>>>  Laatst gewijzigd: 2 december 2020   >>>  Naar www.emo-level-8.nl  
Ik

Notities bij boeken

Start Filosofie Kennis Normatieve rationaliteit Waarden in de praktijk Mens en samenleving Techniek

Notities

Incididunt nisi non nisi incididunt velit cillum magna commodo proident officia enim.

Voorkant Schipper 'Ontwikkeling, rationaliteit en cultuur ' F. SCHIPPER, M.C.DOESER, D.NAUTA Jr. EN C.SANDERS (red)
Ontwikkeling, rationaliteit en cultuur - Opstellen, aangeboden aan Prof. dr. C.A. van Peursen
Kampen: Kok Agora, 1985, 201 blzn.; ISBN: 90 2427 5172

(8) Een inleidend overzicht (F. Schippers / C. Sanders)

Thema van de bundel:

"de dominantie van wetenschap en techniek in onze cultuur en de westernisatie van andere culturen."(8)

Daarin centraal de begrippen 'ontwikkeling', 'rationaliteit' en 'cultuur' zoals ze ook in het werk van Van Peursen centraal stonden.

Over wetenschap ingebed in de dagelijkse werkelijkheid (het veld van het praktisch-zedelijk handelen' - 10).

"De these dat er eerst feiten zouden zijn, die vervolgens door de mens van waarderingen worden voorzien, wordt door Van Peursen omgekeerd [in zijn boek Feiten, waarden en gebeurtenissen van 1965]: feiten verschijnen pas, worden pas geconstateerd, binnen een context van waarden."(10-11)

"de methodische beoefening van de wetenschappen zowel als hun toepassing vindt plaats binnen een horizon van, met de dagelijkse werkelijkheid verbonden, waarden. (...) Juist omdat de feiten een waardenachtergrond hebben is ook invloed van feiten op waarden mogelijk."(11)

"Van Peursen's beschouwingen maken duidelijk dat het wetenschappelijk kennen en de wetenschappelijke rationaliteit nooit losgemaakt mogen worden van de cultureel bepaalde context van waarden. Het zonder meer uitgaan van de universaliteit van de wetenschap is naïef en riskant."(12)

(21) Wetenschap en rationaliteit (A.G.M. van Melsen)

"We hebben derhalve een criterium nodig om echte wetenschap van onechte te onderscheiden, en als zo'n criterium dient dan de rationaliteit. Wetenschap is rationeel, pseudowetenschap is irrationeel."(21)

Maar de vraag is dan natuurlijk wat 'rationeel' inhoudt en dan blijkt dat het niet zo'n scherp criterium is als we zouden wensen.

"Rationaliteit heeft te maken met het kunnen geven van goede 'redenen'."(21)

Het succes van de natuurwetenschappen is een goede reden voor de rationaliteit van wetenschap.

"De grootste moeilijkheid was dat ook de rationaliteit zoals ze binnen de natuurwetenschap werkte, zich niet aan de voorgeschreven regels bleek te houden, en wat ernstiger was ook niet bleek te kunnen houden. De rationele constructie volgens het positivistische procédé bleek niet mogelijk. Hoe zijn bijv. algemene wetten of beginselen ooit empirisch te verifiëren?
Twee uitwegen stonden nu open. Het kon zijn dat zelfs binnen de wetenschap allerlei 'irrationele' overgingen een rol speelden, het kon ook zijn dat het begrip 'rationaliteit' veel te eng genomen was."(22)

Dat is het onderwerp van dit stuk.

"De eerste wetenschappen die tot bloei kwamen, de wiskunde, de logica en de wijsbegeerte waren typisch rationele wetenschappen. Al speelde de ervaring een rol, beslissend leek het verstandelijk inzicht ..."(22-23)

Filosofie en later theologie worden hier als wetenschap neergezet omdat ze gebruik maken van logische rationaliteit, van discursief redeneren vanuit eerder inzicht in bepaalde principes. Inzichtelijk gegeven principes werden in de theologie van de Middeleeuwen geloofsprincipes, waarmee aan de eerste eis aan rationaliteit niet voldaan werd, maar nog steeds wel aan de tweede eis: de logische rationaliteit. De natuurwetenschappen daarna werden empirische wetenschappen waarin inzichtelijkheid in eerste principes verloren gaat (niet empirisch waarneembaar), maar waarin de methoden universeel zijn.

