>>>  Laatst gewijzigd: 2 december 2020   >>>  Naar www.emo-level-8.nl  
Ik

Notities bij boeken

Start Filosofie Kennis Normatieve rationaliteit Waarden in de praktijk Mens en samenleving Techniek

Notities

Incididunt nisi non nisi incididunt velit cillum magna commodo proident officia enim.

Voorkant Plato Verzameld Werk PLATO
Menexenus (Verzameld Werk, deel 1, editie Xaveer de Win)
Antwerpen / Baarn: Nederlandsche Boekhandel / Ambo, 1978;
ISBN 90 2890 3380 (DNB) / 90 2630 4242 (Ambo)

In het boek Menexenus raakt deze in gesprek met Socrates over wie de Rede voor de Overledenen mag houden bij de eerstvolgende begrafenisplechtigheid. En natuurlijk geeft Socrates weer af op die redenaars die in hun redevoeringen van een mug een olifant weten te maken. Menexenus daagt hem dan ook uit een gooi te doen en zelf zo'n lijkrede af te steken. Socrates doet alsof hij die van zijn leermeesteres Aspasia voordraagt.

Zo'n lijkrede heeft een vaste volgorde. Ze begint bij de goden, maar komt uit bij de staat, in dit geval het regime van Athene, waarvan gezegd wordt dat het een aristocratie is, "een regime van de besten met goedvinden van het volk"(351). Vervolgens wordt de geschiedenis van Athene beschreven met zijn oorlogen tegen de Perzen en tegen andere Griekse volkeren tijdens de Peloponnesische oorlogen, de oorlog met de Spartanen. Volgt een boodschap aan de overlevenden namens de gesneuvelden.

"Een staatsinrichting vormt immers haar burgers: goed als zij goed, slecht als zij slecht is."(351)

"Ge moet begrijpen dat er voor een man die meent iets te zijn, geen groter schande bestaat dan zich te laten eren wegens de roem van zijn voorvaderen, in plaats van wegens eigen verdiensten."(362)

"Het best toegerust voor het leven is immers hij die kan maken dat alles wat tot het geluk voert of in de buurt ervan, van hemzelf afhangt in plaats van het aan de schommel van andermans successen of tegenslagen op te hangen, zodat fataal ook zijn eigen geluk op losse schroeven komt te staan; hij is de wijze, hij is de manhaftige en verstandige; hij is de man die, om 't even of hem rijkdommen of kinderen te beurt vallen of ontvallen, bij uitstek de raad van het spreekwoord zal opvolgen, daar er nooit, zomin in zijn vreugde als in zijn smart, enige overdrijving zal zijn: hij heeft immers zijn vertrouwen gesteld in zichzelf."(363)