welzijn, wordt ditzelfde individu theoretisch uitgeleverd aan alle bemoeienissen van de staat die dit welzijn pretendeert te bevorderen. (...) Als al het persoonlijke politiek is zoals een beroemde leus uit de jaren zeventig wilde, is het gevaar van totalitarisme inderdaad nooit ver weg."(111-112)

[Hier worden voor het gemak allerlei oorzakelijke relaties gelegd die er helemaal niet hoeven te zijn. Achterhuis gedraagt zich als een Amerikaanse Republikein: zo gauw het woord 'Overheid' of 'staat' opduikt is de individuele vrijheid voor hem in het geding. Maar wat is zijn alternatief? Ik krijg de indruk: niets doen. Alsof je het samenleven van miljoenen mensen niet noodzakelijkerwijs moet reguleren. Alsof je daar geen morele keuzes in moet maken. Gaat het om de centen of om de mensen? Om er maar eens een te noemen.]

(114) 5 - Politiek als verantwoordelijkheid voor de wereld

Hier nog een uitwerking van een bepaald aspect van een samenleving: het belang van een veilige vertrouwde omgeving voor mensen. Dit naar aanleiding van het gegeven dat tijdens de Kosovo-oorlog heel de leefwereld van mensen bewust kapot werd gebombardeerd. Achterhuis voert Arendt en Machiavelli weer op. Arendt wordt bijvoorbeeld tegenover Habermas gesteld.

"Wanneer Arendt beargumenteert dat in de politiek de wereld voorrang heeft boven mensenlevens, geeft ze als illustratie vaak een onbekend citaat van Machiavelli: 'Ik bemin mijn vaderstad meer dan mijn ziel'. (...) Wie het belang van het thuis van de wereld onderkent, kan ook begrijpen dat de verbanning vanouds een uiterst zware straf was."(119-120)

"Deze politieke verantwoordelijkheid [voor het bombarderen] moet weer niet te snel gemoraliseerd worden zoals Thom de Graaf lijkt te doen. Het gaat hier niet om morele schuld of persoonlijke aansprakelijkheid. De politieke verantwoordelijkheid betreft het gevoerde beleid en de uitkomsten ervan."(126)

"Tegenover deze moraliserende tendens wil ik nog eenmaal met Arendt en Machiavelli politiek schetsen als het domein waarop zonder uitzicht op harmonie of consensus te bieden, pluraliteit, verschillen en strijd eeuwig centraal zullen blijven staan."(139)

[Alles dus weer in de lijn van dat politiek niets met moraal te maken heeft. Het streven naar consensus zoals in het poldermodel wordt zelfs afgewezen. Er zit een soort van christelijke gelatenheid in dit soort standpunten: de wereld is nu eenmaal een hel, we moeten maar hopen op het hiernamaals. Het is juist dit soort denken dat de weg vrijmaakt voor dictatuur, vind ik.]