"En gezien het succes van met name de natuurwetenschap, zowel bij de verklaring van de natuurverschijnselen als bij de technische benutting van de verworven kennis, leek het gebrek aan echte inzichtelijkheid niet zo zwaar genomen hoeven worden, temeer daar er na verloop van tijd steeds groter twijfel rees aan de mogelijkheid überhaupt tot inzichten te komen."(26)

[Ik vraag me af wat die inzichtelijkheid nu toch precies inhoudt. Inzicht in de (noodzakelijke) waarheid van axioma's van logica en wiskunde? inzicht in het waarom van dingen en hun eigenschappen? Vaag weergegeven en onduidelijk. Er is weinig dwingends aan die principes, ook niet in de wiskunde - meetkunde kent bijv. een non-euclidische meetkunde op basis van heel andere principes, een meetkunde die net zo goed toepasbaar is. Zoals Van Melsen ook constateert.]

"Zo groeide in brede kringen de overtuiging dat de enige rationaliteit die binnen de wetenschap een rol speelde, de logische rationaliteit was, en gezien de standing van de wetenschap leek deze rationaliteit ook de enige die serieus te nemen was. Ontleent de wetenschap echter uitsluitend aan de logische rationaliteit haar rationeel karakter? Daarmee zijn we terug bij de vragen waarmee we de inleiding besloten."(26)

"Er kan dus geen twijfel over bestaan dat de rationaliteit binnen de natuurwetenschap zich niet beperkt tot de logische rationaliteit alleen. Er zijn tal van inzichten werkzaam."(29)

En dat komt met name omdat de rede ook naar zichzelf kan kijken en daar over kan nadenken (de reflecterende rede). Zo ziet de rede dat de natuurwetenschappen alleen middelenkennis opleveren, maar weinig te melden hebben over doelen (wel feitelijk, maar niet normatief).

(36) Rationaliteit en contingentie in ontwikkelingsprocessen (M.C. Doeser)

Probleem:

"In hoeverre moeten we het contingente karakter van ontwikkeling aanvaarden, en in hoeverre is te verwachten dat pogingen om een dergelijke contingentie te ontwijken succesvol kunnen zijn?"(37)

Rorty vindt het eerste. Het laatste veronderstelt

"dat men over de middelen beschikt om toevallige, onvoorziene verwikkelingen te voorkomen."(38)

"Om een ontwikkeling te kunnen beheersen moet men met een zekere planmatigheid te werk gaan."(38)

"Veelal gebruikt men 'ontwikkeling' voor veranderingsprocessen waarin een patroon kan worden onderkend, en waarbij optredende veranderingen in één of andere zin positief worden gewaardeerd; bij ontwikkeling is sprake van 'groei', 'wasdom' of 'vooruitgang'."(39)

"Met betrekking tot gebeurtenissen, omstandigheden of standen van zaken kunnen we spreken van contingentie zolang we niet inzien waarom zij optreden zoals zij optreden."(40)

"Veranderingen binnen een ontwikkeling dienen te voldoen aan criteria van een ontwikkelingslogica. Aan welke criteria evenwel kunnen ontwikkelingslogica's zelf worden getoetst? Wanneer is bij culturele verandering of bij een vorm van kennisvernieuwing een ontwikkeling of haar ontwikkelingslogica rationeel aanvaardbaar?"(42-43)

[Abstracties, ik hou er niet van.]

(56) Culturele ontwikkeling en technische rationaliteit (S.L. Kwee)

"Doemdenken, cultuurpessimisme en technologie enerzijds en vooruitgangsgeloof, cultuur optimisme en technomanie anderzijds moeten integraal worden heroverwogen in een poging om de herkomst en toekomst van mens, techniek en samenleving, natuur en cultuur kritisch terug te denken en opnieuw vooruit te denken."(57)

[Een eindeloze opsomming van feiten en beweringen. Wat nu uiteindelijk de bedoeling van het hele verhaal is blijft volkomen onduidelijk.]

(72) Oneindigheid en rede (E. van der Velde)

"Oneindigheid is de bron van onze beheersingskennis. Snijdt men de band met die bron door dan wordt de laatste louter toeëigening. (...) In de loop der geschiedenis ontwikkelt het oneindige zich echter tot een notie waarin de kennende geest zich zijn mogelijkheden en zijn beperktheid bewust kan worden. (...) In de tekst wordt verantwoord hoe die mogelijkheid boven het werkelijke uitgaat. Wordt deze mogelijkheid gegrepen en begrepen, dan wordt aan de kennende geest tevens evident hoe in de oneindigheid de maat is gelegen voor de ontplooibaarheid en de zin van de menselijke kennis."(73)

"Karakteristiek voor het oneindige is dan ... de onbepaaldheid en het grenzeloze worden: wezenlijk niet geactualiseerd, onactualiseerbaar."(74)

Aristoteles, Spinoza, Levinas.

[Dat taalgebruik! Uggh. Dit is dus inderdaad metafysica. En natuurlijk gaat het dan al gauw over in theologie. Totaal onacceptabel.]

(91) De ontwikkeling van god / God, een discussie (A. de Froe en anderen)

"Blijkbaar ervaart de mens iets in zijn leven als het meest verhevene en tracht hij deze ervaring te zuiveren van al te menselijke trekken."(91)

"Het onderwerp is god als actiecentrum in de hersenen. Het is het gezaghebbende centrum in de hersenen. (...) God bevindt zich in de hersenen zo als alles wat wij weten of gevoelen zich, in stoffelijk gecodeerde vorm in de hersenen bevindt. Alles wat zich niet in de hersenen bevindt bestaat niet voor ons. Alles wat zich in de hersenen bevindt is werkzaam."(91-92)

[Nog meer god, hard coded in de hersenen. Yeah right.]

(104) Het zelfbeeld van de mens (C.I. Dessaur)

"De spontane capaciteit tot denken en waarnemen wordt dus in hoge mate gepreformeerd en ingeperkt door culturele omstandigheden. Daarnaast kan men constateren dat de overgedragen pasklare kennis - de gangbare vooroordelen over wat wel en wat geen onderzoekobjecten zijn, wat 'werkelijkheid' is en wat voor soort kennis men daarover kan verwerven - butiengewoon oppervlakkig en schraal is."(107)

"... het is waar dat veruit de meeste mensen worden geleefd en dat graag laten gebeuren. Want vrijheid, de noodzaak van autonome activiteit, is ook een bron van onzekerheid, eenzaamheid en angst. Er zit iets veiligs en lustvols in slavernij, anders zouden niet zoveel mensen zich graag in dienst stellen van totalitaire politieke systemen en totalitaire denksystemen."(108)

"Het allergrootste vooroordeel en de meest ingrijpende taboesfeer zijn altijd daar te vinden, waar men het hardste roept dat totale vrijheid en onbevangenheid heersen."(110)

"Er bestaan geen archimedische punten in het heelal, geen absolute denkkaders, al menen dogmatische gelovigen in de Kerk der Rede van wel. Alles evolueert en interacteert, ook het menselijke bewustzijn in de confrontatie met zichzelf en de buitenwereld."(111)

(118) Een reflectie op ontwikkeling in Korea (B.H. Son)

[Typisch voorbeeld van christelijk europacentrisme. Niet interessant verder.]

(133) Kan ontwikkeling gevoed door een reductionistische wetenschappelijke rationaliteit leiden tot groter geluk? (J.M. Nchabeleng)

"Uiteindelijk is ontwikkeling steeds neergekomen op een éénrichtingsverkeer van ideeën, materiële goederen en diensten die het Westen kan begrijpen en in voorraad heeft."(140)

[Dit artikel is juist een kritiek op europacentrisme / etnocentrisme: naar ontwikkeling wordt alleen maar gekeken vanuit het westerse perspectief, alsof elk land en elk volk gelukkig wordt van materialisme, kapitalisme en zo verder. Open deur vind ik dat. De kritiek op Margaret Mead vind ik onterecht waar het om Samoa gaat. De kritiek op het idealiseren van de westerse wetenschappelijke rationaliteit als een superieure rationaliteit in lijn met Feyerabend is wel terecht, maar het alternatief dat geboden wordt in de lijn van Roszak en Paul Bernays vind ik twijfelachtig:]

"Als de wetenschappelijke niet de enige soort rationaliteit is, aan welke andere typen kan dan gedacht worden? Hier zou ik Theodore Roszak willen volgen, die spreekt van kennis geboren uit gevoelsmatige inleving, liefdevolle participatie, extase, transcendente gerichtheid. Vooral tegenover Karl Popper probeert Paul Bernays de beperkte opvatting van rationaliteit te verruimen."(137)

[Ja, maar hoe? Hoe controleerbaar is alles wat je meent te weten uit je inleving en participatie en zo verder? Welke methoden zijn er om beweringen en pretenties 'het te weten' aan de tand te voelen en enie vorm van objectiviteit te verlenen? Ik vrees dat dan al gauw de religie om de hoek komt kijken.]

(147) Ontwikkeling in het licht van ontmoeting (J. van der Hoeven)

[Ontmoeting in de zin van Martin Buber. Mijn hemel, wat een vaag oubollig metafysisch gepraat hier. Niet van enig belang.]

(164) Cultuur en coëxistentie (D. Nauta jr.)

[Evenmin helder of boeiend.]